Zaterdag
17 september:
Met een ½ uur vertraging landden we in Amman.
Overnachting in een transfer-hotel Queen Alia, alvorens het bed in te
duiken eerst even kennisgemaakt met de groepsleden onder het genot van
een drankje.
Zondag 18 september:
Met een minibus met zijn allen naar het centrum van Amman gereden, daar
ging eenieder zijn eigen weg. Wij begonnen bij het:
Romeinse Amfitheater,
dit theater is uitgegraven in de helling van de Djebel Al-Jawfa gebergte
en stamt uit het einde van de 2e eeuw; heeft
600 zitplaatsen. Het theater is in de jaren (19)50 hersteld, er vinden
regelmatig uitvoeringen plaats.
Aan weerszijde van de ingang van het theater zijn
2 kleine musea; het Jordaans museum voor Volkstraditie en het Folklore museum.
Het kleine, maar mooie Odeon staat
even ten oosten van dit theater.
We kregen mierzoete muntthee aangeboden. Voordat we ons naar de Citadel
lieten vervoeren dronken we koffie op een terras wat uitkeek op dit theater.
Citadel: Onder Keizer
Marcus Aurelius werd de Herculestempel gebouwd (ca 170
V.C.). Het podium en de basementen zijn nog goed herkenbaar,
3 pilaren zijn overeind gezet.
Aan de achterkant van het museum ligt het Omajjadische
paleis, vooral de grote vestibule van het 8e-eeuws paleis is goed bewaard
gebleven.
In deze vestibule wachtten de mensen destijds tot ze op audiëntie mochten
bij de gouverneur.
Het archeologisch museum is klein
maar zeer fraai; we zagen o.a. de dode zeerollen, byzantijns glaswerk, sarcofagen
van aardewerk uit de periode van 1300-700 V.C.;
expressieve beeldjes uit het Neolithicum (ca 7000 V.C.). Deze beeldjes zijn van
wasachtig materiaal gemaakt.
Via smalle straatjes en trappen liepen we terug. We kwamen weer uit bij
het amfitheater en hebben daar tegenover de lunch gebruikt.
Vreemd gehoor als iemand vraagt of we patat willen. Jarenlang in Rotterdam
en Schiedam gewoond.
Daarna nog het Nymphaem, de groentemarkt en
de El-Hussayni moskee bewonderd.
Om 16.00 uur terug met de taxi naar het hotel, kosten; 10 Dinar met 4
personen, was goedkoper dan 1 pils de avond tevoren.
Ca. 18.45 uur naar het vliegveld, met enige vertraging kwamen we rond
24.00 uur in Damascus aan en daar stond onze gids Fayez.
Hij maakte de groepsvisa in orde en om 01.00 uur arriveerden we in het
Al Patra hotel.
Hier logeren altijd veel Iraniërs en die
bevuilen vaak de hotelkamers omdat deze mensen de gewoonte hebben om
op de bedden te eten. Maar het viel reuze mee. De bedden waren
goed en het stonk er niet!!
De oproep voor het ochtendgebed van 04.00 uur overspoelde de
stad en wij waren meteen wakker. Dat was weer wennen.
Foto's »
Maandag 19 september:
Info Syrië »
Vandaag stond een rondrit door Damascus op het programma.
We reden in een leuke groene bus en onze chauffeur heette Khaled of ook
wel the Prince of the Green genoemd door Fayez.
We startten in het Archeologisch Museum.
Het museum heeft 5 afdelingen + prehistorie, het oude Syrië, klassieke oudheid,
Arabische en Islamitische tijd. Fayez liep met
ons mee en gaf gedegen uitleg.
De Synagoge uit Duro’s Europa is in zijn geheel verplaatst naar dit museum. Vele fresco’s en muurschilderingen bedekken nu de muren van het Archeologisch Museum. Ook opgravingen van beeldjes en andere zaken uit Duros Europa en Mari liggen nu hier tentoongesteld.
Daarna reden we naar de Citadel waar we in een restaurantje
een heerlijke lunch voorgeschoteld kregen. Er werd geen alcohol
geschonken omdat het restaurant te dicht bij de Moskee zou staan!! Nou,
er werd überhaupt geen alcohol geschonken in Syrië.
Fayez voerde ons mee naar de Omajjaden Moskee,
waar zich ook het mausoleum van Salah ad-Din bevindt. Salah ad-Din heeft
een grote rol gespeeld
ten tijde van de kruisvaarders.
Op de plaats van de reusachtige Jupiter tempel
staat nu deze Grote Moskee, het belangrijkste monument van Damascus en doel van vele
duizenden bezoekers.
Kalief Al Walid heeft in 705 onderhandeld met de Christengemeenschap.
Deze stonden hun tempel af in ruil voor eeuwig
durende erkenning van hun rechten. De tempel werd gesloopt en op de grondvesten
deze moskee gebouwd.
Overigens zou hier het hoofd van Johannes de Doper
liggen.
De moskee heeft 3 minaretten, 2 op de zuidhoeken
en een, de Minaret van de Bruid, naast de noordelijke poort. Aan de zuidzijde
van het plein strekt zich de gebedshal uit, midden
op het plein is een bassin waar de gelovigen zich ritueel kunnen reinigen alvorens
zij de gebedshal betreden. De schatkamer is een
sierlijk octagonaal gebouwtje. Het staat op antieke zuilen en is versierd met
8e-eeuwse mozaïeken. De moskee wordt beschouwd
als het 4e meest eerbiedwaardige gebouw van de islam.
De dames uit de groep moesten zich in een grijze stofjas hullen, daar
werd redelijk lacherig over gedaan en enkele Syrische dames vonden het
zo geweldig dat ze met ons op de foto wilden.
Foto's »
We liepen verder naar het Azem paleis uit 1749 met lagen
van zwart basalt en witte en gele kalksteen. Het mueseum voor Volkskunst
en Folklore zit er nu gehuisvest, een van de leukste in zijn soort.
Rondom
het Azem paleis bevindt zich de specerijen markt, ook hier wandelen we
doorheen. Heerlijk geuren de kruiden en zepen.
In de christelijke wijk bezochten we de ondergrondse Kapel
van Ananias. Ananias was een van de eerste Christenen in de stad.
Toen Saulus op weg naar Damascus letterlijk het
licht had gezien en blind was geworden, kreeg Ananias in een droom opdracht om hem
op de Rechte Straat op te zoeken en te genezen. Dat lukte en sindsdien heette
Saulus, Paulus.
Met de bus verder naar een uitkijkpunt over Damascus. Prachtig overzicht.
Meteen stond er iemand die allerlei noten verkocht, hij deed goede
zaken.
Een vermoeiende eerste dag, tegen 18.00 uur waren we terug in het hotel
en zijn met z'n zevenen 's avonds gaan eten bij Abu Camal.
Foto's »
Dinsdag 20 september:
We gingen vroeg op weg naar Baälbek in Libanon, dat gaf ons tijd om onderweg een prachtige moskee te bekijken. Dat was een cadeautje vandaag.
Bij de grens verzamelde Fayez onze paspoorten en ging Syrische uitreisstempels
halen. Khaled deed hetzelfde voor hem en de bus.
Een eindje verder moesten we onze paspoorten met de gestempelde bladzijde
omhoog houden zodat de grenspolitie dit gemakkelijk kon controleren.
Inmiddels een inreispapier ingevuld en daarmee persoonlijk naar de douane.
Men sprak er Frans en met een bonjour en een stempel konden we de bus
weer in. Hetzelfde ritueel, paspoort omhoog houden, controle en daarna
kwamen we Libanon binnen.
We reden door de Bekavallei, bijzonder omdat we daar
zoveel over gehoord hebben. Onderweg zagen we veel Bedoeïenen tenten, armzalig zootje, dachten eerst dat het opvangkampen waren voor
de Palestijnen, bleek achteraf dus niet zo.
In Baalbek kregen we een andere
gids Hussein genaamd, aardige man, wist veel van de geschiedenis en kon goed
vertellen.
![](assets/20050920 Baalbek_plattegrond.jpg)
In de Romeinse tijd was het veruit de belangrijkste
nederzetting van de Bekavallei. Baalbek is vernoemd naar de Phoenische God Baäl,
die hier aanbeden werd. Het grieks equivalent was Helios, de Zonnegod. Bij de
Romeinen stond Baäl bekend onder de naam Jupiter.
Aan de oostzijde van het complex leidt sinds 1905
een steile trap naar het 15 meter hoge Propylaeum. Drie doorgangen
geven toegang tot een asymmetrisch, zeshoekig binnenhof - Hexagonale hof -. Hier staat een klein altaar waarop Jupiter
als jongeman met
2 stieren is afgebeeld.
De zeshoekige
hof grenst op zijn beurt aan het grote, rechthoekige binnenhof.
Vanuit hier liep een brede trap naar de Jupitertempel,
de tempel is grotendeels afgebroken, zo zijn behalve het dak ook alle muren verdwenen.
Deze materialen zijn hergebruikt voor de bouw van de Basilica eind
4e eeuw, onder keizer Theodosius.
De tempel moet ooit ruim 86 bij 47 m groot geweest
zijn. Zes van de oorspronkelijke 54 zuilen van Egyptisch graniet zijn overeind
gezet. In de noordelijke hoek, naast de Jupitertempel
hebben de Arabieren een uitkijktoren gebouwd. Van bovenaf hadden we een mooi
uitzicht over de Bekavallei.
Foto's »
De Bacchus tempel is zonder twijfel
de mooste tempel van Baalbek. Ook dit bouwwerk staat op een verhoogd stylobaat
(platform) en is nagenoeg even groot als het Parthenon in
Athene. De cella wordt omringd door
42 Corintische zuilen van bijna
20 m. hoogte.
Het plafond destijds was versierd met hoofden van
godheden en keizers, slingers en bloemen, fruit en eieren -symbool van de vruchtbaarheid-.
Er hangt een schitterende mozaïek dat Bacchus uitbeeldt.
Ook bij deze tempel voert een trap aan de oostkant
naar de ingang. Onderaan deze trap staat een toren uit de Mamelukse tijd.
We hebben circa 2½ uur over deze site gedwaald en heel wat informatie
naar binnen gestouwd.
Voor we de grens overgingen hebben we weer van een heerlijke lunch genoten
in een bakery.
Speciale broodjes met kaas, chilie of lamsvlees.
Bij de grens weer dezelfde formaliteiten alleen had nu de inreiskaart
een rode kleur.
's Avonds opnieuw bij Abu Camal gegeten. Een helemaal in zwart geklede
dame moest van haar man met de rug naar ons toe gaan zitten
en later werd ze nog verder weggezet. Vreselijk.
Foto's »
Woensdag 21 september:
Ontbijt om 7.00 uur. Het beloofde een mooie reisdag te worden.
Allereerst reden we naar Seydnaya,
waar het Grieks Orthodox vrouwenklooster op 2000 meter boven
zeeniveau is gebouwd. Er wonen nog 14 nonnen.
Op de trap is met veel fantasie, een vlek zichtbaar
in de vorm van de Heilige Maagd.
Het klooster is een pelgrimsoord vanwege een helaas
niet zichtbare Icoon die door de evangelist Lucas geschilderd zou zijn. Talloze
wonderen worden aan deze Icoon toegeschreven.
Daarna rijden we verder naar het pittoreske, christelijke
dorpje Maaloula. Het dorpje bestaat uit blauw geverfde huisjes,
opgestapeld als een blokkendoos en ligt ingebed
in de rotsen van het Qalamun gebergte. Het dak van het ene huisje is vaak de
stoep van het huisje dat er net boven ligt. Bijzonder
is dat de Grieks Katholieke bevolking nog steeds Aramees spreekt, de taal die
in de tijd van Jezus gesproken werd.
Onderweg stopte Khaled bij een vijgen boomgaard. Heerlijk zoet smaakte
deze kleine vijgen. Een Syrische boer liet ze ons ook proeven en
we maakten een praatje met hem, hij sprak Frans.
We bezochten eerst het klooster van Sergius
en Bacchus, naar verluid is dit de oudste nog bestaande kerk van Syrië en
misschien wel ter wereld. Er hangen enkele zeer
mooie, oude byzantijnse Iconen, van o.a. de heilige martelaren Sergius en Bacchus, het laatste avondmaal,
Christus, licht van de wereld uit de 17e eeuw, de heilige Martelaren Maria, 3 ervan zouden geschilderd
zijn door Michaël van Kreta.
Naast dit klooster konden we in een restaurantje genieten van een heerlijk
kopje koffie.
Van hieraf liepen we naar het klooster
van St. Thekla, van bovenaf konden we dit klooster fotograferen, ook
konden we de graven zien die in de rotswanden waren
uitgehouwen.
Daarna liepen we via een kloof naar dit klooster
toe. De heilige Thekla was een volgelinge van Paulus. Op haar vlucht tegen vervolging werd
zij gered door een rotswand die zich, op de plaats waar nu het klooster staat,
voor haar opende. Boven in het klooster staat de shrine
van St. Thekla en ook hier waren prachtige Iconen te bewonderen.
Laat in de middag kwamen we aan in Apamea.
Apamea is vooral beroemd door
de onwaarschijnlijke lange Colonnadestraat, de Cardus Maximus van
ca 2 km lang. Aan beide zijden van deze straat
bevinden zich overblijfselen van de baden, nymphaeum, openbare latrines, agora
etc. In het midden van de straat staat de Votif
Pilar dit was een herkenningspunt voor de bezoekers van de stad.
De
Jupitertempel, werd gebouwd onder Keizer Hadrianus, 117-138.
Er zat een Orakel dat zijn mening kenbaar maakte door het lezen van Homerus citaten,
een systeem dat in vaagheid en dubbelzinnigheid
niet onderdeed voor het Orakel van Delphi.
De resterende zuilen van de Bacchustempel hebben
een versiering die alleen in Apamea voorkomt, de cannelures lopen niet recht langs
de zuilschacht maar spiraalsgewijs.
Ook de zuilen rondom de Agora hebben een versiering
onder aan de zuil, die alleen voorkomt in Apamea.
Om 19.00 uur kwamen we aan in het Noria Hotel in Hama. We zijn met Fayez
wezen eten in een pas geopend hotel. Het hotel was schitterend, de bediening moest nog op gang komen,
zodoende aten we pas om 22.00 uur.
Foto's »
Donderdag 22 september:
Hama is een van de charmantste
steden van Syrië. De rivier de Orontes kronkelt dwars door het stadshart
en doet er de enorme oude waterraderen
(noria’s) kreunen. Hierom staat Hama bekend. Deze
raderen voorzagen vroeger de stad van water d.m.v. aquaducten en werden
ook gebruikt voor irrigatie doeleinden. De grootste van deze noria’s
hebben een diameter van ruim 20 meter.
Hama is ook het decor geweest van de zwartste bladzijde
uit de moderne geschiedenis van Syrië; in 1982 liet president Assad
hier zien wie er de baas was door een opstand ten
koste van ca. 10.000 doden bloedig te beëindigen. Drie weken was de
stad toen van de buitenwereld afgesloten en nog
steeds is de stad zichtbaar getekend door het geweld van toen!!
Vanuit Hama reden we naar de Kruisvaardersburcht
Crac des Chevaliers,
dit eeuwen oude kasteel heeft weinig onder de tijd
geleden en werd gebouwd op een zeer strategische
plaats, daar waar de enige natuurlijke doorgang was in de bergketen die zich
van Turkije tot Libanon uitstrekte. Het kasteel
ligt op de kam van een heuvel.
Het kasteel bestaat uit een dubbel uitgevoerd
murenstelsel. Het hart van bijna ieder middeleeuws
kasteel en de laatste toevlucht, de Donjon is in de binnenste verdedigingsgordel
opgenomen. Aan de zuidzijde was de burcht het gemakkelijkst
te benaderen, dus heeft men daar de meeste en zwaarste versterkingen aangelegd.
Tussen de 60 m. lange zaal aan de zuidzijde, die
stallen en een arsenaal bevatte, en het glacis lag het waterreservoir. Toen de
bezetting zich overgaf aan Baibars was er nog voor
3 jaar water over. Het talud aan de voet van de binnenmuren diende als extra
versteviging. Rechts boven het talud rijst de enorme
Donjon op. Achter de gotische logia of ridderzaal ligt een ruime eetzaal. Aan
de noordkant van het hof lag de Romaanse kapel,
alleen de vloer is nog origineel. De islamieten maakten er een Moskee van, zoals
altijd wijst de mirhab naar Mekka. Het graf in
de vloer is van Geoffrey de Joinville.
Achter de eetzaal strekt zich een 120 m. lange
zaal uit die tegelijk manschappen-verblijf en voorraadruimte was. Aan de zuidzijde
van de binnenplaats staan 3 grote torens; de oostelijke
is de Donjon. Lawrence of Arabië, die het kasteel bezocht was zeer enthousiast
over deze burcht en beschreef hoe de gouverneur
met zijn harem, koeien en vlooien in de Donjon leefde.
Ook bij de kruisvaarders
was dit een woontoren; zo is hier de fraai gedecoreerde
kamer van de grootmeester te vinden Al met al kregen we een goede indruk hoe de kruisridders en hun legers hier hebben geleefd.
Het uitzicht op het dak is geweldig; de Libanese bergen lijken vlakbij
en de witte burcht in Safita is ook goed te zien.
Tegenover de Crac lag een restaurant en daar werd een uitgebreide lunch
geserveerd met vooraf natuurlijk Metze, heerlijk al die
kleine hapjes.
Onze reis voerde verder naar het dorp Safita, gelegen
op een heuvel. De zware burchttoren op de top was al van verre te zien.
De benedenverdieping van de toren is nog altijd in gebruik als Grieks-Orthodoxe
kerk We zijn naar boven geklommen en hadden een prachtig uitzicht over
de vallei; we zagen inderdaad Crac des Chevaliers liggen. Deze burchten
hielden destijds onderling contact middels lichtseinen.
Op het einde van de dag kwamen we in Latakia aan. Latakia is een moderne havenstad in west Syrië aan de Middellandse zee.
Even langs het strand gereden, een zootje was het daar; een echt
strandleven kent men niet, behalve in de resorts.
Mannen mogen baden, vrouwen blijven dik aangekleed.
We logeerden in het Zanobia Hotel.
Voor het avondeten fruit gehaald, de lunch van ’s middags zat nog
erg hoog.
Internet-cafë ontdekt; werd in een kamertje apart gezet, mocht kennelijk
niet tussen de mannen zitten!!
's Avonds vertoonde Fayez een aantal dia’s van de bezienswaardigheden
van de komende dagen. Gerard voelde zich niet lekker en dook het bed
in.
Foto's »
Vrijdag 23 september:
Carry jarig, felicitaties voor Yvonne en Karel, daarna vertrokken we
weer. We zijn een goed gezelschap, altijd op tijd, geen gehakketak
en kunnen het verder prima met elkaar vinden.
Via steile weggetjes in een kleine Van reden we
naar de burcht van Salah-al Din.
Deze burcht was vroeger ook een kruisvaarderskasteel
en werd Qualaát Sahyun genoemd, maar sinds de verovering van Salah-al
Din spreekt iedereen van Salah-al Dins burcht.
De ingang ligt aan de zuidkant. Direct rechts zagen
we een flinke toren met 2 etages, geflankeerd door een Cisterne en door een grote pijlerzaal
die als stal dienst deed. Van groot belang was de zware,
2 verdiepingen hoge
Donjon. De muren zijn wel 5 meter dik.
De ophaalbrug is niet meer, alleen de enorme zuil
waarop deze brug gelegen was; deze zuil staat in een 18 meter diepe, kunstmatige kloof
die de burcht van de rest van de heuvelkam scheidt. Deze kloof is destijds in
de keiharde rots uitgehakt; dat is nog eens handwerk!!
In de “meidentoren” kregen we thee
met honing geserveerd en konden we genieten van het mooie uitzicht.
Het landschap waar we nu door rijden lijkt op Les Beaux in Frankrijk.
De lunch gebruikten we vandaag op een terras met uitzicht op de Orontes
vallei, ca. 3000 m hoog. Twee vrouwtjes bakten daar een speciaal
soort pannenkoeken, in een houtoven, met kaas, chili en tijm.
We reden door naar de kerk Sint Simeon waar
het paalzitten al meer dan 2500 jaar in handen is van de heilige Simeon. De man
heeft echt bestaan. Hij leefde van 389 tot 459
en vestigde zich in een klooster bij het huidige Qala’at deir Seman’an.
Zijn pilaar waarop hij zat was uiteindelijk 12
meter hoog. Vrij kort na zijn dood verscheen de grote en kostbare kerk te zijner
nagedachtenis.
Van de paal waarop hij gezeten heeft is weinig
over omdat de meeste pelgrims een stukje van deze paal meenamen.
In de kathedraal vonden we 5 verschillende kruizen:
Byzantijns kruis, Helios; Syrische kruis, Christelijk kruis, Malthees kruis en
het Grieks kruis. Yvonne heeft van al deze kruizen een foto gemaakt behalve van het Malthees
kruis.
Fayez liet ons en stukje mozaïek zien in de doopvont, Karel probeerde
dit met water schoon te maken, even zagen we een prachtig stukje en daarna
verdween het weer onder de modder.
Ook hebben we een stuk van de oude geplaveide weg naar Rome bekeken.
Tegen 18.30 uur kwamen we aan in het Al Faisal hotel in Aleppo.
Gezamenlijk gaan eten in een prachtig hotel vlakbij de Citadel. We zaten
op het dakterras, keken uit op de verlichtte Citadel en genoten
van het lekkere eten.
Bij terugkomst zijn Yvonne en Karel verhuisd naar een andere kamer, de
slang van de WC was kapot gesprongen.
Was geen geweldig hotel, het stonk er en het spuiten van rozenwater had
weinig resultaat.
Foto's »
Zaterdag 24 september:
Allereerst het museum in Aleppo bezocht, alle vertrekken zijn rondom
het binnenhof gegroepeerd en hebben veelal prachtige gedecoreerde raamlijsten.
Het museum omvat een mooie collectie archeologische vondsten.
Genoten
van een lunch.
De souk ingedoken, in deze souk lijkt de tijd stil te
hebben gestaan. Prachtig al die winkels met kruiden en allerlei handwerklieden
bezig met hun werkzaamheden. Ook nog een aantal mannen die een beetje
Nederlands spraken.
Yvonne heeft hier een mooie ketting gekocht met tekentjes van het ugarit
alfabet.
Vanuit de souk liepen we tegen de Citadel aan;
de imposante, 55 m. hoge citadel is de oudste kern van Aleppo, ca. 3000 jaar
oud.
Eerst even op het terras gezeten voor de Citadel
en daarna naar binnen gelopen.
Bij binnenkomst zagen we aan onze rechter hand
de onttakelde moskee van Abraham. In de muur zitten
2 pilaren van een oudere kerk en hier zou het hoofd van Johannes de Doper begraven
gelegen hebben. Verderop werd gespit naar de resten van de Hettitische Haddadtempel.
De grote Moskee van de Citadel heeft een rechthoekig
plein, met volop ruimte voor gebed en koranonderwijs. 's Zomers vinden
in het theater voorstellingen plaats.
De Mamelukse troonzaal ligt boven de ingang van
de citadel.
In de Jdeide wijk wonen veel christenen
en deze wijk staat nog vol huizen en paleizen uit de 17e en 18e eeuw. De RK kerk
die we bezochten heeft veel Moorse invloeden, maar
was prachtig om te bekijken. Zo ook de Armeense kerk, heeft alleen Maria altaren. Ook bijzondere winkeltjes stonden er in de Djeidewijk.
De was opgehaald en terug naar het hotel. Het restaurant bekeken waar
we 's avonds wilden eten en een soft drink genomen in het
Down Town café. Het eten smaakte goed. Er zaten over het algemeen
mannen en een aantal westerse vrouwen. De lokale vrouwen hebben
we niet gezien.
Foto's »
Zondag 25 september:
We trokken richting het oosten van Syrië.
Allereerst de Behaves bekeken,
lijken een beetje op een bijenkorf. Een familie woont er nog.
De meeste Behaves
zijn stuk en midden tussen die kapotte huisjes
staat een school; die is er neergezet als vredesteken na de enorme gevechten
die er destijds zijn geweest.
De ene helft van
de bevolking is naar het Oosten vertrokken en de andere helft naar Aleppo.
Verder oostwaarts zagen we veel ja knikkers in werking, overal wordt
olie uit de grond gehaald. Over de stuwdam van het Assadmeer reden
we naar het Jabar Fort, hier konden we even de benen
strekken. Fayez had hier willen picknicken maar we waren veel te
vroeg. Vanaf het Assadmeer volgden we de rivier de Eufraat en reden naar
Resafah.
De picknick was voortreffelijk verzorgd door Fayez en Khaled, hij had
er zelfs een fles witte wijn voor gekocht. Vond hij zelf ook lekker. We zaten in een bedoeïentent want buiten
was geen greintje schaduw.
Resafah; herbergt de restanten
van een oude Romeins Byzantijnse stad en pelgrimsoord
midden in de woestijn. De uit leemblokken opgebouwde
stadsmuren zijn al van verre zichtbaar in het kale en desolate landschap. Khaled reed ons rond het stadje.
We betraden de
site via de Noordpoort;
een van de mooiste Byzantijnse stadspoorten
die er nog zijn. Hij bestaat uit 2 kleinere doorgangen
en een grote. De reliëfs verkeren nog in goede staat. De versieringen bestaan
vooral uit wijnranken. Dicht bij de Noordpoort
staat de Martelarenkerk, even verderop staat een karavaanherberg
uit de Byzantijnse tijd. In het verlengde van
de straat naar de Noordpoort liggen enorme cisternen. De 2 grootste cisternen
zijn ruim 5 meter breed en meer dan 20 meter hoog.
![](assets/20050925 groepsfoto.jpg)
Ten zuidoosten van de karavaanherberg ligt Basilica
B. Dit was de oorspronkelijke
St. Sergius pelgrimskerk
uit het einde van de 5e eeuw. Vanwege de grote aantallen pelgrims voegde
men onder Justinianus een vierde zijbeuk toe. De middelste apsis was als kapel
ingericht; het ligt voor de hand dat hier de resten van de heilige Sergius lagen
begraven.
Men was volop bezig met restauratie, een van de werklieden heeft van
de groep een foto gemaakt gezeten op de bèma.
Onderweg gestopt bij een schaapskudde met 2 bedoeïenen hoedsters
en 1 hoeder. Hij wilde wel op de foto en dacht dat het een Polaroid camera
was zodat hij meteen de foto kon ontvangen. Mooi niet dus.
Daarna een stop voor kamelen, die vrij rondliepen in de woestijn.
Net na de zonsondergang kwamen we aan In Deir ez Zor en
stonden we op een prachtige hangbrug boven de Eufraat.
Veel bekijks van heren en jongens die met ons op de foto wilden. Even
later kwam er een dame in een chador voorbij en maakte met
een telefoontje een foto van ons, of dat niet modern is!!
We kwamen tegen zeven uur aan in het Ziad Hotel en Khaled bracht ons ’s
avonds naar een restaurant aan de Eufraat, niet geweldig.
Foto's »
Maandag 26 september:
Goed geslapen vannacht, wel schoten gehoord.
We vertrokken op tijd, we hadden 125 km. voor de boeg en even buiten
Deir ez Zor werd de richting naar Irak aangegeven.
Vandaag reden naar Dura Europos en
Mari, waar de bakermat van onze westerse beschaving, Mesopotamië,
ligt.
Er werd door Fayez en Khaled weer proviand
en water meegenomen want onderweg was niets te kopen.
Dura Europos is een fortcomplex
met tempels en een citadel van Hellinistische oorsprong.
We gingen via de Palmyrapoort naar binnen en als
eerste bekeken we de resten van de synagoge (244 A.C.)
Door opvulling middels zand
en puin hebben de fresco’s en schilderingen het laatste beleg doorstaan.
Kort na de opgravingen zijn deze naar het museum in Damascus
overgebracht.
In de noordwest hoek van de stad liggen o.a. de
resten van een klein Mithraeum; dit was meestal een ondergrondse
ruimte waar men het gebedsritueel kon meemaken.
Mithras was oorspronkelijk een Perzische God.
Iets noordelijker langs de muur
lagen de resten van de Ba’al tempel;
een muur met conische deuren en ramen stond nog gedeeltelijk overeind.
Verderop langs de muur, meer naar het Oosten ligt
wat er over is van het Praetorium, het hoofdkwartier van het Romeinse
kamp; het was bijzonder dat het binnen de bestaande
stad werd ondergebracht, normaal gesproken werd zo’n kamp buiten de wallen
gesticht.
Het Romeinse Kasteel van de Dux Ripae lag
bij de muur aan de rivierzijde. Vanuit een zuilengalerij aan de oostzijde had
de commandant een goed uitzicht over de rivier.
Van het theater (6500 V.C.) was
niet veel meer over dan alleen de onderaardse gangen. Door de Grieken werd er
met de bouw gestart en de Romeinen hebben dit theater
afgebouwd. Dit was een rond theater en werd alleen voor sporten (o.a. leeuwengevechten)
gebruikt.
Via de tempel van Zeus liepen
we naar de Agora, een groot marktplein, de huisjes die om het
plein gebouwd waren hadden ook de conische deuren.
De tempel van Atargatas was nog
redelijk intact. We konden de entree, het altaar en het sanctuarium goed onderscheiden.
Zij en haar echtgenoot Haddad hadden een wrede
cultus zoals kinderoffers.
Het kleine Odeon van de Artemis
tempel was nog bijzonder goed intact.
Snel nog even naar de resten van de andere Zeustempel,
de Christelijke Kapel en de Thermen gekeken.
De vluchtroute lag tussen de kapel en de Thermen
in.
Mari of Tell hariri ligt
zo'n 25 kilometer van Dura Europos verwijderd.
Franse en Italiaanse archeologen waren met de plaatselijke
bevolking druk bezig met de opgravingen. De hoofdattractie evenwel is het enorme paleis
van Zimli-rim, waarvan een deel onder een dak van kunststof ligt. Er
is ontzettend veel bewaard gebleven waaronder 25.000
spijkerschrift tabletten met handelsadministratie. Afgezien van het paleis zijn
er verder veel tempels teruggevonden.
In de tempel van Nini-Zaza zijn
veel beelden teruggevonden.
Van de archeologen mochten er geen foto’s van de site genomen worden.
De bevolking die er werkte wilde echter wel graag op de foto!!
Khaled, onze chauffeur, had voor ons de lunch voorbereid. Heerlijk met
een glaasje rode wijn erbij. Ook nu maakten we weer gebruik van een bedoeïenentent.
Terug naar het hotel, onderweg nog diverse stops om foto’s te maken
van katoenpluksters en kamelen met hun jonge drijvers.
Met z’n vieren te voet naar het Museum en nadien weer met de bus
naar hetzelfde restaurant van gisteren. Hij zou een speciaal gerecht
klaar maken maar dat viel goed tegen!!
Nog even met Fayez een aantal dia’s van Jordanië bekeken en
toen het bed weer in.
Foto's »
Dinsdag 27 september:
Wederom om 08.00 uur vertrokken, nu richting Palmyra (Tadmor)
We reden door de woestijn, een desolate vlakte met af en toe wat bedoeïenententen,
kamelen en hun drijvers en schaapsherders. Door de woestijn loopt
een asfaltweg, met af en toe een bocht naar links of rechts en verkeersborden
die de bocht aangaven, alsof we dat niet kilometers van tevoren konden
zien.
Vanwege de dag van Toerisme hoefden we vandaag nergens entree te betalen.
Ondanks diverse wegversperringen kwamen we net op tijd om het museum
te bekijken ca ½ uurtje!!
Palmyra (Tadmor) hebben
we in 2 gedeeltes bekeken, we begonnen bij de Ela Bells tombe,
het is waarschijnlijk het oudste Palmyrese familiegraf,
(1e eeuw A.C.) en heeft een vierkante vorm. In het familiegraf werden
de lijkkisten boven elkaar gestapeld tussen 2 wanden. Voor
iedere kist kwam een beeltenis te staan zodat men wist wie er begraven
lag. Tegen het plafond waren de afbeeldingen van 4 broers te zien en tegen de achterwand van de
tombe waren de zusters afgebeeld.
Daarna bezochten we het familiegraf van
de 3 broeders Male, Sadi en Nomai.
Deze tombe was in drieën verdeeld en had prachtige
gekleurde fresco’s.
Met onze bus reden we naar de Ba’al
tempel,
deze kwam gereed in het jaar 32, op de plaats waar eerder een
Hellinistische tempel had gestaan. Het eigenlijke
tempelgebouw, onderkomen van het godsbeeld, is relatief klein, maar staat in
een grote open ruimte waar offers werd geplengd.
Allereerst werd er door een priester een prachtig
dier als offer uitgezocht; deze dieren voerde men door een verlaagde doorgang
aan de westzijde het terrein op. Dan begon men
met de processie. Een kameel, bedekt met een kist waarin het godsbeeld lag, voerde
de processie aan, men liep 7x rond de offerplaats.
Daarna werd het dier geofferd, gekookt en uitgedeeld aan de gelovigen, als dank
voor het voedsel werd door de gelovigen nog drie
maal in processie rond de offerplaats gelopen.
Het altaar stond buiten voor de tempel, aan weerskanten
tussen het pad en de hoofdpoort en bij de tempelentree was een ritueel bad aangelegd.
Het vierkante tempelterrein is omgeven door een
zuilengalerij. De corintische kapittelen waren van brons, dat mogelijk verguld
was. Deze zijn allemaal verdwenen; in de Arabische
tijd werd dit brons omgesmolten tot wapens.
De balken van het plafond boven de
galerij zijn voorzien van reliëfs. Er zijn
nog verscheidene goden en een offerscène te zien. Er was een platform
waar de Ba’alpriesters zich tot de hemel
konden wenden om met hun God te communiceren of om astrologische berekeningen
uit te voeren.
Het tempelgebouw heeft in later eeuwen dienst gedaan
als kerk en moskee; op de muren zijn resten van fresco’s te zien en ook
de mihrab is er nog.
Fayez vertelde nog over een aantal details, o.a.
over een stuk zuil, wat gebruikt werd als sarcofaag voor de priesters en deze
werden later tussen de pilaren geplaatst.
Over de muur zagen we de “garden”. Een tuinman sprak Ineke
aan en verkocht een aantal granaatappels. Hij gooide ze over de redelijk
hoge muur en Ineke liet geld zakken.
Lunchtijd, weer een leuk restaurantje met een lekkere tomaat-aardappelschotel.
Hierna eerst naar het Middle East hotel, spullen weggelegd en het stadje
doorgelopen. Als eerste hebben we voor de meiden kamelen leren schoentjes
en sloffen gekocht. Daarna gekeken naar het vullen van glazen potjes
met zand en het maken van figuren. Uiteindelijk een terras ontdekt,
de heren hadden wel trek in een biertje.
Om 16.00 uur de bus weer in en weer op weg naar de site.
De bouw van Palmyra wordt gekenmerkt door een lange
zuilenstraat, of te wel de Cardo Maximus. Deze straat loopt
niet kaarsrecht omdat er al een tempel
van Nebo, een Mesopotamische orakelgod, en het Romeinse theater stond.
In de knikpunten zijn een tetrapyloon,
markeert een kruispunt en bestaat uit 4 voetstukken met daarop 4 zuilen, waartussen
een beeld stond opgesteld, en een triomfboog gebouwd.
In de Thermen van Diocletianus staan
nog
4 grote, monolitische zuilen van Egyptisch graniet. Aangrenzend het aquaduct met
de cisterne. Aan de overzijde,
bereikbaar via
2 doorgangen in de colonnade, ligt het vrij sterk gerestaureerde theater.
Rond het theater liep een monumentale straat. Aan
de zuidzijde van dit gebouw liggen de overblijfselen van het senaatsgebouw, aangrenzend liggen
enkele pleinen, zoals het Tarievenplein, genoemd naar de aldaar
gevonden stenen plaat met markt-, water- en belastingtarieven van
Palmyra (135 N.C.). Deze steen staat nu in de Hermitage te Sint Petersburg.
Net als de hoofdstraat was de agora rijk
versierd met beelden, maar de beste plaats was toch de Cardo Maximus. Op de zuilen
direct ten oosten van de Tetrapyloon liet Zenobia
in het jaar 272 beelden van haarzelf en haar man plaatsen, zo laten de inscripties
op de pilaren weten. Er staat een Griekse tekst
met daaronder de tekst in het Aramees.
In het oosten van de stad stonden enkele Byzantijnse
kerken waaronder een basilica uit de 6e eeuw. Helemaal
aan het uiteinde van de hoofdstraat staan de resten
van een Graftempel. In de glorietijd was dit een prachtig praalgraf
van een aanzienlijke familie.
Als laatste de troonzaal bezichtigd,
vanuit hier hadden we een prachtig overzicht van de site.
The prince of the green stond te wachten en we reden onmiddellijk naar
het hooggelegen kasteel voor de zonsondergang. Het leek wel of de hele
stad was uitgelopen voor het spektakel, zo druk was het daar.
![](assets/20050927 wachten op zonsondergang.jpg)
’s Avonds gegeten bij een vrij toeristisch restaurant, niet geweldig.
Foto's »
Woensdag 28 september:
We vertrokken om 9.00 uur. Overal woestijn met af en toe een fosformijn met
fabriek. In de Limestone zit veel fosfor. Spoorlijnen doorkruisen
de woestijn net als de asfaltwegen. Een spoorbaanwachter heeft een eenzaam
bestaan midden in de woestijn.
We pauzeerden bij het Bagdad café in de middle
of nowhere. Thee gedronken, kleine schaaltjes gekocht met Karel, flintstone
steen bekeken en we reden verder parallel langs de zijderoute. Af en
toe zagen we een caravanserai of de ruïne van
een kasteel. Fayez vertelde dat we ca. 2600 km. in Syrië hadden
afgelegd.
0m 12.30 uur stonden we weer voor het Al Patra hotel in Damascus,
langs het hotel bij een bakkertje gegeten.
Later naar een internetcafé voor de mailing en Yvonne ging geld
pinnen. Er was weer iets gebeurd want de automaten waren buiten
werking. Dan maar kijken waar we ’s avonds zouden gaan eten; komen
we een servicewagen van de
pinautomaten tegen en daar stonden een aantal mensen te wachten. Ja hoor,
Yvonne kon daar ook pinnen.
Nog nooit gezien in Nederland!!
Met z’n viertjes gewandeld naar het silk road festival.
De medespelers waren wel verkleed in Romeinen, Grieken etc. maar
het duurde zo verrekes lang dat we weer terug liepen naar het hotel.
Even opgefrist en gaan eten in een behoorlijke ballentent bleek achteraf.
De wijn was niet te zuipen, het bier smaakte niet geweldig en de frites waren
op. Mijn oosterse bonenschotel smaakte goed.
Donderdag 29 september:
We vertrokken met een ½ uur vertraging, onze chauffeur en gids
waren te laat.
Vanuit Damascus rijden we door een vulkaanachtig gebied. De lava as wordt
gebruikt als isolatiemateriaal.
We reden naar Shahba,
waar veel Druzen wonen; zij dragen een witte sjaal. Als zij
oud en wijs zijn hangt de sjaal aan een rode Fez.
Shahba is de enige stad
in de Hauran, die in de Romeinse tijd is gesticht; de andere oude steden
stammen uit de Hellinistische of Nabatese
tijd. We liepen over een stukje oude Romeinse straat naar
de zuidpoort, aan de rechterzijde staan nog 4 zuilen, ze hoorden bij een
nu totaal verdwenen tempel.
Het Forum met daaraan de
belangrijkste stadstempel lag niet direct aan het kruispunt van de cardo
en de decumanus maximus, maar iets terzijde.
Het Forum is nog met de originele stenen geplaveid.
Het theater ligt
hier vlak achter, het is kleiner dan in
Bosra maar ook heel fraai en gebouwd van basalt.
We liepen langs de Thermen,
waar men met restauratie bezig was, naar
het museum. Hier lagen prachtige mozaïeken op de originele plaats;
eigenlijk is het museum over de mozaïeken gebouwd.
Voor het museum hebben we met z’n allen koffie/thee gedronken met
een koekje.
Onderweg naar Bosra gestopt bij een Moskee voor Druzen. Boven op de kleine
toren staat een 5 ster, dat symbool is overgenomen van de Joden.
Bosra is een behoorlijk toeristisch plaatsje en Fayez
besprak eerst de “laatste gezamenlijke” lunch alvorens het
Romeinse theater binnen te gaan.
Het is een prachtig theater gebouwd met de donkere
basaltsteen en geeft daardoor een geheel ander beeld. Anders dan de meeste Romeinse
theaters is het vrijstaand gebouwd. Er was ruimte voor zo’n 15.000
toeschouwers.
Wij troffen een zangeres aan die de ruimte met
haar mooie stem vulde. Op het theater van Aspendos (Turkije) na is dit het best
behouden Romeinse theater.
Van het Nymphaeum is
niet veel meer over dan 4 corintische zuilen. Via de agora liepen we naar de Moskee
van Umar, allereerste in zijn soort, gebouwd door
een Omayyadische kalief in de jaren 634-644. Daarna staken we over naar de Haman
Majak, een Mameluks badhuis, wat een bijzondere
vorm had.
Van de Kathedraal is helaas weinig
over, alleen het koor en de zijvertrekken steken uit. Tegen de muren zijn nog
wat schamele resten van fresco’s te zien.
De fresco van Maria is nog herkenbaar.
De lunch was goed verzorgd en smaakte weer voortreffelijk. Afscheid genomen
van Fayez en Khaled en de bus in, richting Jordanië.
Onze nieuwe gids, heette ook Khaled, verzorgde de gezamenlijke visa.
The Prince of the green en Fayez brachten ons naar het hotel.
Daar de beide heren gedag gezegd en we kregen een breefing van Khaled
wat er de volgende dag op het programma stond.
Foto's »
We spraken af in de Pub van het hotel, dat was lachen, daar liepen animeermeisjes
uit de Oekraïne, maar tijdens de ramadan gingen ze voor een
maand terug naar huis; er was dan niets te beleven.
Wij heerlijk aan de witte wijn en het bier, we kregen er nootjes en popcorn
bij. Ook bonen, een Arabische gewoonte. De rekening was niet mis 33 J.D.
’s Nachts niet kunnen slapen door een vreselijke herrie in de Pub; een
groep Nederlanders die vroeg in de ochtend moesten vertrekken, vierden feest!!
Vrijdag 30 september:
Helga jarig vandaag, de felicitaties van Karel en Yvonne.
De dag begon rommelig, een uur te vroeg opgestaan, wintertijd was ingegaan,
en de informatie kwam bij het ontbijt, dus stonden we daar om 07.00 uur.
Een busje voor 8 personen stond voor ons klaar maar met 3 forse dames
konden we ons daar echt niet inpersen. Halfuurtje wachten op een
2e bus.
Jerash (Gerasa) stond
vanochtend op het programma.
Deze Romeins/Byzantijnse stad is vooral
beroemd vanwege het unieke, ovale forum,
maar ook om de prachtige zuilenstraat, theaters, diverse kerken en vele
andere bouwwerken.
Jerash is een van de weinige antieke
steden die zo goed bewaard is gebleven. Deze antiek stad ligt op ongeveer
50 km. ten noorden van Amman.
Khaled leidde ons langs
de Triomfboog van Hadrianus, helaas stond deze in de
steigers. Daarna passeerden we het Hippodroom, waarin
ook het door de Perzen geïntroduceerde
polo gespeeld werd. Via het Ovale Forum liepen we naar
de overblijfselen van de Zeustempel met het daarachter
gelegen Zuidtheater, waarin een aantal arabieren muziek
maakten.. Via de achterkant bezochten we diverse kerken met restanten
van mooie mozaïeken. Daarna kwamen we voorbij de Decumanus Maximus (de
rechtestraat van oost naar west).
De Artemistempel oogstte veel
bewondering vanwege de prachtige, hoge zuilen en hun versieringen. Van daaruit
kwamen we terecht op de Cardo Maximus (rechtestraat
van noord naar zuid) waar zich het Nyphaeum bevond in zeer goede
staat. Via de Agora liepen we weer
naar de uitgang waar de 2 chauffeurs hadden gewacht om gezamenlijk de lunch te
gebruiken.
Helaas een aantal van de groep vonden het lunchbedrag te duur en we gingen
onder wat gemor richting hotel.
Khaled vertelde dat hij morgen een andere groep zou gaan gidsen en dat
wij een chauffeur tot onze beschikking kregen voor de woestijnkastelen.
Daarna zou er voor onze groep een andere gids komen. Vlak bij het hotel
hebben wij met Karel en Yvonne wat broodjes gehaald en ter plekke
op gegeten.
’s Avonds zijn we op uitnodiging van Khaled bij hem thuis gaan eten. Midden
in een volkswijk op de 1e verdieping kwamen we in een behoorlijk appartement.
Zijn moeder had gekookt, die zagen we helaas niet. Hannah, zijn zus, bediende
ons. Het eten smaakte heerlijk, diverse onderwerpen hebben we in het kort besproken,
maar dan is hun visie vaak heel zwart/wit en oerconservatief. Het was een
bijzondere ervaring.
Met de taxi, die niet zo gemakkelijk te vinden was, weer terug naar het
hotel.
Foto's »
Zaterdag 1 oktober:
Een vriendelijk chauffeur stond ons om 9.00 uur op te wachten voor de
reisroute vandaag. Het vervoer liet ook dit maal te wensen over,
de schokbrekers hadden de beste tijd gehad en achterin zitten was niet
echt prettig. Maar goed we vertrokken naar het eerste kasteel.
Qasr al-Kharanah: dit
kasteel is een van de best bewaard gebleven Umayyad monumenten
in de Jordaanse woestijn. Het bevatte
61 kamers, gerangschikt op 2 verdiepingen rondom
een binnenhof. We vonden nog een aantal prachtige reliëfs op de muren.
Even verder op kregen we een schattig kasteeltje
te zien, alleen de ronde vorm van het dak Qasr Amra oogstte
al veel bewondering.
In deze rondingen binnen zagen we een aantal fresco’s;
niet allemaal even duidelijk meer, maar wel de moeite waard. Dit kasteel staat op de wereld erfgoedlijst van Unesco.
Dicht tegen de Iraakse grens troffen we het Qasr
Azraq, waar ooit Lauwrence of Arabië gelogeerd
heeft. Hier stond weinig meer overeind alleen de
zware stenen draaideur!!
Daarna van een lunch genoten met heel veel toeristen tegelijk. Tjonge,
wat was het druk in dat restaurant, maar het eten smaakte heerlijk,
niets op aan te merken. Na de lunch hebben we nog een werkplaats voor kunstnijverheid bezocht waar gehandicapten werken. Daar werden o.a. prachtige vazen gemaakt.
’s Avonds in het hotel gegeten en nog een afzakkertje gehaald in de bar.
Foto's »
Zondag 2 oktober:
Vandaag ontmoetten we Nazir, onze nieuwe gids. Van stal gehaald want
hij gidste niet meer. Hij was ook aardig op leeftijd en alles ging
in een wat langzamer tempo.
We kregen een grote bus en reden naar Madaba, een plaatsje
bekend door zijn mozaïeken.
In de Grieks-Orthodoxe St. Joris kerk,
die in 1884 gebouwd is op de resten van een byzantijnse kerk, ligt een prachtige
mozaïekvloer waarop het Heilige Land te zien
is. Jammer genoeg is maar een gedeelte van deze kaart bewaard gebleven. Duidelijk
zichtbaar op de kaart (we hebben een afdruk gezien)
zijn Jerusalem, de Dode zee, Jericho, Nablus, Hebron, de Nijldelta in Egypte
en het zuiden van Libanon. Wij hebben helaas de
echte kaart niet kunnen zien omdat er een dienst gaande was toen wij binnen kwamen
en de vloer met een kleed bedekt was.
Nazir wilde Madaba verder niet bezoeken, we moesten
door naar Mount Nebo. Daar konden we ook diverse mozaïeken
bewonderen.
Dit is een van die plekken waar de bijbelse verhalen
ineens tot leven komen.
God zelf zou Mozes opgedragen hebben om deze berg te beklimmen
ten einde hier voor het eerst (en laatst) een blik op het Beloofde Land te werpen.
Met helder weer hadden we tot ver over de Jordaan
vallei en de Dode Zee kunnen kijken, helaas het was behoorlijk nevelig.
Sommigen
geloven dat Mozes op deze plek begraven is en in
de 4e eeuw is er een basiliek over het graf gebouwd. Op de vloeren liggen prachtige
mozaïeken en ook de doopvont was zeer de moeite
waard.
Via de King’s Highway naar Bethany voor
de Baptism site: de plek waar Johannes de Doper in de Jordaan
de Christenen doopte, of zoals verteld, de plaats waar Jesus naar
toevluchtte nadat hij in Jerusalem met steniging was bedreigd.
Dit gebied is recentelijk ontdekt en wordt momenteel uitgegraven. Wel veel bewaking, waarschijnlijk omdat het zo dicht tegen Israël
aanligt. We hoefden enkel maar de Jordaan over te steken en we stonden
in Israël. Eigenlijk was er weinig te zien. Het was er bloedheet
en er zaten veel vliegen.
Daarna reden we naar de Dode Zee en verbleven een aantal
uren in het Dead See Spa Resort waar we begonnen met een uitgebreide
lunch. We hebben ons vreselijk tegoed gedaan aan de toetjes, teveel om
op te noemen.
In de Dode zee blijf je inderdaad drijven, de blubber
waar men zich mee insmeert is een dikke klei en achteraf moeilijk van
je lijf af te halen, maar het zou goed zijn voor je huid.
Nog een uurtje aan het zwembad gelegen en toen de bus weer in richting Petra.
De route was enigszins veranderd, we reden nu langs de Dode Zee, waar
we een standbeeld van de vrouw van Loth ontdekte,
prachtige geërodeerde bergketens, bijzonder gebied, waarin we naar
de zonsondergang zouden kijken bij Dana. Helaas
kwamen we te laat, de zon was net onder!!
Tegen 18.30 uur kwamen we in het Petra Diamond Hotel aan en wat schets
onze verbazing, het hotel had een terras en alcoholische dranken. ’s
Avonds was het heerlijk zitten bij een glaasje witte wijn en een pilsje.
Foto's »
Maandag 3 oktober:
Om 5.30 uur opgestaan.
Vandaag stond een bezoek op het programma aan Petra;
een stad door de Nabateeën uitgehakt in de rotsen, vermoedelijk 2200 jaar oud.
De Nabateeën waren waarschijnlijk nomaden, afkomstig uit het Noorden van
het Arabisch schiereiland.
Via een nauwe, door gesteentebreuk ontstane kloof
van 1250 meter lang, Al Siq geheten in het Arabisch, liepen we naar het Schathuis. Vroeg in de
ochtend stond de zon op de gevel en komende vanuit
de kloof hadden we een schitterend zicht op dit prachtige, zeer gave gebouw.
Op weg naar het stadscentrum zijn overal graven
te zien, voorzien van prachtige reliëfs.
Nazir, onze gids, moest weer even rusten en bleef bij een stalletje zitten
voor de thee, wij konden niet anders dan mee aan zitten.
Gerard liep vast wat vooruit om te filmen.
Via de straat der facaden liepen we langs het Theater.
Het centrum van Petra begon voorbij het theater en aan de rechter kant van het dal
zijn de 3 Koningsgraven te vinden.
Foto's »
In het stadscentrum aan weerszijde
van de Zuilenstraat bevonden zich winkels en andere openbare
gebouwen. Ook lag hier het Nymphaeum, daar stond nu een enorme
boom in zodat we even van de schaduw konden genieten.
De Temenospoort verleende toegang tot het tempelterrein, hier
staan op het ogenblik een aantal restaurantjes.
Hierlangs loopt
een pad in Noordelijke richting om al snel over te gaan in een serie trappen
van circa 800 treden.
Een wandeling van een klein uurtje bracht ons
boven bij het Klooster. De facade zag er hetzelfde uit als het
schathuis, alleen was deze onbewerkt.
Boven iets gedronken in het restaurant en dezelfde weg weer terug gelopen.
De lunch werd halverwege de terugweg in een van de restaurantjes gebruikt.
Terug naar het hotel, een ATM machine opgezocht voor geld en ’s
avonds in de tuin gezeten van het hotel onder het genot van een
wijntje.
Foto's »
Dinsdag 4 oktober: (begin van de Ramadan)
We mochten uitslapen deze ochtend!!
We vertrokken ca 10.15 uur met een enorme bus, we reden Petra uit en
hadden meteen een fotostop. Van bovenaf liet Nazir ons de ingang
van de kloof zien; als je zo over het landschap kijkt hebt je geen idee
wat daarachter verborgen is. Op de top van de berg achter de kloof
zou Aaron begraven liggen.
We rijden weer via asfaltwegen naar Wadi Rum, een gecreëerde
toeristisch plek, maar wel erg leuk. Bij aankomst werd er een lunch geserveerd
alleen voor ons. De Ramadan was net begonnen zodat de mensen in het kamp
niet meededen. Ook Nazir gebruikte niets.
![Wadi Rum](assets/20051004 woestijnsafari.jpg)
Na de lunch gingen we op weg met 2 “slechte”
4-wheel jeeps.
De woestijn was prachtig in kleur met mooie vergezichten. Naar de zonsondergang
gekeken en terug naar het kamp. De auto waar Gerard in zat ging als eerste
stuk, zij kregen hulp van een andere die achterop reed. Vlak daarna ging
onze auto stuk; de stuurstang was afgebroken!!
Uiteindelijke belandden we allemaal weer op het kamp. Overal stonden
papieren zakken met lichtjes erin, was een leuk gezicht. We kregen heerlijk
eten en een avond rond het kampvuur met Arabische muziek. We sliepen
in bedoeïententen of onder de blote hemel.
Foto's »
Woensdag 5 oktober:
Vroeg opgestaan en ontbeten, een aantal van ons zijn nog op verkenning
uitgegaan en hebben nog prachtige foto’s kunnen maken.
Met de bus naar Aqaba. We kregen een kamertje in hotel
Nairoukh en hebben daarna afscheid genomen van Nazir.
Aqaba een beetje verkend, genoten van een heerlijke lunch en ’s
avonds een borrel gedronken in de pub.
Donderdag 6 oktober:
Om 10.00 uur vertrokken we met de glasboot; Marianne ging duiken. De
jongeman die de boot bestuurde liet ons van alles zien, wist veel
te vertellen en zocht een plek waar we konden snorkelen.
Terwijl wij
daar ons aan over gaven maakte hij op het strand een kuil,
daarin verhitte hij stenen en legde daar 2 pakketjes op met vis en kip
groenten en aardappels en liet alles gaar stomen. Daarnaast een
salade en we zaten met z’n allen heerlijk te smikkelen.
Tegen 16.00 uur terug in het hotel en ’s avonds de Italiaan opgezocht.
Vrijdag 7 oktober:
Laat opgestaan, een rondje gemaakt door Aqaba en een bezoek aan het museum
en fort. Van het fort was niet veel meer over. De koffers ingepakt
en ’s avonds een traditionele maaltijd gegeten. Mansaf; gekookt
lamsvlees met rijst en groenten, kruiden en yoghurt.
Nog een afzakkertje in de pub en het bed in.
Zaterdag 8 oktber:
Om 5.30 uur opgestaan, ontbeten en daarna met een enorme bus naar het
vliegveld van Aqaba. We vlogen naar Amann, waar we
2½ moesten wachten op het vliegtuig naar Amsterdam. Veel turbulentie
onderweg maar 4 uurtjes later stonden we toch op Schiphol.
De trein terug naar Eindhoven en de vakantie zat er weer op.
Foto's »
Van Syrië hebben we enorm genoten, Jordanië viel wat tegen.
Maar al met al was het weer een bijzondere vakantie.
Irene
|