Rondreis India - Nepal
01 oktober t/m 29 oktober 1999.
Vrijdag
1 oktober: Amsterdam > Delhi
Vijf uur opgestaan, drie kwartier later stond Helga voor de deur, koffie
gedronken en op weg naar Schiphol. Het was al aardig druk onderweg. Tegen
8.00 uur kwamen we op Schiphol aan, samen ontbeten. Helga keerde weer
terug naar huis en wij liepen naar de incheckbalie nr. 12. Yvonne en
Karel voegden zich er ook bij.
Er waren 120 overboekingen; we kregen
geen stoelnummer, maar moesten ons zo snel mogelijk vervoegen bij de
boardingbalie. Hier werden onze tickets ingenomen, we konden plaats
nemen en moesten afwachten. Uiteindelijk kregen we een oproep en een
stoelnummer door. Daarna moesten we naar de security-officer waar allerlei
vragen gesteld werden over onze bagage en uiteindelijk konden we plaats
nemen in het vliegtuig. Karel en Yvonne zaten helemaal achterin. Rustige
vlucht gehad.
Om 22.30 uur plaatselijke tijd in Delhi geland meteen geld gewisseld
want men gaf een goede koers op het vliegveld. Om 23.30 eindelijk naar
de uitgang waar Marianne Muilerman, onze reisbegeleidster, de groep opwachtte.
Buiten stond de bus al klaar; we kregen een bloemenkrans omgehangen en
een bindi op het voorhoofd gedrukt. Het bleek dat de bus stuk was en
het duurde 60 minuten voordat deze gemaakt was. We waren moe en verlangden
naar ons bed. Op weg naar ons hotel zagen we mensen met kleine kinderen
slapen op de middenberm (2 stoeptegels breed) Dat was de 1e kennismaking
met India. Het was vochtig en heet. Tegen 1.30 uur lagen we in bed.
Zaterdag 2 oktober: New
Delhi (32 °C)
Verjaardag van Matmaha Ghandi
New Delhi is
de hoofdstad en de op 2 na grootste stad van India. In het midden
van de 17e eeuw ten tijde van de Mogols, bereikte de stad haar
hoogtepunt. Tijdens deze periode van rijkdom en rust werden
enkele van de mooiste gebouwen in Azië ontworpen. Later
werd Delhi het centrum van de
Britse overheersing. Vandaag is Delhi het administratieve hart
van
’s werelds op een na dichtsbevolkte natie.
Delhi bestaat eigenlijk uit 2 delen; “Old
Delhi” was de hoofdstad van Moslim India van halverwege de 17e eeuw tot
einde 19e eeuw.
Hier vonden we de meeste moskeeën, forten
en monumenten. In smalle straatjes de levendige en kleurrijke bazaars en een ongelofelijke
chaos. “New Delhi” werd door de Britten gecreëerd als hoofdstad
van India. Het is open en ruim opgezet, met brede avenues
en imposante regeringsgebouwen. In Delhi woonden 10 miljoen mensen.
Om 9.00 uur stond de bus klaar voor een stadstoer.
Als eerste reden we naar Qutab Minar,
een 73 meter hoge en schitterende bewerkte toren in een buitenwijk van Delhi.
Deze toren werd gebouwd ter ere van de komst van
de Islam in India (1190) De toren liep taps toe en heeft aan de basis een diameter
van ca 15 m. en aan de top slechts 2.5 meter.
Deze Minaret is gevestigd op een complex met moskeeën
en tombes; de gebouwen zijn niet onderhouden. Aan de voet liggen ruïnes van
de Quwwatul Moskee, de oudste moskee van het land en het 1e
Islamitische bouwwerk op Indiase bodem. Deze moskee bestond uit
een gebedshal en een door zuilengalerij omgeven binnenplaats met de befaamde IJzeren
Pilaar; deze pilaar roest namelijk niet. Geleerden
zijn het er niet over eens hoe dit verschijnsel verklaard moet worden; tests
hebben in ieder geval uitgewezen dat het ijzer uitzonderlijk
zuiver is.
We kwamen een groep schoolkinderen tegen, allemaal in uniform en heel
erg enthousiast.
De Alai-Darwaza Moskee is een
van de meest bijzondere paleizen van Islamitische cultuur. Het was een prachtig gebouw in rode steen gecombineerd
met gele kalkzandsteen.
Toen we naar buiten liepen begon een slangenbezweerder zijn deuntje te
spelen en natuurlijk kwamen zijn slangen omhoog; hij begon ook nog schorpioenen
uit te delen. Liever niet, maar op deze manier verdiende hij iets aan
de toeristen.
Met de hele groep geluncht, behalve Gerard die was goed beroerd, maar
ja als je in de bus zit moet je toch mee. Met de bus reden we naar de
Sikh tempel; onderweg zagen we een tempel in de vorm van en lotusbloem.
Het geheel is gemaakt van witte steen.
Bij de Sikh tempel werden we vooraf
ontvangen in een aparte kamer; daar kregen we allemaal een hoofddoek en moesten
we onze schoenen achter laten.
De Sikhs zijn te
herkennen aan de grote tulbanden en baarden.
Het was heel druk; de verjaardag
van Matmaha Ghandi werd gevierd.
In deze tempel kregen
de armen mensen 1x per dag gratis een maaltijd.
De Lakshmi Narayan tempel was
het volgende object wat bekeken werd. Zestig jaar oud is deze Hindoe tempel en
lag in het oude hart van Delhi.
De Jama Mashid Moskee, is de grootste
in India en tevens de laatste architectonische extravagante uitspatting van Sjah
Jahan.
Deze moskee heeft 3 ingangen, 4 torens en twee
40 meter hoge Minaretten uit rood zandsteen en wit marmer opgetrokken. We
mochten niet binnen vanwege het gebed; dan is de
Moskee alleen toegankelijk voor gelovigen. Rond deze Moskee liepen veel bedelaars, ook veel jonge kinderen die bedelden, dat deed
zeer…….
Het Rode Fort lag tegenover De
Jama Mashid Moskee en was de belangrijkste attractie nagelaten door de Mogols;
binnen in het Fort lagen ook nog een aantal schitterende
paleizen.
We liepen vanaf de Jama Moskee over de Bazaar Chandi Chowk terug
naar ons hotel. Het regende en we moesten een tijdje schuilen;
we hadden daardoor veel bekijks.
Om 19.30 uur zouden we eten in ons hotel; Gerard was zo beroerd dat hij
in bed bleef. Beneden aangekomen kreeg ik een Indiaas drankje “Lassie”, helaas
was ik daar geen liefhebster van. Ons voorgerecht bestond uit brood, kip, gepaneerde kaas en een groenterol;
daarna kregen we linzenprut, lamsvlees en kip in hete saus en mierzoet
kaascakeje als toetje.
Na het eten wilden we nog naar de bar; helaas was het vandaag een “dry
day”, dus geen alcohol en iedereen ging vroeg naar bed.
Foto's »
Zondag 3 oktober: New
Delhi > Mahansar
De bus stond al op ons te wachten. De bijrijder Sanjay laadde de bagage
in de bus en onze chauffeur voor de komende 15 dagen verwelkomde ons
met Namasté.
De 1e stop was bij een enorm beeld dat de God Shiva moest
voorstellen.
Om 10.00 uur hadden we al een koffiestop waar we pakora’s (deeg
gevuld met kaas of groenten) zouden proberen. Het smaakte goed.
Een winkeltje ernaast werd druk bezocht door onze groep; meteen toen
we binnen kwamen werd er al weer een bindi op ons voorhoofd geplakt.
De bedoeling was natuurlijk dat we iets zouden kopen. In het onderhandelen
waren we nog niet zo thuis, dus stelde hijzelf voor
3 voor de prijs van 2.
De lunch bestond uit rijst en diverse curry’s.
Om 14.00 uur hadden we motorpech!! Na 5 minuten reden we weer; half
uurtje later stonden we weer stil. De omgeving bekeken,
wat foto’s gemaakt van de plaatselijke bevolking en verder ging
het weer. Even later weer pech, zo bleven we aan de gang. In het volgende
dorp zou de bus toch na gekeken moeten worden. In Chirawa allemaal de
bus uit, we kregen thee aangeboden, de mensen waren heel vriendelijk
maar er werd weinig Engels gesproken. We hadden veel bekijks en de plaatselijke “mooie
dames” wilden zich er ook mee bemoeien.
De bus was weer gemaakt en wij gingen op zoek naar de volgende Hindoe tempel,
een prachtige kleurrijke tempel die gewijd was aan Khrishna.
In het donker kwamen we aan in Mahansar;
een klein, rustig plaatsje, gelegen in de landstreek Shekhawatie. Deze halfwoestijn
was vroeger een rijk handelsgebied. Mahansar werd
gesticht door Nawal Singh.
Centraal in dit stadje ligt het Narayan Niwas Fort. Dit
enigszins vervallen complex werd gerestaureerd en omgebouwd als hotel. We werden
ontvangen met een slinger en een tika. Onze kleine kamer lag pal achter
de keuken, een bed op de grond, lage stoeltjes en de badkamer was niks, maar
de sfeer was geweldig.
Foto's »
Maandag 4 oktober: Mahansar
We vertrokken redelijk vroeg naar Ramgarh waar we de Chatris
tempel (paraplu tempel) bezochten. Deze tempel was gewijd aan Hara Krishna en zijn vrouw Radna. Een
schitterend complex met fresco’s, reliëfs in prachtige kleuren.
Door naar Fatehpur voor het bekijken
van enkele Haveli's, oude koopmanshuizen.
Rijk geworden door handel in stoffen, specerijen,
indigo en opium lieten de kooplieden hier hun magnifieke residenties bouwen.
Van boven tot onder en op alle oppervlakken werden
deze huizen verfraaid met fresco’s. De thema’s waren verschillend:
religieuze verhalen, mythologische voorstellingen,
legenden, volksverhalen of familieportretten. De muren van een huis vertelden
iets over de stand van de bewoners. De schilderkunst
was vaak van hoge kwaliteit, maar de verwoesting van de tijd was al op vele
plaatsen te zien. Tegenwoordig staan veel Haveli's
leeg; sommigen zijn gekraakt door arme families en sommigen zijn omgebouwd
tot studentenhuizen. Het huis dat wij bezochten
werd bewoond door diverse families. Thee gedronken en gekeken naar een Brahmaan (persoon
uit de hoogste kaste) die pannenkoekjes bakte.
Hij gebruikte ook zijn linker hand; dat is ongewoon in het Hindoeïsme want
deze hand zou onrein zijn.
Bij terugkeer in het hotel het dorpje verkend; vies, vuil, rommelig,
stinken, dat was steeds de indruk die we van de steden en dorpen in India
kregen. ’s Avonds op het dakterras van ons hotel werd er Indiasch
eten geserveerd en dansen uit de regio opgevoerd. We hebben vreselijk
gelachen nadat we in de gaten kregen dat de danseres werd gespeeld door
een jongen. Zijn “gevulde B.H.” schoot steeds verkeerd.
Kennelijk mogen meisjes niet optreden, maar dit was uiteindelijk een
aanfluiting.
We hebben heerlijk gegeten en toen we ons bed indoken was het nog bloedheet.
Foto's »
Dinsdag 5 oktober: Mahansar > Bikaner
Vroeg op, ontbeten, rekening betaalt en op weg met onze “krakkemikkige
bus”. Bij onze bus zat de tank gelukkig op de goede plaats; de
bus die tegenover ons stond had de tank achter de stoelen staan, zo kan
het dus ook!!
Halverwege de ochtend een koffiestop aan het zwembad, konden we heerlijk
een uurtje zwemmen en de lunch gebruiken.
In Bikaner was de eerste stop
bij het immense Junagarh Fort, met vele paleizen en tempels
binnen zijn muren. Aan de buitenkant van dit fort zijn de sati handjes te zien. Deze handjes behoren aan vrouwen toe die zelfmoord gepleegd hebben als hun man overleden was. Dat was vroeger gebruikelijk in India. Een enkele keer komt dit nog voor ondanks dat dit verboden is.
Onze gids was een ontzettend aardige Indiër, sprak
goed en bedachtzaam Engels. Het fort werd gebouwd tussen 1588 en 1593 door Raja
Ray Singh, een generaal in het leger van de Mogol overheerser. Het fort
is in erg goede staat.
De rijke bekleding van zalen met prachtige reliëfs.
De fraaiheid is eigenlijk niet in woorden uit te drukken. In het Fort is een
museum ondergebracht; waarin het leven van de heersers
over Bikaner werd getoond.
De stad Bikaner was een goede pleisterplaats op
de zijderoute en voor andere karavanen. In de 19e eeuw kwam een eind aan het karavanen
vervoer en bracht de stad tot verval.
Vanaf het dak konden we ons hotel zien liggen; een gerestaureerd Maharadja
Paleis; we kregen een balzaal van een kamer; een feestje met 40 man zou
er goed gevierd kunnen worden. Op het terras voor ons hotel een pilsje
gedronken; het was nog steeds dorstig weer.
In een motor riksja met Yvonne en Karel zouden we ons naar het oude centrum
laten vervoeren; maar halverwege stapten we uit; we wilden tussen de
bevolking in de sfeer proeven.
Het was een echte cultuur shock; koeien,
motor riksja’s, fiets riksja’s, bussen, auto’s, voetgangers,
karren met buffels en kamelen, daartussen stond een agent het verkeer
te “regelen”!!
Niemand keek naar hem, iedereen deed precies wat hij of zij zelf wilden.
Een grote chaos, ontzettend veel herrie en een vreselijke stank. Veel
bedelaars en op de plantsoenen armzalige huisvesting voor de mensen uit
de laagste kaste.
Foto's »
Woensdag 6 oktober: Bikaner > Jaisalmer
Uitgeslapen en met 4 dames ontbeten. Yvonne en Karel waren met de rest
van de groep al vroeg op weg naar de Karni Mata tempel.
Deze tempel wordt ook wel Rattentempel genoemd; duizenden ratten krioelen
langs je voeten en worden speciaal gevoerd met melk.
Daar hadden wij dus geen zin in. Wij bezochten de levendige Bazaars rondom
de oude stad Kota Gate; een paar zogenaamde studenten liepen met ons
mee en lieten ons het een en ander zien. Van een “heilige man” mochten
we, na betaling uiteraard, een foto maken.
Regelmatig reed een trein dwars door de stad en langs de markt, als die voorbij was en de spoorbomen werden niet meteen omhoog gehaald kroop en sloop iedereen hieronder door. De laatste zondagmarkten in deze straat waren een totale chaos.
Nadat iedereen weer terug was van de rattentempel vertrokken we, via de Thar woestijn naar Jaisalmer,
de gouden stad. Jaisalmer lag vroeger net als Bikaner op de kamelenroute
van India naar Centraal Azië. Nog steeds waren kamelen alom aanwezig
in het straatbeeld. De op een heuvel gelegen stad was omgeven door een
enorme stadswal die bij zonsondergang een gouden kleur aannam.
We liepen door smalle steegjes met muzikanten die speelden
voor geld, langs een school met kinderen in uniform en al die koeien die overal
in de weg staan of liggen en dan nog niet te spreken over de koeienvlaaien.
We belandden op een plein met de mooiste Haveli Manok Chowk genaamd. Op het plein stond een man met een dikke snor, die rolde hij uit voor geld!! Manok Chowk is gelegen buiten het fort en aaneen gebouwd voor 5 zonen. Twee delen waren in gebruik genomen door de regering.
Een gedeelte werd bewoond, deze man had hier een antiekzaak en hij liet
de oude Belgische kamer zien vol met spiegels.
De plafonds waren ook heel fraai bewerkt. Karel en Yvonne hebben hier
een oude opiumdoos gekocht.
Circa 18.30 uur kwamen we in ons hotel Dhola Maru aan. Koffers uitgepakt
en gedoucht en een uurtje later bracht een riksja ons voor
30 rupees naar Trio, een restaurant waar we heerlijk gegeten hebben.
Hij zou ons ook weer terug brengen dus bleef hij netjes wachten.
Foto's »
Donderdag 7 oktober: Jaisalmer
De riksja boy stond ons al weer op te wachten. Voor 60 rupees zou hij
ons helemaal boven in het Fort brengen. Helaas bij de poort van de burcht
mocht hij niet verder; in het Fort was dit gereserveerd voor andere riksja
jongens; dus liepen wij verder naar boven. We werden steeds aangesproken
voor alles en nog wat en om van het gezanik af te zijn namen we een gids.
Jaisalmer is een van de grootste volledig bewaarde versterkte steden ter wereld en is gebouwd op een plateau dat tot 76 meter Boven de omgeving uittorent. Het omvat het koninklijk paleis, 7 versierde jainistische tempels, waarvan de Jain Dharma tempel de fraaiste beelden heeft. Ook heeft het Fort 4 monumentale toegangspoorten. De stad staat op de Werelderfgoed lijst van Unesco.
Boven op de burcht hadden we een prachtig uitzicht over de hele stad.
Op de muren lagen ronde, stenen kogels of ballen. Onze gids vertelde
dat bij een aanval van buitenaf op de 1e poort inwoners klaar stonden
om bij binnen dringen van de vijand deze te bekogelen met de ronde ballen.
Bij poort I kon men de
2e poort niet zien; bij poort II kon men de 3e poort niet zien, etc. Zo
beschermde men zich zo goed mogelijk tegen de vijand.
De gids leidde ons ook langs het oudste vrouwtje, 106 jaar(?), van Jaisalmer.
Voor Inge kochten we een eensnarig muziekinstrumentje en uiteindelijk
kwamen we terecht bij een juwelierszaakje van zijn broer, moet kunnen.
Foto's »
Vrijdag 8 oktober: Jaisalmer > Jodhpur
De tocht voerde door het desolate woestijnlandschap van Rajasthan.
Onderweg zijn we gestopt bij een leisteengroeve; kilometers lang wordt er leisteen gewonnen. De werkomstandigheden in deze groeven zijn bar slecht.
Jodhpur, de op een na
grootste stad van Rajasthan, gelegen aan de rand van de Thar woestijn
werd in 1845 gesticht.
Deze ommuurde stad heeft een netwerk van straatjes en
steegjes met een bijzonder exotische sfeer. De Brahmanen ontdekten eeuwen geleden
dat de kleur blauw de insecten afweerde, waarna veel huizen blauw werden geschilderd;
een andere reden was dat deze verf goedkoop
en de kleur van de God Vishnu was. De blauwe kleur hield de huizen heel koel. Jodhpur
wordt dan ook wel de “blauwe stad” genoemd.
Na aankomst in het hotel en het verdelen van de kamers gingen we met
de groep in
5 riksja’s naar het centrum van de stad. Ook hier weer
veel koeien en heel veel bedelaars en overal een zootje. De volksdrank
van India “Lassie” werd door menigeen van de groep genuttigd
en daarna gingen we op weg naar de klokkentoren, Ghanta Ghart. De klok wordt tikkende gehouden door Mr. Modh en zijn familie. De Sardat Market Girdikot was zoals overal rommelig behalve de groentenmarkt.
Foto's »
Zaterdag 9 oktober: Jodhpur
Om 8 uur vertrokken we in 4 jeeps voor een tocht door de Thar woestijn.
De Thar woestijn heeft een vegetatie van o.a. de Prosopis
Cineraria boom, deze boom heeft lange wortels om diep uit de grond water
te kunnen halen. In de zomer staat hij iedere 20 dagen in bloei en zo
kunnen de dieren hun voedsel vinden in de woestijn.
Op deze tocht kwamen we door dorpjes van halfnomadische
Bishnoi. Het was indrukwekkende om te zien hoe deze mensen een bestaan
hebben opgebouwd in dit onherbergzame, afgelegen gebied.
De bevolking leefde hier nog zeer traditioneel
en was nog zeer duidelijk in “kasten” (sociale groepen) ingedeeld.
Het kastenstelsel is een strak hiërarchisch
systeem waarin de hogere kasten worden gezien als ritueel zuiver en de lagere
kasten als ritueel onzuiver worden beschouwd. De
kledij in deze streek was traditioneel, dit was aan de tulband van de mannen
en de rok van de vrouwen vaak te zien.
In het eerste dorpje hadden we veel bekijks. De bevolking woonde in kleine
hutjes. De meisjes hier worden nog steeds uitgehuwelijkt;
zij gaan dan thuis bij de jongen wonen en uit eerbied voor schoonmoeders
dragen zij een sluier want er kan maar een vrouw de baas zijn in huis.
In een ander dorpje hebben we opiumdrank geproefd, volgens een bepaald
procédé werd dit drankje door de dorpsoudste gemaakt,
het had niet veel invloed op ons.
Lopend gingen we naar het volgende dorp Salawas, waar
men katoenen kleden weefde. De handelaar in kleden gaf een demonstratie
bij een weefgetouw, waar men halverwege een prachtig kleed was. Hij verzekerde
ons dat er geen kinderen beneden 16 jaar meewerkten.
Een kleed gekocht en met creditcard betaald; had daar een apparaatje
voor, geweldig in the middle of nowhere. Daarna werden we verwend met
een uitgebreide lunch.
Terug in Jodhpur brachten we een bezoek aan het Mehrangarh Fort,
een prachtig Rajput fort met een uitgebreid museum. Bij
binnenkomst hingen honderden vleermuizen boven tegen balken. Ook dit
was een prachtig Fort, op de binnenplaats speelde een muzikant dwarsfluit,
in een ander hoekje zat een oude baas met schitterende tulband een waterpijp
te roken, prachtige zalen, excentrieke meubels en mooie bewerkte muren.
In het geheel leek het alsof we dwaalden door het sprookje van duizend-en-een-nacht.
’s Avonds zijn we op aanraden naar het Rastajali restaurant gegaan; zou
van de vader van onze gids zijn.
Hij zag ons al van verre aankomen en
liet ons zien waar we binnen moesten gaan. We liepen naar het dakterras; het
zag er niet uit, oude stoelen, wankele tafeltjes, maar het eten was verrukkelijk.
Foto's »
Zondag 10 oktober: Jodhpur > Udaipur
Vroeg op, ontbeten en om 7.30 uur vertrek. Tijdens de theepauze om ongeveer
10 uur zaten we in een klein paleisje, een groep Franse toeristen deelde
de ruimte met ons.
Op weg naar de Jaintempel werden we steeds aangesproken door bedelaars, verkopers, riksja rijders; we never walked alone!
De Jaïn-tempels
van Ranakpur, deze lagen in een mooie groene vallei. Het enorme tempelcomplex
was een lust voor het oog. Prachtig in steen uitgehouwen
decoraties en van de 1444, die deze tempel telde, was er niet een dezelfde. Een zuil staat niet recht omdat alleen God volmaakt
is en de mens die deze tempel bouwde niet!! Het Jaïnisme is een godsdienst
in Noord India, die tegelijk met het Boeddhisme
is ontstaan circa 400 jaar voor Christus.
Voordat we binnen mochten moesten eerst
onze schoenen uit, de lokale bevolking aan de ene
kant en de toeristen, tegen betaling, aan de andere kant van de trappen. Water
mocht niet mee naar binnen, al leren riemen moesten af.
Onze gids priester behoorde tot de hoogste klasse en was erg hautain. Hij rende
met uitleg de tempel door en binnen een kwartier
was hij klaar; naar ons idee ontving hij voor deze rondleiding teveel geld.
De vlaggen die over het hele tempelcomplex waaien
worden ieder jaar door dezelfde familie gemaakt en opgehangen.
Na dit bezoek reden we door het Arvalli gebergte naar
het zuiden en bereikten Udaipur.
Udaipur werd gesticht door Maharna Udai Singh
II. Deze oase in de woestijn wordt ook wel het “Venetië van
het Oosten”genoemd.
Het rustieke meer, de heuvelachtige omgeving en een sprookjesachtig paleis
in het midden van het meer geven deze witte stad een romantische uitstraling.
De stad kreeg wereld-beroemdheid door de James Bond film “Octopussy” die
hier deels werd opgenomen. Udaipur staat verder bekend om zijn miniatuur
schilderkunst.
De bus kon niet bij het hotel komen, met riksja’s werd onze bagage
afgeleverd en wij liepen er naar toe. We kregen een piepklein kamertje,
maar goed, we konden slapen. ’s Nachts viel de elektriciteit uit,
geen fan, bloedheet en tegen alle regels in 2 ramen opengezet en maar
hopen dat er geen muggen binnen kwamen.
Maandag 11 oktober: Udaipur
Uitgeslapen, lekker ontbijtje gehad en toen de stad in. Aan de poort
van ons hotel stonden diverse riksja’s en gidsen te wachten. Wij
liepen naar de wasplaatsen toe, die lui liepen natuurlijk mee, zij waren
in Holland geweest met een tentoonstelling van miniatuur-schilderijtjes
en of we toch niets eens wilden kijken. Meegegaan, Karel en Yvonne hebben
een prachtige miniatuur gekocht tegen een zeer acceptabele prijs.
Daarna
het City Palace, het grootste paleizencomplex van India,
bezichtigt. Tijdens de rondgang door het paleis liepen we door de vele
met glaswerk en siertegels gedecoreerde vertrekken. Ook zagen we prachtige
glas in lood ramen. Naast het paleis lag de
17e eeuwse Jagdish tempel, met fraaie uit steen gehouwen
versieringen; ook deze tempel is gewijd aan Vishnu. Een van de hoofdgoden
van het Hindoeïsme.
’s Avonds gegeten bij Natural View, goed restaurant. Er was wel een bepaalde
ceremonie voor het schenken van bier. De bierfles werd gewikkeld in een servet,
de glazen werden door de ober ingeschonken en dan werd de fles onder tafel gezet.
Later kwam hij terug met een stalen karaf, schonk het restant van het bier hierin
en zette de karaf op de tafel. Iedereen gelukkig, de gasten waren tevreden en
niemand zag dat er alcohol geschonken werd.
Halverwege het eten liep Gerard terug naar het hotel, werd ineens niet
goed.
Dinsdag 12 oktober: Udaipur > Roopangarh
Om 5.00 uur moesten we opstaan, waarom begreep niemand. Om 6.00 uur vertrekken.
11.30 lunch en tegen 15.00 uur kwamen we in Roopangarh aan. Het dorp
liep uit; apies kijken. In het Fort werden we verwelkomd met een rode
rijst stip en we kregen een lintje om de rechter arm, iets van een vriendschapsbandje.
Het was genieten op het dakterras, heerlijk rustig en dat waren we niet
meer gewend.
We hadden overigens een meesterlijke kamer.
Voor het diner kregen we een voorstelling van marionettenpoppen, wel
leuk.
De eetzaal van dit Fort was behoorlijk groot, het eten smaakte
goed.
Woensdag 13 oktober: Roopangarh > Jaipur
Voor vertrek het dorpje nogmaals bekeken en om 11.00 uur reden we richting
Jaipur. De weg daar naar toe was erg druk en we zagen veel ongelukken.
Circa 14.00 uur kwamen we in ons hotel, Chirmi Palace, aan. De bediening
tijdens de lunch was zo traag, het duurde 2 uur voordat er iets op tafel
stond en als we keken zagen we alleen maar wiebelende hoofden.
We reden
met motorriksja’s naar het oude centrum, dat was een behoorlijk
end. Hij zette ons af bij de Ajner-ghate; hier achter
lagen grote bazaars met zilveren sieraden en zijden stoffen. We wilden
zijden stof voor een lakenzak, zijde neemt weinig ruimte in en is heerlijk
om in te slapen. Achter Yvonne bleef een man lopen met poppen, zijn prijs
zakte na iedere bocht en toen we bijna bij het paleis der Winden (Hawa
Mahal) waren vroeg hij 100 rupees voor 3 poppen. Yvonne kon toen de verleiding niet weerstaan.
Jaipur, ook wel de roze
stad genoemd, is de hoofdstad van Rajasthan. Deze stad heeft
bijna 2 miljoen inwoners en we vonden er eenzelfde
chaos als in de andere steden. Riksja’s, fietsen, auto’s,
bussen, kamelen met karren soms zelfs olifanten en dan de koeien niet
te vergeten. Alles liep ook hier door elkaar. De vrouwen in kleurrijke
sari’s banen zich hier een weg doorheen voor de dagelijkse boodschappen.
Het beroemdste bouwwerk van Jaipur is het Paleis der Winden.
De prachtige gedecoreerde gevel domineerde de hoofdstraat.
Dit paleis werd vroeger gebruikt door de vrouwen van de Maharadja, die zich
niet in het openbaar mochten vertonen, om hen in staat te stellen de processies
van het dagelijkse leven op straat te
bekijken, zonder dat zijzelf gezien werden. Het
gebouw had 5 verdiepingen en 953 ramen.
De middag verder doorgebracht met winkelen, ook nog even naar huis gebeld.
Donderdag 14 oktober: Jaipur
Vroeg reden we naar het AmberFort,
11 kilometer buiten Jaipur. Het Fort was weer een mooi voorbeeld van Rajput architectuur.
Het Amberfort is een uitgebreid complex van paleizen
en tempels met als absoluut hoogtepunt de prachtige spiegelhal; men deed deuren
aan beide kanten dicht en d.m.v. kaarsjes leek het net alsof we in het heelal
keken, allemaal sterren.
We dwaalden door Diwan-i-Am, zaal
voor publieke audiënties. We zagen de fontein in de Sukha Mandir;
de vrouwentuin en het vrouwenpaleis die bewaakt
werd door Eunuchs. De gids vertelde ons dat een Eunuch zo geboren werd en niet
gemaakt.
We liepen via een andere weg terug naar de bus, aan beide kanten zaten
wel honderd bedelaars, dat had ik achteraf graag geweten,
dan had ik het “bedelgeld” anders verdeeld.
Werden ook overspoeld met allerlei koopwaar. We reden met de bus langs een zilversmid, de bedoeling was wel dat we wat kochten, zo ook bij de
textielfabriek.
Dat was eigenlijk wel leuk om te zien; hier liet men
zien dat de tafelkleden bedrukt werden via block printing. Wel een tafelkleed
gekocht met olifantjes. Ook een blokprint meegekregen van de olifantjes.
Yvonne en Karel pakten het groot aan en kochten
een vloerkleed; konden ze niet meenemen moest worden opgestuurd. Achteraf
is dat allemaal goed gelukt en ligt nu bij hen in de zitkamer.
Foto's »
Vrijdag 15 oktober: Jaipur > Agra
Om 6.30 uur was het weer tijd om op te staan. Rond de middag kwamen we
aan in het dorp Bharatpur; we gebruikten eerst de lunch
en daar stonden fietsen voor ons klaar. We zouden de middag fietsend
doorbrengen in een vogelpark genaamd Keoladeo National
Park. Dit park staat bekend als de thuisbasis van zo’n 230 vogelsoorten. Zeldzame, zoals de Siberische kraanvogel, overwinteren in Keoladeo. Dit park werd in 1985 opgenomen in de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Dat was een welkome, schone en rustige afwisseling tussen alle drukte
door.
Nadien reden we in enkele uren naar de Mogolstad Fatehpur Sikri die
in de 16e eeuw door keizer Akbar gebouwd werd in 1572 en om nog onduidelijke redenen werd de stad na enkele jaren verlaten. De stad met zijn monumenten zijn een prachtig voorbeeld van de Mogol architectuur. De Jama Mashid Moskee is de grootste moskee met de hoogste
poort van India.
Iedereen moest zijn schoenen uittrekken, degene die in een korte broek
liep kreeg een tod om zijn of haar middel geslagen, daar moesten we dan
meteen voor betalen. Diverse groepsleden verrekte dat en zij werden door
de lieden steeds lastig gevallen. De moskee op zich had veel moois te
bieden o.a. prachtig houtsnijwerk.
Irritante kooplui trokken en plukten aan ons tijdens de wandeling terug
naar de bus. Ontzettende agressieve mensen in deze omgeving.
Agra ligt niet meer in Rajasthan, maar in de deelstaat Uttar Pradesh.
Ten tijde van de Mogol overheerser Akbar bereikte de stad zijn hoogtepunt.
De kleinzoon van Akbar, keizer Shah Jahan liet de Taj Mahal bouwen. De
Taj Mahal is een van de belangrijkste toeristische attracties van Agra.
Wij kwamen om 19.00 uur aan in ons hotel Amar.
Lekker gegeten en op tijd naar bed.
Zaterdag 16 oktober: Agra
Om 5.00 uur stonden we op en drie kwartier later zaten we in de bus naar
de Taj Mahal.
Bij zonsopkomst zou de Taj Mahal op
zijn mooist zijn. Om 6.00 uur dachten we dat we er waren, helaas moesten we toen
nog 10 minuten lopen. Uiteindelijk met paard en kar
naar de ingang gereden. Het was druk en daar stonden we dan te wachten.
Heel langzaam gleed de zon over het spierwitte
gebouw, het was inderdaad een adembenemend gezicht.
De Taj Mahal werd gebouwd door Sjah Jahan uit
liefde en ter nagedachtenis aan zijn overleden vrouw. Het verhaal gaat dat
de keizer de allerberoemdste architect uit Perzië liet
komen en tegelijkertijd zijn verloofde liet doden. De architect begreep toen
het vreselijke verdriet van de keizer en was daarom
in staat de Taj Mahal te bouwen. De Taj Mahal is gebouwd uit marmer; de
wanden van het hoofdgebouw waren versierd met verzen
uit de koran. Verbazingwekkend was dat het hele gebouw absoluut symmetrisch
is tot het graf van de Keizerin.
Dit hadden we
niet willen missen.
Terug naar het hotel, ontbeten en Gerard dook het bed weer in voelde
zich niet fit.
Met 9 groepsleden reden we naar de Itmad-Ud-Daulahs graftombe;
imposante graftombe gebouwd door Keizerin Nurjahan om de herinnering
aan haar vader levend te houden. Haar moeder zou hier ook begraven liggen.
Dit monument is ook gebouwd uit marmer en in de muren
zijn edelstenen verwerkt. Deze graftombe wordt ook wel de baby Taj Mahal genoemd;
was trouwens ook de voorloper van de Taj Mahal. Veel apen zaten rondom deze graftombe, ook hele kleintjes en dat is altijd
schattig.
Hierna op weg naar het Rode Fort;
dit Mogolpaleis werd halverwege de 16e eeuw gebouwd aan de oever van de Yamuna;
vanaf hier hadden we een prachtig uitzicht op de
Taj Mahal. Binnenin een aaneenschakeling van marmeren paleizen, moskeeën
en weelderige tuinen De vestingmuren van rood zandsteen
moesten de keizerlijke stad beveiligen.
De structuren die de bogen en pilaren verfraaiden
lieten ornamentele motieven zien die in elkaar overliepen. Al met al gaf dit
Rode Fort ons een indruk van de macht en rijkdom
destijds.
Geluncht en daarna de bagage in de kamer van Karel en Yvonne gezet; deze
kamer had Marianne gehuurd tot 18.00 uur en iedereen kon zijn bagage
daar kwijt. Gerard was weer wat opgeknapt en heeft er een rustige middag
van gemaakt op het terras bij het zwembad.
Tegen 18.00 uur met een aantal riksja rijders naar de Pizza Hut; als
deze rijders mensen voor de Pizza Hut afzetten, kregen ze iets te drinken.
Om 20.00 uur vertrek met de bus naar het station. Dat duurde een behoorlijke
tijd en ook waren er onderweg dorpsfeesten, daar kwamen we heel langzaam vooruit zeker het moment dat de dorpelingen
onze bus bij hun feest betrokken. Circa 500 meter van het station moesten
we uitstappen. De bagage werd verdeeld onder de bagagelopers; daar liepen
dan groepsleden mee en andere van de groep bewaakten de overige bagage
bij de bus. Dat was heel hard nodig. Na een klein uurtje stond alle bagage
op het perron. De bagage van Gerard werd door iemand vervoerd op zijn
hoofd met daarop nog een aantal andere koffers.
Om 23.00 uur kwam de
trein, we hadden 4 minuten om de slaapcoupés te vinden. Een aantal de trein in
en middels doorgeven van alle bagage zaten we op tijd op onze plaatsen.
Van slapen is deze nacht niet veel gekomen, te rommelig en te veel lawaai.
Foto's »
Zondag 17 oktober: Agra > Varanasi
Om 6.00 uur wakker, alles stond klaar. We moesten wachten op het teken
van Marianne; geen teken. Een Indiër gaf aan dat wij in Varenasi
waren aangekomen dus met alle geweld net op tijd de trein uit. De bagage
werd weer door dragers naar de bus gebracht.
Om 9.00 uur aangekomen in hotel India, ontbeten (waardeloze bediening)
en daarna naar onze kamer voor een douche. Met een motorriksja naar de
oude stad. Dit was een hele belevenis; smalle straatjes, stank, herrie,
ontzettend veel mensen, niet te beschrijven;
dit sloeg alles tot wat we op heden hadden gezien.
Varanasi, de stad der
steden, “eeuwige stad”, gelegen aan de Ganges is een van
de belangrijkste pelgrimsoorden van India en één van de
zeven heilige plaatsen. Als er een stad is die tot de verbeelding spreekt
en het magische en mystieke van India vertegenwoordigt is dat
wel Varanasi. De stad is al meer dan 2000 jaar een centrum van beschaving
en onderwijs! Pelgrims en studenten uit heel India stromen
jaarlijks in groten getale toe, om te studeren, om zich te baden in de
Ganges en om er te sterven. Als men sterft in deze stad kan
men volgens hun geloof in een keer toetreden tot het Nirvana, de hemel.
Vroeger heette Varanasi, Kashi en later Benares.
De naam Varanasi is een in ere herstelde oude naam en betekent “stad tussen 2 rivieren”, de Varuna
en Asi. Het is de stad van de God Shiva en dit uitte zich in de vele tempels.
Lingams en afbeeldingen van hem.
We dwaalden door nauwe steegjes en straatjes van de oude stad, die bevolkt
werd door vele pelgrims en heilige mannen en kwamen uiteindelijk bij
de wasplaatsen terecht aan de Ganges; de heiligste van 7 heilige rivieren
in India en ontstaan uit de teen van Vishnu en in zijn onstuimige loop
gestopt door de wenkbrauw van Shiva. In India heeft lang de mythe de
ronde gedaan dat de Ganges van een legendarische zuiverheid was, maar
na onderzoek door de Indiase regering werd bekend dat de Ganges wemelde
van bacteriën;
de verontreiniging overschreed 10x de toegestane norm.
Dan te bedenken dat bij de wasplaatsen de mensen zich 3x onderdompelden
volgens hun geloof maar ook 3x een slokje water dronken uit de Ganges.
Vreselijk, er dreven kadavers van koeien in, resten van verbrande doden,
ontlasting etc. Men moet toch een rotsvast vertrouwen hebben in hun geloof
anders laat je dat drinken wel achterwege.
Maandag 18 oktober: Varanasi
Vijf uur opgestaan en om 5.30 vertrek naar de Ghats,
waar we de wasrituelen zouden gaan bekijken. We vonden het wel een beetje
gênant, want we voeren met een aantal bootjes met daarop toeristen
langs deze mensenmassa’s. Iedere Ghat is gewijd aan een of meerdere
Goden uit het Hindoeïsme.
We voeren in ons bootje naar de Burning Gath Maikamika;
vlakbij ligt de heilige put van Shiva waar tonnen fruit en bloemen worden
ingegooid. Een lijkverbranding kost een paar honderd rupees en men is
verplicht het vuur te kopen bij de Ghats, die hiermee speciaal belast
zijn. In tegenwoordigheid van mannelijke familieleden stak de zoon van
de overledene de houtstapel aan terwijl hij er 5x om heen liep. Het vuur
werd aangewakkerd door bamboestokken, die werden ook gebruikt om smeulende
ledematen te vermorzelen en om de honden te verjagen die op de lekkerste
stukken uit waren…………….
De as werd vervolgens in het heilige water van de Ganges gestrooid. De
ziel van de dode man heeft de hemel inmiddels bereikt, dankzij de lijkverbranding.
Sadhu’s (heilige mannen), zuigelingen, koeien
en zieken die aan pokken zijn overleden worden als zuiver beschouwd en
zij zijn vrij gesteld van purificatie door het vuur en worden zo in de
Ganges geworpen.
Als de familie te arm is om genoeg hout te kopen voor een complete verbranding,
wordt het half verbrande lijk in de Ganges gegooid en wordt het werk
af gemaakt door gieren en raven.
Dit was mijn ochtend niet.
Terug naar het hotel voor ontbijt, dezelfde chaos als gisteren; we kunnen
beter als laatste aanschuiven en dan meteen ja zeggen op wat wordt geserveerd.
Yvonne lijkt een beetje grieperig, is niet fit vandaag.
Na het ontbijt kwam een auto voorrijden van de zijdefabrikant en deze
liet ons zien hoe zijde werd gemaakt. Niets gekocht we vonden hem veel
te duur.
Bij ons hotel de riksjajongen opgezocht en hij wist een goede zijde zaak;
mooi niet want we kwamen bij dezelfde van daarvoor uit. Wist hij nog
een ander adresje en daar zagen we de Djosergroep weer, redelijke prijzen
etc, dus wat stoffen gekocht.
Bij terugkeer in het hotel het dakterras opgezocht.
’s Avonds lekker gegeten en op tijd naar bed, Yvonne is nog niet fit.
Dinsdag 19 oktober: Varanasi > Chitwan
Park in Nepal
Half zes liep de wekker weer af, om 7.00 uur vertrokken we.
Het was weer eens een feestdag vandaag, het feest van Ganesh, een Hindoeïstische feestdag ter ere van Ganesha, de olifanthoofdige zoon van Shiva en Parvati. Deze wordt op veel plaatsen aanbeden als god van de wijsheid, welvaart en goed geluk.
Openbare gebouwen waren dicht, veel drukte en we schoten niet echt op
richting grens. Onderweg de vanzelf-sprekende koffiestops en lunch en
ca 17.30 uur stonden we bij de Indase-Nepalese grens. Ook hier verschrikkelijk
druk dus was Marianne veel geld kwijt om snel door de douane te kunnen.
Yvonne, Ina, Jan en Lauran hadden de griep, snel voor de grens nog antigriepine
gekocht.
We moesten in de bus blijven zitten en Marianne was zowaar met 15 minuten
klaar bij de Indiase grenspost. We liepen naar de douane van Nepal en
riksja’s brachten onze bagage naar de overkant. Wij moesten wachten
bij de grenspost en onze bagage ging verder. Na circa een half uur en
flink wat dollars mochten ook wij weer verder.
Meteen over de grens aangesproken door een geldwisselaar; hij gaf een
goede koers dus met zijn allen er op af.
We verbleven deze nacht in een
eenvoudig hotel vlakbij de grens.
Foto's »
Woensdag 20 oktober: Nepal
Chitwan National Park
5.30 opgestaan en 7.15 vertrokken. Vandaag was het de laatste feestdag
van het Durga festival, het Tika feest of wel het stempeltjes
festijn volgens Gerard. Durga is de grote Hidoe moeder.
Onderweg bij een Nepalese familie thee gedronken en tot onze verbazing
waren we binnen
10 minuten daarna aan het begin van het Chitwan Park.
Onze bagage werd op fietsriksja’s geladen en over een passerelle
naar de andere kant gebracht waar jeeps stonden die ons vervoerden. Tot
Marianne’s verbazing logeerden we in lodges zonder zwembad terwijl
zij niet beter wist dat we in een hotel terecht zouden komen met zwembad.
De lodges hadden wel iets en we lagen op loopafstand van het dorpje Sauhara.
Het Chitwan park is een beschermd
natuurgebied sinds 1973. Voor die tijd was Chitwan een geliefd jachtgebied voor
de Britse en Nepalese aristocraten. Vroeger was
de populatie van het wild zo groot dat de jacht geen bedreiging vormde, maar
sinds de migratiestroom van boeren op gang kwam
werden er grote stukken jungle gekapt en dat vormde een bedreiging voor de verdwijning
van tijgers en neushoorns. Momenteel groeien deze
groepen dieren weer.
We werden voor de zoveelste keer welkom geheten door een Nepalees die
ons weer een rode stip op ons voorhoofd bezorgde, inclusief rijst en
bloemen. Karel en Yvonne en wij hadden lodges naast elkaar. Het dorpje
Sauhara bestond uit kleine huisjes met enkele restaurantjes en wat kleine winkels. In het dorpje staat ook een cultuurhuis waar zij hun danskunst laten zien.
Deze
avond zouden we een echte Nepalese maaltijd geserveerd krijgen er en
daarna werd een traditionele stickdans gedanst door het Tharu volk;
dit is een ronde dans waarbij iedere danser een lange stok bij zich droeg
en waarmee diverse patronen werden uitgevoerd en bepaalde ritmes werden
geslagen. Er werd ook hier gevraagd om mee te doen, dus zette ik mijn
verstand op nul, blik op oneindig en probeerde het ritme te vinden met
de Tharu mensen.
Donderdag 21 oktober: Chitwan
National Park
Half zes opgestaan, ik voelde me niet goed; ik zat helemaal onder de
bulten en had vreselijk dikke lippen, die Gerard wel aardig vond.
Het jeukte en de uitslag breidde zich uit. Ontbeten en toch met de gids
mee gegaan voor een jungle tocht. We liepen langs de Rapti rivier,
over militair terrein; mochten geen foto’s gemaakt worden. Gerard,
Karel, Yvonne en Karel staken in een uitgeholde boomstam de rivier over
en zij bereikten zonder natte voeten de overkant. Wij; Gerda, Jan, Ina,
Tinie, Wil, Frieda en ik zaten in een roeibootje dat halverwege de rivier
op een zandbank stootte en omsloeg.
Daar stonden wij, tot onze middel
in het water, alle camera’s en video apparatuur zeiknat en niemand
deed wat. Uiteindelijk die Nepalesen zover gekregen dat ze ons om de
beurt ophaalden. Bont en blauw en zeiknat terug naar de lodges, alles
gedroogd, mijn paspoort, geld, de camera. Wij zijn niet meer de jungle
ingegaan en hebben er een rustige middag van gemaakt. De rust hier stak
erg af tegen de herrie en stank van India.
Marianne vertelde later dat in de Rapti rivier krokodillen zitten, gelukkig
hebben wij dat niet geweten want dan zou er een enorme paniek zijn uitgebroken.
Tegen 15.00 uur kwam men ons ophalen voor een olifanten safari. We moesten
via een stellage op de olifanten klimmen. Bovenop de olifant is een platform
bevestigd waarin
4 passagiers plaats kunnen nemen. Het was absoluut niet
comfortabel, maar spannend was het allemaal wel.
De “pahit” olifantentemmer
was een jonge knul en die joeg zijn olifant achter de neushoorns aan.
Prachtig gezicht en we zagen ook diverse neushoorns, zelfs een met een
kleintje. Onze pahit nam een andere route en wij zagen opeens een luipaard
vanuit een hoge boom de bossen inspringen.
Gerard zat bij Yvonne op de
olifant en ik bij Karel met het idee om van elkaar foto’s te nemen.
Helaas, wij volgden een andere route. Het was een machtig mooie safari.
In het dorpje gegeten.
Foto's »
Vrijdag 22 oktober: Chitwan > Kathmandu
Ik voelde me nog steeds niet goed; van Ariane een antihistamine pil gekregen.
We dachten allemaal aan een allergische reactie.
Eind van de middag kwamen we in Kathmandu aan, aardig hotel met grote
kamer.
De vallei van Kathmandu was volgens
legenden ooit een meer geweest. Midden in dit meer lag een eiland waarop Swayambunath (Apentempel)
gebouwd werd.
De Boeddistische God van de wijsheid Manjushri, doorkliefde ooit
de bergen rondom het meer waardoor het water weg
liep en de groene, vruchtbare vallei is ontstaan. Kathmandu staat bloot aan Hindoeïstische
invloeden vanuit India en Boeddhistische invloeden
vanuit Tibet waardoor het zelf een mooie combinatie hiervan vertegenwoordigt.
Op Durbar Square, het monumentale
centrum van Kathmandu met een karakteristieke opeenhoping van paleizen, pagodes,
tempels en beelden, hebben we ons aardig staan
te vergapen aan alle prachtige, maar ook vreemde gebouwen.
Het Kumari huis lag even verderop,
de binnenplaats was zeker de moeite om te bekijken. Deuren en ramen waren versierd
met rijk uitgesneden motieven, bovendien is dit
gebouw zonder spijkers of lijm door timmerlieden in elkaar gezet. Knap vakwerk.
Wat zich achter de muren afspeelt is dramatisch.
De Kumari is een levende godin; we zagen in een flits een achtjarig meisje voorbij
de ramen schuiven. Al haar wensen worden vervuld;
zij komt echter alleen naar buiten voor religieuze ceremonies. Dit meisje
mag niets doen, mag zich niet bezeren; daarom speelt
ze niet en als de 1e menstruatie komt is ze Godin af.
Daarna wordt ze overladen
met cadeaus en een verknipte geest terug gestuurd
naar haar familie. Een man zal ze nooit vinden. Volgens een hardnekkig bijgeloof
zal de man tijdens de eerste huwelijksmaand overlijden.
Welke griezel heeft dit bedacht!!
Door de straatjes van Kathmandu gewaald, geweldige stad, enorme veel
bedrijvigheid. Veel arme mensen maar niet dat getrek en gedoe als in
India, gewoon een verademing om hier rond te lopen. Lekker gegeten ’s
avonds, er waren restaurantjes genoeg. Het koelt wel goed af ’s
nachts.
Zaterdag 23 oktober: Kathmandu
Redelijk geslapen, met tussenpozen eruit, mijn huid was nog helemaal
opgezet en de jeuk niet weg. Het leek alsof het deze ochtend erger was
dan vorige dagen. Uiteindelijk toch een arts laten komen; aardige man
maar deed zich beneden bij de anderen als wonderdokter voor.
Allereerst kreeg ik hartpillen, mijn bloeddruk zou veel te hoog zijn.
Daarna 2x antihistamine pillen. Hielp niet echt dus vroeg hij geld voor
een taxi en om andere medicijnen te halen.
Achteraf heeft hij me aardig
wat corticosteroïd ingespoten. Hij had gelukkig een steriele spuit
tussen zijn rommeltjes zitten. Dit hielp. Na tien minuten begon de dikte
in mijn gezicht weg te trekken. Voorzichtig naar beneden en met de anderen
op weg naar een eettentje voor ontbijt. Wat gewinkeld, koffie met appelgebak
gegeten en een behoorlijke lunch. Reuze honger had ik na die spuit!!!
Tegen 16.00 uur terug in hotel Lai Lai en een taxi genomen naar de Swayambunath of Apentempel.
Daar moesten we zeker 300 treden omhoog klimmen,
dat viel niet mee. Bovenaan moesten we een kaartje kopen. De energie was op.
De apentempel was zeer bijzonder.
Prachtige beelden, reliëfs, Boeddha’s ogen en heel veel apen.
Op de top ook een aantal winkels waar we een “singing bowl” gekocht
hebben. Overigens ook een heel mooi uitzicht over Kathmandu.
Vroeg wezen eten, moesten op tijd terug zijn in het hotel voor een laatste
check up van de nepalese arts. In Nederland moest ik me melden bij de
huisarts en hij gaf me een kleine status mee.
Foto's »
Zondag 24 oktober: Kathmandu > Nagarkot
Bijna heel de groep wandelde naar Nagarkot; wij niet, ik voelde me nog
een beetje rillerig maar mijn vlekken trekken aardig weg en mijn vierkante
kop was bijna tot normale proporties terug gekomen. Uitgeslapen, ontbeten,
de bagage ingeleverd bij de “locker room” en om 13.00 uur reden
we met de lokale bus naar Nagarkot. Dit was ontzettend leuk, we reden
door een aantal dorpjes en zaten tussen de lokale bevolking. Tegen 15.30
kwamen we aan in ons hotel, View Point, en daar hadden we een schitterend
uitzicht over de Himalaya.
Vlak na onze aankomst kwamen de eerste 3 heren
binnen gewandeld en konden meteen aan het bier. Daarna druppelden iedereen
achter elkaar binnen. Yvonne vond de wandeling behoorlijk pittig. Op
het terras werd het fris dus gingen we naar binnen. Vandaar uit zagen
we de zon ondergaan, de bergtoppen werden lichtrood en langzaam ging
het licht helemaal uit; de bergtoppen werden grijs en achter deze toppen
kwam de langzaam de volle maan tevoorschijn; onwaarschijnlijk mooi.
Iedereen had een klein schuurtje ter beschikking, de kamer kan er mee
door, is wel erg vochtig en de kachel moest met draadjes in het stopcontact
gestoken worden; dat werkte dus niet. Vanaf 19.00 uur konden we eten, warm
buffet en om 20.30 uur doken we ons bed in en probeerde het warm te krijgen
en te houden!
Maandag 25 oktober: Nagarkot > Dhulikel
Om 6.00 uur kwam er een wake up call om de zonsopkomst te bekijken. Ik
had geen zin, ver weg hoorde ik de ah’s en oh’s; het was
dus inderdaad de moeite waard.
We konden weer deelnemen aan een wandeling en omdat ik me goed voelde
liepen we vanaf het hotel naar beneden door het dorpje en klommen daarna
weer tot 2164 meter waar we allemaal thee dronken; het was daar heerlijk
vertoeven, prachtig uitzicht in de zon.
We liepen verder door kleine dorpjes, kwamen veel kinderen tegen. Zij
wilden allemaal wel een pen of een bonbon of een rupee. Ook oudere mensen met vee of een draagmand ontmoetten we onderweg, ontzettend
vriendelijk. Jammer dat we niet met hen konden praten. De hele weg ging
het bergafwaarts, soms met hele steile stukken.
In Nala stond
er een bus klaar voor 2 zieken, Hesselien en Frieda. Marianne ging met
hen mee en wij liepen verder naar Banepa. Daar stapten
de 2 Karels en 2 Willen ook op de bus; ook niet lekker. Misschien iets
in het eten gezeten gisteren avond of hoogteziekte? Voor ons zou het nog een half uurtje
lopen zijn, dat was echter wel iets langer.
Hotel Arniko was dubbel geboekt dus wij vertrokken meteen met de bus
naar een ander hotel het Himalayan Shangri-La Resort.
Zoveel luxe waren we niet tegengekomen tijdens de hele reis. Genoeg geld
hadden we niet bij ons maar mijn creditcard deed goede dienst voor een
aantal mensen. We hebben er een feestavond van gemaakt in de bar……
Dinsdag 26 oktober: Dhulikel
Goed geslapen, tegen 8.00 uur onder een luxe douche. Het toilet spoelde
gewoon door, we waardeerden dit zeer. Gerard heeft de Himalya gefilmd
want daar lagen we dicht tegen aan.
Ontbeten, de bagage ingeleverd; deze werd met de bus naar hotel Arniko
gebracht en wij liepen door het dorpje daar ook naar toe.
Geluierd, gewacht op andere wandelaars, samen gegeten en vroeg het bed
in.
Foto's »
Woensdag 27 oktober: Dhulikel > Bhaktapur
Ontbeten om 7.00 uur en om 8.00 uur vertrokken naar de oudste Shiva
tempel in de Kathmandu vallei. Hier zou het Hindoeïsme
ontstaan zijn. De weg er naar toe liep door het dorpje Changu
Narayan, met allerlei winkeltjes langs beide zijden van de straat.
De gids die ons rondleidde vertelde ons een aantal zaken waaronder het
vruchtbaarheid symbool. Het teken van de man; de ronde fallus en daaronder
het teken van de vrouw. Als de lokale vrouwen graag een kindje wilden
hebben, gingen ze bidden bij dit symbool. Jullie gaan naar de dokter
zei hij lachend.
We zagen o.a. ook nog het Charuda beeld, de Chakra, Sankha, de Mandeva’s
inscription pilar, de Vishnu Vikrant etc. Zoveel te zien en ieder beeld
had zijn eigen betekenis.
Na dit bezoek splitste de groep zich, een gedeelte wandelde weer en de
anderen gingen met de bus naar Bhaktapur, dit is de
mooiste stad in de vallei.
Bakhtapur heeft zijn uitzonderlijke, middeleeuwse
karakter weten te behouden. De paleizen, tempels, poorten, huizen, prachtige
beelden maakten er een bijzondere plaats van.
Niet te vergeten het Pauwenhuis,
wat een voormalig klooster was, dankte zijn naam aan de vensters die
versierd waren met pauwen die hun staartveren spreidden. Schitterend
houtsnijwerk.
Bertoluccie heeft hier scènes opgenomen van de film little Buddha.
Het plein stond vol met winkeltjes, allerlei prullaria, godenbeeldjes.
Wij logeerden in het “Golden Gate Guesthouse”. Dat gouden
kon men er beter af laten, vreselijk wat een smerig onderkomen. De ratten
liepen door het restaurant, dus zochten we een ander eettentje. Het slapen
vond ik een ramp. De lakenzak die we gebruikten op de bedden hebben we
er achter gelaten.
Foto's »
Donderdag 28 oktober: Bhaktapur > Kathmandu
Redelijk geslapen ondanks de smerigheid en het gerochel van deze of gene.
Om 6 uur waren we al weer druk in de weer. Vroeg ontbeten en nog een
keer door het stadje gelopen; het leek eigenlijk meer op een museum.
Vroeg in de ochtend werd er aan diverse Goden geofferd.
Met de bus reden we naar de Hindoetempel Paschupatinath,
de belangrijkste Hindoe tempel van Nepal. Het complex was gewijd aan
Shiva. Aan de oever van de Bagmati rivier, waar de tempel
aan ligt, lagen de crematieplaatsen.
Ook hier konden we van zeer dichtbij een indrukkwekkende crematieceremonie gadeslaan. Een klein meisje
werd gecremeerd. Het leek alsof zij sliep. De rituele handelingen vonden
plaats en de vader stak het vuur aan. Wel heel emotioneel.
Overigens
waren alleen mannelijke leden van de familie bij de verbranding aanwezig.
De vrouwen bleven thuis, zij zouden teveel huilen.
Op deze plaats liepen en zaten ontzettend veel “heilige mannen”,
zeer extravagant uitgedost vaak met rasta haren en allerlei attributen
kenmerkten hun verschijning.
Hierna op weg naar de stupa van Bodnath, is een van de grootste antieke stupa’s van zuid Azië en is een
Boeddhistisch heiligdom wat ontzettend veel wordt bezocht. Uit heel Azië komen
pelgrims hier naar toe. De stupa bestond uit 5 terrassen, die allen toegankelijk
waren. Om de stupa heen staan huizen en in de loop der tijd is er een
bloeiend handelscentrum ontstaan.
En ineens was het de laatste avond. Marianne had North Beach Café uitgezocht
voor een gezamenlijke maaltijd. Tijdens het eten hield Jan een toespraakje
en overhandigde Marianne de fooi met een dankwoord.
Vrijdag 29 oktober: Kathmandu > New
Delhi > Amsterdam
Vroeg wakker, zoals gewoonlijk een beetje nerveus voor de terugreis,
ontbeten ergens op een dakterras en daarna terug naar Lai Lai om de koffers
te pakken. De rugzakken bij Karel en Yvonne neer-gezet; zij hadden de
kamer tot 15.00 uur gereserveerd.
Nog eenmaal gaan lunchen, daarna nog wat geregeld met Marianne en de
bus in naar het vliegveld van Kathmandu. Een grote chaos was het daar
maar het lukte toch, met een kwartier vertraging, te vertrekken. In New
Delhi een heel ritueel met de koffers en in transit etc. Uiteindelijk
kregen we een maaltijd aangeboden en konden we verder wachten in de transitruimte.
Foto's »
Eenmaal in het vliegtuig verliep de reis verder voorspoedig en zaterdagochtend 30 oktober landden
we op Schiphol; kop koffie gedronken en de trein naar huis genomen.
Het was een reis met veel verschillende facetten, vreselijk veel gezien,
genoten van de oude forten en tempels, ook van de kleurrijke geklede
bevolking, maar wel ontdaan door alle ellende en armoede in India.
Irene
|