|
Hoogtepunten
|
|
|
|
|
|
maart
2006
|
|
Havana
Havana is een stad die de echte Cubaanse sfeer heeft. Zeker
in het oude stadscentrum.
Alhoewel de stad na de revolutie erg verwaarloosd is, wordt er nu toch
weer flink gerestaureerd om het historisch belang zeker te stellen en
natuurlijk om de stad weer aantrekkelijk te maken voor het toerisme.
Want dat heeft het land wel nodig. Het is nu straat en straatarm.
Gelukkig blijven de mensen behept met die zorgeloze Caribische inslag
en zijn ze bijna altijd vrolijk en vol humor.
Dat
uit zich vooral ook in hun muziek. Overal waar je komt, zeker waar toeristen
komen, wordt muziek gemaakt. Maar ook uit de gewone huizen klinken vaak
de bekende melodieën van de Cubaanse muziek.
De citytoer op de fiets was een belevenis en trok de aandacht van de
mensen in de stad.
Men probeert flink munt te slaan uit het feit dat Hemingway hier gewoond
en gewerkt heeft. Maar ach om nu in een restaurant vis te eten of in
een café een Mojito of Daiquiri te drinken waar hij dat ook deed
is nu ook niet zo bijzonder, al hoef je het om het eten en het drankje
niet te laten.
|
|
Viñales
De vallei van Viñales is werkelijk
schitterend. Het soort gebergte, hier de mogotes genoemd, komt
naar mijn idee toch veel overeen met het karstgebergte dat
we in Zuid China (Yangshuo) hebben gezien.
De wandeling die
we gemaakt hebben was fantastisch. Natuurlijk is de tabaksteelt
hier belangrijk. Onderweg hebben
we dan ook zo’n authentieke tabaksdroogschuur bekeken.
Een van de mannen daar haalde wat tabaksbladeren tevoorschijn
en rolde zo even op zijn dijbeen een mooie sigaar. Klaar voor
gebruik!! Eigenlijk jammer dat ik al jaren geleden gestopt ben
met sigaren roken. Zelfs de tuinman in het hotel deelde regelmatig
(afgekeurde) sigaren uit.
We hebben hier ook fantastisch gegeten in
een Paladares. Van tevoren hadden we de keuken en de etenswaar
geïnspecteerd. Dat was prima in orde. Maar toen we in het
donker ’s avonds aankwamen bleken we in de open lucht onder
wat bomen te eten. Nou, er was mooi gedekt en de tafel van kaarsen
voorzien. Zeer romantisch onder een waanzinnige sterrenhemel én
eeerg lekker. Iedereen (12 man) was laaiend enthousiast.
|
|
Trinidad
Het oude gedeelte van Trinidad valt onder
het programma van beschermd erfgoed van de Unesco. Hierdoor is
dit al voor een groot deel gerestaureerd. Er zijn dan ook veel
mooie oude herenhuizen uit de koloniale tijd en daarna te bewonderen.
De
Casa de la Trova vond ik hier beter dat die in Santiago. Goeie
en verschillende orkesten, veel muziek en korte pauzes.
De pottenbakker, die we hebben bezocht, is niet gevlucht voor de revolutie
en heeft al zijn fabrieken overgedragen aan Fidel Castro op voorwaarde
dat hij één fabriekje mocht houden voor zijn eigen levensonderhoud.
|
|
Camagüey
Hier heeft het stadsbestuur al aardig op het toerisme ingespeeld.
Op bekende plaatsen zijn kleine plattegronden geplaatst waarmee
je je aardig kunt oriënteren. Een flinke wandeling gemaakt
naar het Plaza San Juan de Dios waar we lekker gegeten hebben.
Zelfs met een aardig flesje witte wijn.
Leuk was hier de 5 plaza’s toer die we gemaakt hebben
met fietstaxi’s.
Ook weer veel gebouwen uit koloniale periode die gerestaureerd zijn.
Dat is toch wel waar het hele eiland het van moet hebben qua architectuur,
die natuurlijk zijn charmes heeft. En uiteraard zoals in elke, zichzelf
respecterende, plaats op Cuba een Plaza de la Revolución.
|
|
Santiago
de Cuba
Dé stad waar de muziek en met name de Cubaanse Son het
meeste leeft.
Nou dat valt wel mee is mijn idee. De Casa de la Trova had meer weg van
een Casa de Putas. Maar och, er werd ook muziek gemaakt.
We hebben op ons gemak op het terras gezeten van het Casa Grande
hotel en alles om ons heen bekeken. De eerste avond mislukte
dat allemaal want toen heerste er een grote stroomstoring in
het centrum van de stad en was alles pikkedonker.
Een laatste
dag nog in een resort in Guardalavaca (all inclusive) om bij
te komen. Nou, het is allemaal prachtig hoor, prima verzorgd.
Maar “not my cup of tea”. Veel overbodige ponden
wit vlees en veel tatoes.
|
|
|