Amerika  

Ruta Inka

 

mm

Europa

mm
mm
mm
mm

 


kaart


Rondreis ARGENTINIE – BOLIVIA – PERU

02 t/m 31 oktober 1998

Reisbegeleidster: Bianca Jacobs

Vrijdag 2 oktober:     Amsterdam > Buenos Aires
Om 18.20 reed de treintaxi voor; Kees en Ine kwamen nog even gedag zeggen en enigszins zenuwachtig voor de lange reis vertrokken we richting station.
Om 21.30 uur verzamelde de groep zich bij incheckbalie nummer 14 van de KLM.
Het was een gemêleerd gezelschap waarbij achteraf bleek dat ik de oudste was en Corrie met haar 28 jaar de jongste. Er werd door de begeleider van Sawadee gezamenlijk ingecheckt, dat nam nogal wat tijd in beslag en zodoende kwamen we in de staart van het vliegtuig te zitten.
We hadden 2 stoelen naast elkaar, wel knus, maar bij turbulentie bleek later dat we daar meer last van hadden achter in de staart.

Zaterdag 3 oktober:     Buenos Aires
Een tussenstop in Sao Paulo, om 5.50 uur plaatselijke tijd, van een ½ uur en om 8.30 uur landden we op het vliegveld van Buenos Aires. Roberto, de chauffeur voor de komende 2 dagen, stond al op ons te wachten. Bianca onze reisbegeleidster zou een ½ uurtje later komen. Iedereen ging geld wisselen en Tonny en Bernhard hadden meteen pech, werden voor 30 dollar opgelicht.

We logeerden in het Hotel Nuevo Mundial; redelijk hotel.
Allereerst een briefing van Bianca en meteen door gegeven dat we ’s avonds mee wilden naar de Tango voorstelling.
Ilse gebeld via collect call, terras gezocht, broodje gegeten en koffie gedronken. Argentinië is een duur land, de peso staat gelijk aan de dollar en een kopje koffie kostte 2 ½ peso.

Plaza de MayoBuenos Aires is een weids opgezette stad met brede avenues, imposante gebouwen en grote pleinen; het meest bekende plein is Plaza de Mayo waar iedere donderdag de “dwaze moeders” demonstreren om de ware gebeurtenissen, tijdens het regiem van Videla, boven water te krijgen.
De hoofddoekjes van deze “dwaze moeders” zijn zo bekend geworden dat deze ook op het plein geschilderd zijn.


Een enorme obelisk, ook wel de macho van Buenos Aires genoemd, staat in het centrum van de stad.

Terug naar het hotel, even wat gerust en ’s avonds met 9 mensen uit de groep naar de tango voorstelling, de anderen gingen niet mee, waren te moe. We hebben tijdens het eten genoten van geweldige tango dansers. Live muziek aan tafel met Zuid Amerikaanse smartlappen, was heel grappig.
Tegen 1.00 uur terug bij ons hotel.

Zondag 4 oktober:     Buenos Aires > Salta
graf EvitaEen stadstoer stond vandaag op het programma. Gerard was grieperig maar wilde niet in bed blijven. We reden naar La Boca, de kleurrijkste wijk van Buenos Aires. La Boca was ooit de plek waar de eerste kolonisten uit Europa zich vestigden en schamele huisjes bouwden van scheepsafval en golfplaten; inmiddels is deze wijk uitgegroeid tot het meest artistieke centrum van de stad. Er speelden een aantal straatmuzikanten en omstanders dansten de tango.

 

Recoleta, de begraafplaats waar Evita Peron begraven lag, leek op Père la Chaisse in Parijs. Prachtige grafstenen op familiegraven.
Ook het familiegraf van de Duartes, waar Evita lag was prachtig, haar naam was op diverse plakkaten van bewonderaars te lezen.

 

We kwamen door de oude haven; hier ligt enkel nog schroot. De overslag gebouwen aan de haven werden verbouwd tot dure appartementen. Achtentwintig jaar geleden zijn we hier ook geweest maar daar herkende ik niets meer van.
De antiek markt konden we helaas niet bekijken, het goot.
Foto's »

Lang getafeld en met een taxi terug naar het hotel. Roberto bracht ons om 16.00 uur naar het vliegveld. We zouden om 18.00 uur naar Salta, in het noorden van Argentinië, vliegen.
Om 22.00 uur landden we in Salta. Er stonden 2 busjes klaar die ons naar de 3 gezusters Toffoli brachten. Deze dames hebben 2 huizen naast elkaar en runnen een soort pension.
Het waren hele vriendelijke, Spaans sprekende en maté zuigende dames. Wij kwamen met 8 personen terecht bij Maria. In haar keuken konden we koffie en thee zetten en eventueel eten. Onderweg hadden we bij de supermarkt inkopen gedaan.
Vroeg naar bed, Gerard was nog steeds grieperig.

Maandag 5 oktober:     Salta > Angastaco
AngastacoDe wegen waren buiten de stad steenslagwegen met behoorlijk wat gaten; het “slenderprogramma” begon toen al. We hadden voor 2 dagen een kleine rugzak meegenomen en de overige spullen werden opgeslagen bij de dames Toffoli.

We reden door bergachtig landschap en droge rivierbeddingen, erg stoffig. De bergen toonden ons prachtige kleuren, groen door koper, wit door kalk en roze door ijzer. Ook enorme Lucky Luck cactussen stonden her en der in de velden, hier en daar zagen we een haciënda.

De eigenaren van deze haciënda’s lieten een kerkje op hun grond bouwen voor de Indianen. Zij moesten dan naar die kerk en konden zo niet met andere arbeiders over hun verdiensten en voorzieningen praten. De Indianen werden en worden nog steeds uitgebuit.

Onderweg bij een weverijtje gestopt; de indianen weefden donkerrode of donkerecru poncho’s voor andere indianen. Onderweg zagen we ook veel Vicuna’s, deze dieren worden speciaal gehouden voor de alpacawol en daarnaast ook voor het vlees.

In Angastaco was er een “motel” voor ons gereserveerd. Het zag er niet uit. Gerard was meteen met pijnstillers het bed ingedoken, hij heeft moeten afzien vandaag. Ik heb nog even buiten in de zon gezeten maar het koelde hard af dus werd de kantine opgezocht.
Pils gedronken van de plaatselijke brouwerij en dat smaakte erg goed.

Dinsdag 6 oktober:     Angastaco > Cafayate > Salta
Ontbeten en we maakten ons klaar voor een behoorlijke wandeling. Zonnebrand en bril mee.
We liepen door een prachtig “maanlandschap” met grillig gevormde rotsen en schitterende uitzichten op ongeveer 2600 meter hoogte.
We kwamen niemand tegen, het was genieten van deze omgeving.

logo wijnEven over 11.00 uur werden we door de bus opgehaald en reden we naar Cafayate voor de lunch. Cafayate is niet alleen bekend door de “Grand-Canyon”-achtige natuurschoon maar ook omdat hier de beste wijnen van Argentinië vandaan komen.

Na de lunch reden we een lange rechte weg terug met veel fotostops. Door de erosie zijn er prachtige figuren ontstaan in deze bergachtige omgeving. Men heeft ze ook namen gegeven zoals,. “de Titanic”, de “ramen”, de “obelisk”, “kikker”, “het kasteel” en nog veel meer.

 

Bij een grot met een enorme akoestiek werd gestopt. Een aantal Argentijnen zongen daar en de grot fungeerde als “natuurlijke” geluidsversterker; klonk geweldig goed. Toen deze mensen begrepen dat we uit Nederland kwamen, moest er meteen over voetballen gesproken worden.

Onderweg zijn we natuurlijk ook gestopt bij een wijnboer; het maken van wijn via een oud procédé werd eerst getoond en daarna konden we witte of rode wijn proeven.
We sliepen deze avond bij dezelfde familie in Salta. Gerard was weer vroeg naar bed, voelt zich nog steeds niet fit. Met Paul, Marja, Tonnie en Bernard hebben we in de keuken, onder het genot van een glaasje wijn, de dag geëvalueerd.
Foto's »

Woensdag 7 oktober:     Salta > Humahuaca > La Quiaca > Villazon
Om 7.30 uur opgestaan, ontbeten. Met Tonnie en Bernard naar het faxbureau gelopen en een fax naar huis gestuurd. Terug naar het centrum, de Zocalo, voor koffie en via de winkelstraat, waar we 2 cd’s met muziek uit Salta hebben gekocht, weer naar het pension.
Om 10.30 zouden we vertrekken met eigen bus naar Humahuaca. Net buiten Salta werd feest gevierd, waarschijnlijk ter ere van een of andere maagd.
Om 17.30 kwamen we aan in Humahuaca en daar werd de snelbus Panamericano genomen; we hadden besproken plaatsen.
Onderweg zagen we aan de Indiaanse bevolking, lama’s en typische lemen huizen dat Bolivia vlakbij was. Om half negen kwamen we aan in La Quiaca, we zagen veel bedelaars, schoenenpoetsers en verkopers van allerlei prullaria, hetzelfde beeld als in Mexico.

grens BoliviaVanaf het busstation tot aan de Argentijnse grens opgepropt achter in een pick-up gestaan; alles beter dan te voet met bagage naar de grens lopen.

Bij de Argentijnse douane onze entrada van 3 oktober ingeleverd. Daarna wel te voet met onze bagage naar de Boliviaanse grens.

Gelukkig was de klok hier een uur terug gezet anders hadden we de tijd van 21.00 uur niet gehaald.

Onze paspoorten werden voorzien van diverse stempels, Bianca regelde een aantal taxi’s en een half uurtje later kwamen we bij Hotel Cortillo aan. De buitenkant leek heel wat, binnen was het een oude troep.

We zouden met z’n allen gaan eten. Ik voelde me absoluut niet lekker. We zaten inmiddels op ca. 3800 meter hoogte en ik werd ontzettend duizelig. Aan de arm van Gerard mee gelopen naar een “fritestent”; ik kreeg geen hap door mijn keel, werd steeds beroerder. Bestek bestond hier niet en de honden liepen in en uit. We liepen terug en inmiddels was het goed afgekoeld. Mijn thermisch ondergoed ging aan en we kropen onder een aantal dekens en ik viel als een blok in slaap. Gelukkig maar.

Donderdag 8 oktober:     Villazon > Potosi
Om 6.00 uur liep de wekker al weer af. We moesten meteen naar het geldwisselkantoor voor Bolivanos. Het was al aardig druk in het stadje. Terug naar het hotel, ontbeten en met de bagage te voet naar het busstation. Hier namen we een lokale bus, redelijk comfortabel met besproken plaatsen.
De chauffeur had een lijst nodig met namen die bij een “tolweg” aan de politie gegeven moest worden. Voor het aantal personen moest hij dan betalen om door te mogen rijden.

Tupiza was de 1e stop. We konden iets drinken en naar het toilet. Er zat en dame met een stukje toiletpapier, waarvoor we uiteraard moesten betalen, voor de toiletten. Binnen was het een smerige boel. De 2e stop was in een klein dorpje waar we rijst met kip konden eten en de WC was net als in China een gat in de grond. De 3e stop was bij een “wegrestaurantje” en daar konden we achter de cactussen onze behoefte doen. De rit over de Altiplano was zeer de moeite waard. Onderweg stonden overal mensen op de bus te wachten en hij liet iedereen binnen. Ze zaten en hingen overal op. Na 9 uur rijden kwamen we in Potosi aan.

De bagage werd uitgeladen en voor ieder stuk bagage moest een bonnetje worden ingeleverd dat overeenkwam met het bonnetje op de koffer of rugzak. Vanaf het busstation reden we met taxi’s naar het hotel. Inge, die goed ziek was, reed met ons mee. Wij troffen het weer want de chauffeur wist het hotel niet te vinden. Diverse keren gevraagd en na 45 minuten kwamen wij aankakken bij hotel Colonial. Inge dook meteen het bed in. Gerard voelde zich ook niet erg lekker maar wij liepen toch naar het centrum van Potosi.

PotosiPotosi is de hoogst gelegen stad ter wereld op 4090 meter. Dankzij de beroemde zilvermijnen (Cerro Rico) is Potosi een stad met allure, met rijkversierde gebouwen en kerken.

In 3 eeuwen koloniale overheersing lieten naar schatting 8 miljoen Afrikanen en Indianen het leven in deze mijnen. Ook nu nog leven en werken de mensen voor een karig loontje in bijna dezelfde primitieve omstandigheden als 3 eeuwen geleden.

We konden met een gids afdalen in de mijnen, een aantal van de groep waren meegegaan maar vonden het erg benauwd.
Deze stad is door de Unesco tot cultureel monument verklaard.

Op de Zocalo werden Gerard’s schoenen gepoetst door een jochie van een jaar of negen, bij ontvangst van zijn verdienste stond er meteen een oudere jongen achter hem waar hij zijn geld aan moest afdragen, kleine syndicaatjes!! Vanaf de Zocala keken we op de grote Kathedraal van Postosi. Verder niet veel ondernomen en toen we terug liepen naar het hotel, leken we een stel oude mensen, kwamen maar langzaam vooruit. Dat had met de hoogte te maken.

We gingen uit eten met een aantal van de groep, Gerard kreeg nu last van de hoogte d.w.z. misselijk, duizelig en hoofdpijn en geen zin in eten. Aan tafel moesten we het eten naar binnen praten maar hij leek enigszins op een zombie. Wij gingen met de taxi terug naar ons hotel en de anderen naar het stadion waar de muziekgroep Tupas optrad.

Vrijdag 9 oktober:     Potosi
Uitgeslapen en Gerard voelde zich een stuk beter. Ontbeten in cafe Cultural met fruit en yoghurt en niet te vergeten coca thee. Helpt goed tegen de hoogteziekte.
We liepen door smalle straatjes in Potosi en kwamen daarbij prachtig geklede vrouwen tegen. Lopend langs de Kathedraal zagen we een chique trouwpartij met alle pracht en praal. Later werden een aantal toekomstige Indiaanse echtparen in het huwelijk verbonden, wel met meerdere paren tegelijk om kosten te besparen.
Inge, die ook iets beter was, opgehaald en met z’n drietjes gegeten in “Las Vegas”, een eethuis van niks.

Siësta gehouden en ’s avonds naar de peña-avond in restaurant Potocchi; de meeste van de groep waren lama vlees gaan eten, maar kwamen nadien naar Potocchi. De eigenaar hield wel van een feestje en zorgde dat de stemming er aardig in bleef. De band die er speelde heette Pachamama.

Zaterdag 10 oktober:     Potosi > Sucre
casa de la MonedaVroeg in de ochtend liepen we naar Casa de la Moneda; een van Zuid-Amerika's mooiste en interessantste musea. In dit muntmuseum waren onder in de kelder nog een aantal oude machines aanwezig.

Het was druk en voor ons was er geen gids. Een militair liep met ons door alle zalen heen en vertelde af en toe wat over de geschiedenis, de munten en de machines. Het was een aardige man met veel gevoel voor humor.


Bij een oude dame een lepeltje gekocht voor moeder van Gool. Doorgelopen naar de Overdekte markt, grote markt en goed voorzien van allerlei groenten en fruit en overige benodigdheden.
De stad was in feeststemming i.v.m. de opening van het Culturele jaar waarvoor de vice-president, Gorge Quiroga, was overgekomen. Het jaar werd geopend met muziek en een optocht door genodigden. Het was leuk om naar te kijken. Via de kerk van San Francisco liepen we naar een lunchplek, daarna de was opgehaald, koffer ingepakt en afgezakt naar de binnenplaats van ons hotel, daar zaten nog een aantal anderen en we hadden gezellige praat.

Om 17.00 uur vertrokken we met de bus naar Sucre waar we een uur of 3 later aankwamen. We logeerden in een sfeervol hotel, met een gezellige patio, gebouwd in koloniale stijl.
Foto's »

Zondag 11 oktober:     Sucre > Tarabuco
Tarabuco lag op 3200 meter hoogte en zo’n stoffige 65 km. van Sucre en had een mild klimaat. De meeste inwoners van dit stadje hielden zich bezig met landbouw of textiel.
Ze maakten ook prachtige, kleurrijke kleding. Op het centrale plein werd een markt gehouden, net zoiets als in Mexico en Guatemala.

TarabucoDeze mensen hebben een heel ander figuur dan de Maya’s. De afstammelingen van de Inca’s zijn klein en gedrongen en dragen prachtige poncho’s. De hoed in de vorm van een helm werden door de mannen gedragen en is nagemaakt van de helm die de Spanjaarden destijds droegen.
De meeste vrouwen dragen een soort van bolhoedje, maar sommige hoofddeksels hebben een andere betekenis. Het hoofddeksel met kralen aan de voorkant worden gedragen door ongehuwde vrouwen, terwijl de gehuwde vrouwen een hoofddeksel met franjes dragen.

Wat rond gelopen, een hoedje gekocht en wat andere prullaria en een “terrasje” opgezocht. Het was druk vanwege het feest van de Maagd Rosario. Deze maagd werd op een plateau rond gedragen over het plein voorafgaande door muziekkanten en veel verklede personen die allerlei vreemde dansen uitvoerde. Op iedere hoek van het plein werden schietgebedjes de lucht ingeschoten, hiervoor gebruikte men vuurwerk.
We hebben genoten van de feestvreugde en alle kleurrijke mensen die rondwandelden.

Circa 16.00 uur waren we terug in het hotel, net op tijd, het hagelde grote stenen.
’s Avonds zijn we gaan eten bij de “Zwitser” hij had overheerlijke fondue.
Foto's »

Maandag 12 oktober:     Sucre
SucreSucre, de officiële hoofdstad van Bolivia, was een prachtige stad vol met koloniale gebouwen. Op het centrale plein, Plaza de Mayo, stond het Casa de Libertad (huis van de vrijheid) waar op 6 augustus 1825 de onafhankelijkheidsverklaring getekend werd.
Ter ere van haar bevrijder kreeg de jonge natie de naam Republiek van Boliviar daarna verandert in Bolivia.
De eerste president heette De Sucre.

Ook de prachtige 17e eeuwse Kathedraal stond aan het centrale plein. Vooral de torenklok en de 12 beelden van de Apostelen waren de moeite waard om te bekijken, het overige in deze kathedraal zouden we willen omschrijven als kitsch.

Geld gehaald en het plein verder bekeken; er liepen veel bedelaars. Het was druk, op het plein werd een of ander programma opgenomen voor de plaatselijke radio. Koffie gedronken, zowaar espresso met iets van gebak.
Tegen 13.00 uur naar het Ristorante Plaza gelopen, we wilden graag op het balkon eten en gelukkig troffen we Leo daar aan en konden we aanschuiven. Genoten van het eten en het uitzicht op het plein. Naast ons zaten 4 mannen die aardig wat bier op hadden. Toen ze daarna een fles sterke drank besteld hadden begonnen ze “smartlappen” te zingen en na iedere slok werd er harder gezongen.

Na het eten, de boerenmarkt opgezocht; helaas was die al voorbij. Doorgelopen naar het Park Bolivar waar het Hooggerechtshof lag. (Corte Supreme de Justicia). Prachtig wit gebouw, ook in koloniale stijl. Alleen de buitenzijde bekeken, naar binnen mochten we niet.
De kerk van Santa Monica was een mixture van diverse bouwstijlen; we zouden het ook kunnen omschrijven als een Mestizo bouwstijl door de vele Indiaanse invloeden.
De Santa Domingo kerk, gebouwd in barokstijl, behoorde aan de Domincaner Orde.
’s Avonds weer een aardig eettentje gevonden.
Foto's »

Dinsdag 13 oktober:     Sucre > Uyuni
We moesten om 5.00 uur opstaan. We vertrokken om 7.00 uur in een kleine bus naar Potosi, we pasten er net in met 14 mensen.
Hier wisselden we van bus. Bianca had voor ons de hele bus betaald dus hadden we ruim plaats. De bagage werd overgeladen en uiteindelijk bleek dat er 2 fransen extra in de bus zaten. Om op tijd te kunnen vertrekken hadden zij hun kaartjes verkocht en dachten voor niets met ons mee te kunnen rijden. Dat bleek voor hun een tegenvaller.
De tocht van Potosi naar Uyuni was een fantastische tocht over de Altiplano, een droge dorre hoogvlakte, met veel lama’s en alpaca’s. Veel fotostops onderweg en we hebben dan ook prachtige plaatjes kunnen schieten.

Om 17.00 uur kwamen we aan in Uyuni, een troosteloze stad met een koud klimaat.
Ons verblijf lag op het zoutmeer, het zouthotel. De bagage werd overgeladen op 3 terreinwagens inclusief fietsen en eten. Er gingen 2 koks mee om te koken, we reden langs diverse kleine dorpjes waar zout verwerkt werd en ineens bevonden we ons op het zoutmeer, een gigantische witte vlakte, ongelooflijk mooi zeker tijdens de ondergaande zon. Het leek net een ijsvlakte en iedereen vroeg zich dan ook af of dit kon smelten, niet dus.

ZouthotelHet zoutmeer bevond zich op 3700 meter. Het zouthotel Playa Blanca, waar we rond 18.00 uur aankwamen was heel bijzonder; helemaal opgetrokken uit zout, zelfs de bedden, tafels en stoelen.

De sanitaire voorzieningen waren een puinhoop, er was een net hok met WC’s en wastafels gemaakt maar geen afvoer, dus na een dag met zoveel mensen zag het er niet uit!!
Inge lag bij ons op de slaapkamer, er stonden 3 bedden voorzien van lamavellen.

Gerard is weer een beetje duizelig, ik heb nergens last van. De stemming in de groep blijft goed ondanks alle vermoeienissen.
Het avondeten bestond uit groentesoep, die smaakte heerlijk, het lamavlees vond ik niet te eten. Vroeg het bed ingedoken, we waren moe en om 10.00 uur zou het licht uitgaan.
De nachtbrakers onder ons gingen pas om 00.30 naar bed.

Woensdag 14 oktober:     Zoutmeer (12.000 vierkante kilometer)
Slecht geslapen in mijn slaapzak, het bed was niet schoon, ontbeten met coca-thee, tegen hoogteziekte en broodjes met honing.
Om 8.00 uur zaten we op de fiets. We reden met 3 meiden naar de “zoutoogjes”, maar Marjan had materiaalpech dus kwamen we wat later op de plek aan.
De “zoutoogjes” ontstaan omdat het water uit de bergen onder het zoutmeer doorloopt en een zwakke plek opzoekt waar het boven kan komen. Daarna weer op de fiets naar de “zoutbergjes”, waar het werken op het zoutmeer werd uitgelegd. Een hard bestaan leiden deze zoutbewerkers.

zoutmeer fietsenWe fietsten verder naar het dorpje Colchani, even troosteloos als Uyuni.
We kregen een rondleiding over de zoutverwerking. Een coöperatie van 120 families verwerkten zout voor Bolivia. Men kreeg 8 cent per kilo zout!!

De heren zouden terug fietsen, deze weg was een stukje zwaarder vanwege het vals plat en de wind op de kop. Bij de 1e stop gaf Gerard de fiets aan Marjan; door deze inspanning kreeg Gerard weer last van wat hoogteziekte.

Tegen lunchtijd was iedereen terug in het hotel. Lekker gegeten en we hadden nog even tijd om in de zon te zitten. De bagage werd weer ingepakt en op de terreinwagens geladen. We reden naar Isla de Pescado; met veel fantasie konden we in de vorm van het eiland, op het zoutmeer, een vis ontdekken. Het hele eiland was bezaaid met cactussen, kleine, grote, dikke, dunne; een bijzonder geheel. We waren naar de top geklommen en met de fietstocht van
’s ochtends nog in de benen, viel dit niet mee.
We werden beloond met een prachtig uitzicht.

JiriraTegen 16.00 uur waren we weer beneden en gingen op weg naar Jirira, een dorpje aan de andere kant van het zoutmeer.
Bij aankomst in het “motel Jirira” werden de wagens op het binnenterrein geplaatst en alles werd hermetisch afgesloten. We deelden onze kamer met Paul en Marjan. De slaapzak werd weer tevoorschijn gehaald, het was behoorlijk koud en de wind gierde door onze kamer heen.

We hebben 5 minuutjes met een pilsje buiten gezeten maar daarna zochten we de ruimte op waarin gekookt werd. Daar was het warm. Het eten smaakte voortreffelijk en daarna naar bed.
Gerard werd steeds beroerder ’s nachts, was zijn oriëntatie helemaal kwijt. Hij heeft wel degelijk weer last van hoogteziekte.

Donderdag 15 oktober:     Jirira > Uyuni
Gerard bleef net zoals Leo in het motel. Ze hadden beiden hoofdpijn en last van duizeligheid.
Philip, Paul en Jose waren om 6.00 uur met een gids vertrokken, zij zouden de vulkaan Tunupa gaan beklimmen. De rest, waaronder ik, van de groep ging wandelen langs het zoutmeer. Twee terreinwagens brachten ons weg en wij liepen door een schitterend gebied, met een aantal lagunes, terug. De kleur van deze lagunes werd bepaald door de mineralen. In deze lagunes kwamen ook veel Flamingo’s voor. Prachtig om te zien hoe hun rose kleur combineerde met de kleur van diverse lagunes. Ook door de zon nam de omgeving steeds een andere kleur aan.

Veel lama’s die zich voedden met mos en wat er verder groeide, flamengo’s die zich voeden met kleine beestjes uit het zoute meer. Soms wat schapen en ezels. Rond 12.00 uur waren we allemaal weer terug voor de maaltijd.

Rond 13.30 uur vertrokken we weer uit Jirira. Allereerst naar de plaats waar men likblokken voor het vee uit het zoutmeer hakte. Dat was zwaar en precies werk. De man die uitlegde hoe deze werkzaamheden moesten worden verricht kreeg van Bianca daarvoor betaald.
Voor hem waren dit extra inkomsten. Via het zouthotel, waar we thee dronken, terug naar Uyuni. We zouden verzamelen bij het treinkerkhof. Onze chauffeur had dit niet begrepen. Uiteindelijk kwamen we daar toch aan. Veel soeps was het niet, alleen een zootje oude roestige locomotieven en wagons.

In Uyuni hadden we 2 uur de tijd om te eten. We zouden om 19.30 vertrekken met de nachtbus naar La Paz; 14 uur rijden!! Deze bus was weer in zijn geheel voor ons gehuurd, zodat we in onze slaapzakken op de bankjes konden liggen. Het was bar koud op de Altiplano, het ijs stond op de ramen en de bus kierde van alle kanten.
Een moeizame nacht volgde.
Foto's »

Vrijdag 16 oktober:     Uyuni > La Paz
Om 3.00 uur de eerste plasstop; iedereen bibberend de bus uit en ergens aan de kant een plas gedaan. Gelukkig hadden we onze zaklamp meegenomen; het was aardedonker.
Tegen 10.00 uur kwamen we in ons hotel aan. We waren kapot en ik hoefde even niemand te zien. Na een hete douche en een uurtje slaap was ik weer bij de mensen. Fax verstuurd, geluncht, geld gehaald, cadeautjes gekocht en weer geld gehaald.

La PazLa Paz, ligt op 3800 meter hoogte en is de grootste stad van Bolivia. La Paz is door een Spanjaard gesticht op 20 oktober 1548; de eerste plaats die hij daarvoor koos heette Laja een dorpje aan de weg naar Tiahuanaco. De kerk die daar geplaatst is zou van stenen gebouwd zijn afkomstig van Tiahuanaco. Na 4 dagen verkoos men de plaats waar La Paz nu ligt. De stad werd vernoemd naar Nuestra Senora de la Paz; the city of our Lady of Peace.
De Spanjaarden hadden eigenlijk maar een doel; het goud en zilver naar Spanje te vervoeren.

La Paz heeft een centrale avenue die een aantal malen van naam wisselde. Het was gemakkelijk deze avenue terug te vinden, mochten we verloren lopen.
We startten vanuit ons hotel en kwamen inderdaad op de grote avenue uit en tussen de gebouwen door zagen we de Ilimani, een berg van 6402 meter hoog, boven de stad uit torenen. Door kleine straatjes dwaalden we verder en kwamen veel “indigenas”, indiaanse bevolking, tegen. Prachtig waren de bolhoedjes die de dames droegen. Vanuit een klein café konden we de omgeving met bewoners ongestoord bekijken.

In een kleine galerie, genaamd Galerie de Arte, een schilderij gekocht van Boliviaanse dames met bolhoedjes, geschilderd door Joe Chire B.
Een fijne dag gehad en afgesloten met een lekker etentje en live muziek in Boliviaanse stijl natuurlijk.

Zaterdag 17 oktober:     La Paz > Tiahuanaco
Vandaag gingen we naar de allerbelangrijkste archeologische opgravingen van Bolivia.
In Tiahuanaco woonden de Aymara Indianen vertelde onze gids Carlos. Hij gedroeg zich vreemd maar bij de opgravingen was hij in zijn element.

zonnepoortHet rijk van deze Aymara Indianen strekte zich uit over de helft van Bolivia, zuidelijk Peru, Noord Chili en Noordwest Argentinië.

Opvallend is het langdurige tijdperk waarin de Tiahuanaco cultuur heeft bestaan. De oudste vondsten dateren uit circa 2000 B.C. Het hoogtepunt van deze beschaving lag tussen 100 en 700 A.C.


De meest bekende constructie is de Zonnepoort. Middenin op de poort staat de hoofdgod met 2 scepters en een masker van de zon.

De Tempel Semi Subterraneo, werd ontdekt in 1903 en bleek een van de belangrijkste gebouwen van Tiahuanaco.
Het is een rood zandstenen put, 26 bij 28 meter, met een verzonken binnenplaats waarop 3 stèles staan. De belangrijkste stèle is de “bebaarde monolite”. In de wanden van deze tempel zijn 180 stenen hoofden geplaatst van belangrijke mensen. Onze gids vertelde dat niet Columbus Amerika ontdekt heeft maar Noormannen in ongeveer 400 A.C. Van deze Noormannen zijn hoofden terug te vinden in de muur.

Kalasasaya, een ritueel platform, met rondom muren gemaakt met grote blokken steen die precies in elkaar pasten.
Staande Monolites flankeerden de gerestaureerde massieve ingang en daarachter lag een ruimte die door priesters werd gebruikt.
De poort van de zon bevindt zich aan de tempelzijde.

Info »

Een aantal tombes hebben we nog bekeken en we zijn de piramides Akapana en Puma Punkin opgelopen. Samen moeten deze 2 piramides een ceremoniële functie hebben gehad. Deze opgraving staat op de werelderfgoedlijst van Unesco.
Foto's »

Zondag 18 oktober:     Taquesi trail
De Taquesie trail was een van de bekendste wandelingen door de Andes. De route werd als een hoofdweg gebruikt, niet alleen door Inca’s en de Aymara Indianen maar ook door de Spanjaarden.

Om 6.00 uur ontbeten. Onze bagage werd in het depot gestopt en paspoorten en geld gingen in de kluis van hotel Andine. We vertrokken laat, 8 uur, de 1e bus was stuk en daarom moesten we wachten op een andere bus, dat was een bus voor Indianen, klein en smal!!
Ongeveer 3 uur was het rijden naar het dorpje San Francisco; de weg daar naar toe is niet te beschrijven, maar ik had het gevoel dat we over een fietspad naar boven reden. De weg zat vol met diepe kuilen en de gids moest regelmatig de bus uit om te kijken of we er wel langs konden rijden. Op 4100 meter werden we gedropt. Lama’s zouden onze bagage vervoeren, iedere lama kreeg een stuk bagage.

takesitrailZelf hielden we een klein dagrug-zakje met water en regenkleding. De regenkleding kwam meteen van pas, het was koud en het regende en hagelde en soms viel er natte sneeuw. We zouden onderweg prachtige vergezichten moeten krijgen maar dat zat er helaas niet in, het bleef nevelig.

Ik had vreselijk veel moeite met stijgen, we moesten naar 4800 meter. Gerard en Bianca bleven om de beurt bij me, ik zag het helemaal niet meer zitten en wilde eigenlijk niet verder. Gonzalo, onze gids, nam het laatste stukje van Bianca over en hij heeft me samen met Gerard naar boven gepraat. Boven op de pas stond een ijzeren kruis, dat is het enige wat ik me herinnerde van deze barre tocht, en blij dat we boven waren.

Daarna volgden we het Incapad, het ging snel bergafwaarts en toen was alle moeheid verdwenen. Op de lunchplek was iedereen al doorgelopen, de kip met brood kreeg ik niet door mijn strot, de yoghurt met vruchten echter wel. Na een pauze van circa 15 minuten liepen we weer verder. Sommigen delen van het Inca pad waren nog intact, maar door de regen ook erg glad. Uiteindelijk kamen we in het dorpje Taquesie (Takesi) aan waar we een berghutje konden huren voor 3 Bolivianos (75 cent) per persoon. Deze hut was geschonken door Duitsers en stond er sinds 1998. De thee smaakte verrukkelijk al was het alleen maar door de warmte.

berghutDe “eigenaar” van de hut kwam op een gegeven moment met een butagaskacheltje aanzetten. Zo’n kacheltje hebben wij 35 jaar geleden ook nog gehad. Wij blij, lekker warm zou het worden. Twee minuten duurde deze blijdschap. Daarna bleek dat de gasfles leeg was, en een nieuwe gasfles had hij niet.

De koks besloten om binnen te komen koken, daar kregen we enige warmte van. De soep smaakte heerlijk, de rijst met kip ook en de chocolade mousse was een verrassing.

Daarna werd de vloer van de hut bedekt met tenten, waar we anders ingeslapen zouden hebben, de slaapmatjes plus slaapzakken werden boven op de tenten gelegd en we pasten precies met 15 mensen op de vloer. Om 9.00 uur ging iedereen slapen, thermisch ondergoed aan en kont aan kont en het was lekker warm.

Maandag 19 oktober:     Taquesie trail
Om 6.00 uur was iedereen wakker, de zon scheen dus er uit……………
Even later kwam er mist opzetten, maar daarna kwam de zon weer terug. Ontbijt was buiten. Twee lieve, vieze kinderen kwamen mee eten. Schattig en tegelijkertijd triest om te zien.

YungasOm 7.30 begonnen we met de verdere afdaling en naarmate we lager kwamen, was er meer begroeiing en zoetjes aan kwamen we in de Yungas met prachtige begroeiing, veel bloemen o.a. de agapanthus en bomen waaronder de eucalyptus-bomen. Het rook er heerlijk.
Om 12.45 was er een lunchpauze; brood, ham, kaas, meloen, erg lekker maar veel te veel.
Na tien minuten liep een aantal mensen al weer door, voor ons was dat te vroeg. Wij zaten nog even, waren al moe en dat brak ons op tijdens de middagwandeling waarin we steeds langer pauzeerden.

Uiteindelijk kwamen we bij de rivier aan, de brug nog over en toen kwam er een aardig wandelpad naar het voetbalveld, vlakbij het dorpje Chojlla op 2640 meter hoogte. Onze tentjes waren al opgezet; Paul liep naar het enige winkeltje voor bier en kocht alles op. Niet wetende dat de Baobab groep ook op het zelfde terrein de nacht zou doorbrengen. Aan het einde van de middag zaten we op kleine stoeltjes aan de pils met een moe maar voldaan gevoel.

Met Inge nog een aantal rondjes gelopen om de stijfheid wat kwijt te raken. Daarna het bed in, net op tijd, voor de regenbui.

Dinsdag 20 oktober:     Taquesi Trail > Coroico
Om 6 uur werden we wakker en waren als 1e buiten. De zon scheen schitterend op de besneeuwde bergtoppen. Het was prachtig wandelweer. We klommen aan het begin weer een stukje omhoog en daalden dan af naar Yanacachi op 2040 meter. We hebben dit plaatsje bekeken, moesten wachten op de bus. Afscheid genomen van onze koks en lama-drijvers en we gingen op weg naar Coroico. Het was inmiddels 28 graden, lekker warm.

Op 1800 meter gestopt bij een Coca-plantage; er lagen heel veel coca-plantages en deze worden door de Boliviaanse regering gedoogd. De Indianen gebruiken ze tegen de hoogteziekte en ook als medicijn. De Amerikanen willen dat alle plantages verdwijnen.
Na 3 uur rijden kwamen we in een luxe hotel met zwembad; heerlijk luieren in de zon en genieten van pils en eten.
Foto's »

CoroicoCoroico is een klein, rustig plaatsje, volgens sommige bezoekers een Paradijs in de Jungle, en de provinciehoofdstad van Noord Yungas. Van de rust hebben wij weinig van gemerkt, het was groot feest van de Virgin Candelaria (Maria Lichtmis). Er werden flinke hoeveelheden bier gedronken en diverse inwoners werden poepzat weggedragen. Het was net Carnaval; wie er de mooiste kleren droeg en wie er de fraaiste dans uitvoerde kreeg prijs. Prachtig aangeklede groepen, iedereen had plezier en wij deden net zo hard mee.

Woensdag 21 oktober:     Coroico > La Paz > Copacabana
Behoorlijk onweer en een tropische regenbui hebben ons een tijdje wakker gehouden. Vroeg opgestaan, ontbeten en om 7.30 uur stonden er 2 busjes klaar om ons over de gevaarlijkste weg van de wereld naar La Paz te brengen. Wij reden omhoog, dus moesten wij op de linker baan rijden; degene die naar beneden reed moest de rechter weghelft gebruiken. Zij moeten stoppen op de enkele uitwijkmogelijkheden als b.v. een vrachtwagen naar boven gaat. Voor twee auto’s naast elkaar is geen ruimte, degene die daalt moet af en toe teruguit rijden voor een tegenligger. Men vertelde dat er per 14 dagen minsten 1 vrachtwagen het ravijn in stortte.

Na twee uur rijden ging de weg over in een Tolweg; de chauffeur ging betalen en wij een broodje eten. Tot aan La Paz hadden we nu een asfaltweg.
Bij terugkeer in Hotel Andine hebben we onze bagage uit het depot gehaald en papieren en geld uit de kluis. Met bagage naar het busstation gereden, wat stonk het daar naar pies.
We hadden weer gereserveerde plaatsen in de bus en na 2½ uur rijden stonden we voor het Titicaca meer, het hoogst bevaarbare meer ter wereld op ruim 3800 meter.
Dit saffierblauwe meer bevond zich in het hart van de Altiplano aan de voet van de Andesketen. Volgens de overlevering is het Titicaca meer de bakermat van de Incacultuur, waarvan we nog vele tastbare resten hebben gezien.

pontWe moesten allemaal de bus uit. De bus werd op een platte schuit gemanoeuvreerd en hiermee naar de overkant gevaren. Wij hebben onze ogen uitgekeken, nooit zoiets gezien. Wij moesten in kleine bootjes, uiteraard tegen betaling, overvaren. Langs de oever van dit meer reden we naar Copacabana; dit zonnige dorp was een befaamd pelgrimsoord door de aanwezigheid van de “Virgin de Copacabana”; op feestdagen kan men over de hoofden lopen zo druk als het er dan is. Op andere dagen was het heerlijk rustig.

Hotel Ambassador was hééééééél eenvoudig en weinig werkte er, zowel apparaten als mensen. Briefing van Bianca, we zouden ’s avonds gezamenlijk gaan eten zodat we afscheid konden nemen van Leo, hij ging niet mee naar Peru. Toen we geld gingen halen kreeg ik weer een vlaag van de hoogteziekte mee; misselijk en hoofdpijn, dus weer het bed in. Slecht geslapen vanwege de muziek tot 5.00 uur ’s ochtends.
Foto's »

Donderdag 22 oktober:     Copacabana
Gisteren, tijdens het diner, een reünie afgesproken bij Tonnie en Bernard op 7 februari 1999.
Redelijk vroeg uit bed en de zon in. Tien groepsleden gingen vandaag naar het Isla del Sol; ook een bakermat van de Inca beschaving, helaas voelde ik me nog niet goed genoeg om mee te gaan; trouwens Gerard wilde ook liever het stadje bekijken.

thedraal

 

De Kathedraal, gebouwd in Moorse stijl, domineert dit stadje. In het mooie voorportaal worden dagelijks verse veelkleurige bloemen geplaatst.

Het zwarte beeld van de Virgin van Copacabana, gemaakt door een Indiaanse kunstenaar, staat in glas boven het altaar.
De kerk was enorm groot met prachtige beelden en schilderijen.

 

Met Bianca en Leo de lunch gebruikt en om 17.00 uur hebben we Leo uitgezwaaid. Bianca reed mee tot aan de grens zodat ze zeker wist dat alles goed geregeld was.
’s Avonds gevulde forel (uit het meer) gegeten, die smaakte voortreffelijk en toen we terug kwamen in het hotel had men zowaar onze kamers gedaan.
Foto's »

Vrijdag 23 oktober:     Copacabana > Puno in Peru
Om zes uur geen water voor de douche, moest nog worden aangezet!! Vijf minuutjes werden 45 minuutjes maar we konden douchen. Bianca kwam terug van de telefooncel en vertelde dat zij met de telefoonkaart kon blijven bellen; Paul liep onmiddellijk naar de cel en kwam terug met de mededeling dat ook hij gebeld had. Wij gingen het ook proberen. Ilse gebeld.
Na ons stond er nog een rijtje te wachten; echt Hollanders als het voor niets kan…..

08.30 Vertrek naar de grens van Bolvia – Peru, opgepropt in een klein busje reden we naar de grens, 9.00 uur Boliviaanse tijd. Het hele ritueel van entrada’s, stempelen, etc en daarna te voet met onze bagage naar de Peruviaanse douane. Aankomst in Peru om 8.00 uur locale tijd, het kantoortje was net open, maar de dame in kwestie had nog geen zin om te beginnen. Uiteindelijk met een traagheid die wij niet begrepen begon ze met stempelen etc.

Bolivianos omgewisseld voor Sols en in kleine busjes ging het verder naar het dorpje om over te stappen in een grote bus die ons uiteindelijk naar Puno zou brengen. Ro, onze Belgische reisgenoot, had zichzelf 2 plaatsen toebedeeld, maar de bus zat propvol dus moest hij uiteindelijk zijn tas op zijn schoot nemen. Onderweg stopte de chauffeur voor iedere passagier en je wil niet weten hoe we tijdens de rit gezeten hebben.

Het landschap waar we door reden was dor en droog met hier en daar kleine lemen huisjes bedekt met golfplaten.
De reis naar Puno duurde circa 3 uur. Het hotel was goed en heette Buho, de uil.
Geld gehaald voor een dag of vijf. Gegeten met Corrie en Inge in een Pizzeria. Daarna terug naar het hotel, een heerlijk hete douche genomen en uiteindelijk met z’n allen verzameld in de lobby van ons hotel. Olga, een gids, zou ons meenemen naar de drijvende rieteilanden.

rieteilandenEr zijn 40 drijvende rieteilandjes waarop 1100 indianen woonden. Het riet rot aan de onderkant weg en 1 tot 2x per jaar brengen de Uros Indianen aan de bovenkant nieuw riet aan. De Indianen woonden in kleine hutjes zonder verwarming en in de winter is het hier bar koud. Er was een school voor kinderen op een van de grotere eilanden en kinderen varen zelf met klein bootjes naar die school toe.

De eilanden kunnen niet wegdrijven, de bewoners steken lange stokken in het riet en omdat het meer niet diep is worden de eilanden zo vastgezet. Sommige eilanden waren vastgegroeid. Deze Uros Indianen leven van visvangst en van het toerisme. Op het eiland werden allerlei aardewerk schaaltjes en handwerk te koop aangeboden. De bootjes zijn overigens ook van riet gemaakt; lijken op Heijerdahl boten. Het was trouwens bijzonder om over die eilanden te lopen, soms leek het alsof de bodem onder je voeten verdween en het wiebelde steeds.
Er kwam slecht weer opzetten, dus moesten we helaas snel terug. Jammer ik had nog wel even willen blijven.

Zaterdag 24 oktober:     Puno > Juliaca
Om 5.00 uur was het weer dag, ontbeten en met de groep en gids naar Sillustani, een schiereiland in het Umayomeer. Hier bevonden zich Chullpas, stenen graftorens tot 12 meter hoogte. Deze dateerden uit de 12e tot 15e eeuw en werden gebouwd door de Colla’s, een van de vele pré-Columbiaanse volkeren uit de Andes. Het woeste landschap rond het Umayomeer was indrukwekkend. Olga, weer onze gids vandaag vertelde, dat adellijke personen die overleden waren, zijn vrouw met alle bedienden het graf mee innamen. Dat hebben we in andere culturen ook zien gebeuren; b.v. in het antieke Egypte. Soms werden 40 mensen tegelijk begraven, allemaal in foetushouding.

Bij onze busjes doken kinderen op die zich voor 1 sol lieten fotograferen, ze zagen er in onze ogen niet uit, snottebellen, smoezelige gezichtjes, kapotte kleren etc. en een lachje was niet te zien. Jammer.
We werden meegenomen naar een boerenfamilie en de vrouw des huizes liet ons de werkzaamheden op het land zien; met primitief gereedschap werd de grond omgewoeld en later werd er gezaaid. We konden in hun lemen hutjes kijken en het eten proeven wat ze klaar gemaakt hadden. Hun bolhoedjes blijven tijdens het werk ook op het hoofd.

Juliaca was de eindbestemming, daar zouden we de trein naar Cuzco nemen om 9.30 uur. De reis zou 12 uur duren en we reden over de Altiplano. Ondanks droogte en dorheid was de natuur van deze hoogvlakte adembenemend.
We hadden allerlei etenswaar meegenomen voor deze reis, maar de trein was nog niet vertrokken of een dame kwam langs met thee, koffie, frisdrank en versnaperingen.

treinstopTot aan Pucara heb ik geslapen, het was ook weer erg vroeg deze ochtend. Bij Pucara moesten we 45 minuten wachten op de trein uit tegenovergestelde richting. Indiaanse vrouwen met gebreide vesten en truien, jasjes en poncho’s liepen langs de wagons. Iedereen bood wat te koop aan. Gerard heeft daar een trui van Lamawol  gekocht voor 5 dollar, achteraf schandalig als je ziet hoe prachtig de trui eruit ziet en Gerard deze in de winter nog af en toe draagt. Nadat de andere trein aangekomen was konden wij verder.

In onze wagon zat een groep Engelsen waarvan de gemiddelde leeftijd 70 jaar geweest zal zijn. Een aantal heren moesten aan de zuurstof, zij hadden last van hoogteziekte en zuurstof helpt meteen.

Halverwege de treinreis kwamen we langs een bergketen La Raya genaamd. Dit was een natuurlijke grens tussen de provincies Cuzco en Puno, tevens het hoogste punt van dit traject: 4313 meter. Hier ontspringt de rivier Vilcanota die het Heilige Dal van de Inca’s voorzag met water. Nu wordt deze rivier ook voor rafting gebruikt. We hebben een paar uurtjes gerikt met Bernard, Philip en Inge.

In Cuzco werden we met 2 busjes van het hotel afgehaald. Het hotel in Cuzco lag tegen een rotswand aangebouwd en we hadden een aardige klim voor de boeg voordat we in onze kamers belandden. Iedereen was eigenlijk ontevreden, de spanning was te snijden. Ik dook onder de douche en het bed in. Gerard vertrok met een aantal groepsleden naar de stad op zoek naar een restaurant en later een kroegje. De kamers waren verder prima, de douche heet en de bedden goed.
Foto's »

Zondag 25 oktober:     Cuzco
Cuzco ligt op 3300 meter en had circa 300.000 inwoners. Volgens de legenden werd Cuzco gesticht in de 12e eeuw door de eerste Inca, Maco Capac, de zoon van de zon. De naam Cuzco komt van het Quechua-woord “gosgo” wat navel van de aarde betekent. Halverwege de 15e eeuw begon de expansie van het Inca rijk. Eind 15e eeuw strekte dit zich uit van het zuiden van Colombia tot onder Santiago in Chili.

ontbijtenIn 1532 kwamen de Spanjaarden die o.l.v. Francisco Pizarro het rijk van de Inca’s veroverden. Hoe ontwikkeld de Inca’s waren bleek bij de aardbevingen in 1650 en 1950 waarbij de meeste koloniale en moderne gebouwen zwaar beschadigd werden terwijl de Inca muren intact bleven. Veel huizen werden gebouwd op de oude Inca muren. Prachtig en kunstig tegelijk zoals deze muren in elkaar gezet werden zonder cement. De stenen pasten allemaal precies in elkaar en zo kon er zelfs een 12 hoekige steen ontstaan.

Ontbeten in restaurant Bagdad waar we vanaf het balkon goed het plein, Plaza de Armas konden overzien.
Er werd weer feest gevierd die dag. Dat begon met een militaire parade en hijsen van diverse vlaggen; de vlag van Peru en de regenboogvlag van de Indianen. Jammer, het was regenachtig weer. De straatjes verkend, Indiaans handwerk gekocht, muziek geluisterd, lekker gegeten. De dag vloog om. We moesten ’s avonds met een taxi naar het hotel, niet echt veilig in de achteraf straatjes.
Foto's »

Maandag 26 oktober:     Cuzco > Aquas Calientes > Machu Pichu
Om 5.00 uur ging de wekker. Ontbeten en om 6.00 uur met de bus naar het station.
We hadden weer besproken plaatsen in de trein. Om het dal uit te komen waarin Cuzco lag moest de trein zigzaggend de berg op, d.w.z. een stuk vooruit, dan een stukje achteruit. De wissel werd dan verzet en dan gingen we weer vooruit, stukje achteruit, wissel weer verzetten en zo 4x heen en weer. Vreemde gewaarwording en ook weer heel bijzonder.

Na 3½ uur stopten we bij kilometerpaal 104 en daar verlieten Paul, Marjan, Inge, Corrie en Bianca de trein. Met een gids zouden zij de verkorte route van de Inca trail lopen. Wij kwamen na een half uur in Aquas Calientes aan. Op het station zou een gids genaamd Coco staan. Geen gids gezien, dus zelf op weg naar ons hotel. Vlak bij de warm water bronnen.
Met z’n allen snel iets gegeten en toen met de bus naar Machu Pichu. Een half uurtje rijden en we stonden in een enorme Inca nederzetting.

De ruïnes van de Machu Pichu zijn ontdekt in 1911. Het is een van de prachtigste maar ook raadselachtigste sites in de antieke wereld. Van beneden af was deze plek niet te zien, waarschijnlijk daarom destijds niet door de Spanjaarden ontdekt. De stad was omringd met landbouwterrassen om de bevolking te voeden en water haalden men uit de bergen.
2000 meter boven de rivier de Urubamba maakten de Inca’s van deze plek een geheime, ceremoniale stad.

zonnetempelWe zagen de zonnetempel, paleizen, baden, voorraadkamers, gevangenis en zo’n 150 huizen in opmerkelijk goede staat.
Deze bouwwerken, gekapt uit graniet van de bergen, waren architectonische wonderen.

Een voorrecht om hier rond te mogen dwalen en enigszins de sfeer te kunnen proeven van eeuwen geleden.


Rond het avondeten zakten we weer af naar Aquas Calientes. Gegeten en het bed ingedoken.
Foto's »

Dinsdag 27 oktober:     Aquas Calientes > Cuzco
Goed geslapen; wakker gekraaid door een haan; ontbeten op het terras van de overbuurman en daarna de warmwater bronnen van een afstand bekeken. We vonden het niet meer aantrekkelijk na het piesverhaal van Bianca.

Aguas CalientesVanaf 12.00 uur op een stationsterras gezeten; het stadje lag aan de spoorrails. We kregen een goed beeld van het leven in Aquas Calientes; onderhandeld met vrouwen over poppen en incakalenders etc. De lokale trein stopte voor ons terras; alle goederen werden uitgeladen en op het perron geplaatst; werd wel een keer afgehaald. Enorme bedrijvigheid en daartussen volle eettentjes.
Ook werden buitenlandse meiden versierd door de lokale “boys” met muziek en gezang.

Om 16.00 uur reden we met de trein weer terug; om Cuzco binnen te komen werd er weer een zigzaggende beweging gemaakt over de berghelling.

Terug in het hotel kregen we kamer nummer 8, een eindje hoger klimmen dan voorheen. Sommigen moesten uitwijken naar een ander hotel vanwege foutieve boekingen.
Alle bagage uit de kluis gehaald, snel naar het centrum voor geld en daarna eten bij Estancia, was erg lekker.
Foto's »

Woensdag 28 oktober:     Cuzco
Goed geslapen op kamer 8. Na negen uur kregen we onze oude kamer terug. Alles weer omgezet en het centrum ingelopen voor het ontbijt. Nadien geld gehaald, VVV opgezocht voor een toeristenticket, niet gevonden. Uiteindelijk bij het museum gekocht.

Om 14.00 uur hadden we een toer door de stad afgesproken.
We startten bij de Kathedraal; deze heeft 11 kapellen waaronder een zilveren kapel die op de 1e dag van de Heilige Week wordt rond gedragen over het centrale plein. Het priesterkoor was helemaal uit hout opgetrokken en alle figuren waren met de hand uitgesneden, de kerk was overwegend in Barokstijl gebouwd.

Daarna reden we naar Coricancha; deze Inca ruïne (vroeger de rijkste tempel van het Inca-imperium) vormde de ondergrond van de koloniale kerk Santo Domingo. In de Incatijd was Coricancha bedekt met goud; alles werd door de Spanjaarden meegenomen.
Het was vreselijk slecht weer, bij Sacsayhuaman bleef ik in de bus zitten terwijl Gerard probeerde te filmen.

Sacsayhuaman vormde samen met Cuzco een Poema; de Poema was een van de belangrijkste dieren in het Incarijk. De stad vormde het lijf en de overgebleven steenresten van Sacsayhuaman vormde destijds de kop. Op deze plaats was het bestuurlijk centrum gevestigd, o.a. voor astronomie, politiek, wetenschappelijk en financieel beleid. In de volksmond wordt dit bouwwerk ook wel sexy woman genoemd.

Door naar Quenko; betekende labyrint; het gedeelte waar het altaar stond was altijd belicht door de noord/zuid en oost ingang; deze ruimte was bekleed met goud zodat het licht optimaal benut werd. Op 21 juni valt door de stand van de zon een schaduw van een Poema achter op deze rots.

Puca-Pucara was een oud fort, rood gekleurd vanwege het gesteente. Dit fort werd veel gebruikt in de Incatijd door boodschappers.
Tambomachay; uit deze muren zou water stromen dat goed was voor de eeuwige jeugd. Weinig water gezien, wel veel bedelende jeugd.

Half zeven terug in Cuzco; achter in Gringo street een restaurantje gevonden. Pizza gegeten en met de taxi terug naar ons hotel.
Boven in de ontbijtzaal aan de pils gezeten. We hadden een pracht uitzicht over de stad en met een van de jongens van het hotel gesproken. De regentijd kwam er aan en dan was er weinig werk. De meeste hotelbedienden werden dan ontslagen en in Cuzco was er dan weinig te doen. Ontzettend triest.
Foto's »

Donderdag 29 oktober:     Cuzco > Heilige vallei
Om 8.00 uur met 2 busjes op weg naar de Heilige Vallei; het was ongeveer 1 uur rijden naar Pisac. De eerste stop was bij een lokale markt; leuke Peruviaanse muts voor Inge gekocht.
Pisac lag 32 kilometer verwijderd van Cuzco; rijdend over een asfaltweg was dit de meest aangename route om te starten in de Urubamba vallei ook wel Heilige Vallei genoemd.

Peruano typicoPisac bestond uit een oud en nieuwe deel. We begonnen in het koloniale “moderne” gedeelte.
Op de plaatselijke markt. Prachtig uitziende dames met verschillende hoofddeksels, het stel dat graag op de foto wilde droegen een soort van lampenkap. De gewone bruine bolhoedjes, en witte hoge hoeden waren ook prachtig en zeker de Peruviaanse man met zijn gebreide muts. Kleurrijk en prachtig.

Daarna trokken we naar het oude Incafort 600 meter gelegen boven de “moderne” wijk. De ruïnes lagen op de kam van de berg met aan iedere kant een gorge gevormd door de rivier de Kitayamo aan de westelijke zijde en de Chongo rivier aan de oostelijke zijde. Tegen de berghellingen aan lagen schitterende terrassen waarop boeren werkten. Het oude fort gaf een goed beeld over het leven van vroeger en we hadden een fantastisch uitzicht over Pisac.
De lunch werd gebruikt in Calac; daarna gingen we op weg naar Ollantaytambo. Hier eindigde de weg van de Heilige vallei.

 


In het oude fort van Ollantaytambo trok Manco Inca zich terug toen hij in Sacsayhuaman de strijd verloren had tegen de Spanjaarden. Het steile terras voor het fort, voor de Inca’s was dit een tempel, was door de Spanjaarden moeilijk te nemen, dus verloren zij hier hun strijd; de overwinning van Manco was echter van korte duur want de Spanjaarden kwamen terug met een enorm leger. De berghellingen achter het fort werden gebruikt als begraafplaatsen voor de Inca’s.

Ook zagen we bij een bepaalde lichtval een prachtig masker tevoorschijn komen naast de begraafplaats. Ollantaytambo was een aardig plaatsje met smalle straatjes en oude huisjes.
We reden terug naar Chinchero; een echt Indiaans dorpje met Inca ruïnes en op zondag een kleurrijke markt. Nu was er echter ook markt, misschien niet zo uitgebreid.

Terug in het hotel de rekening betaald van de was en de gebruikte drankjes.
’s Avonds met de groep gegeten in restaurant Turtilla, dat was knoert gezellig. Paul en Jose namen de vleesfondue, wij moesten opschuiven omdat de boel erg spatte. Hier gaf men spekjes bij de vleesfondue en dat spatte enorm. Daarna ging iedereen mee naar de disco Ukukus en daar ontmoetten we het vriendje van Bianca, Jan Karel (Juan Carlos). Het was berengezellig maar om 11.00 namen wij een taxi terug.
De volgende ochtend was het weer vroeg dag.
Foto's »

Vrijdag 30 oktober:     Cuzco > Lima > Aruba
Om 4.00 uur opstaan, bagage werd gelukkig door de jongens van het hotel naar beneden gebracht; ontbeten op het vliegveld en rond 6.30 uur liepen we door de controle heen. Ik piepte van alle kanten, mijn zakken moesten leeg etc. Gelukkig kon ik daarna doorlopen.
Vijftig minuten duurde de vlucht en tegen 8.00 uur stonden we op het vliegveld van Lima te wachten op de agent.

Onze bagage ging in een kluis en wij reden met een gehuurde bus en gids naar Centraal Lima; als eerste bezochten we Plaza San Martin met een bronzen standbeeld Generaal San Martin, de bevrijder van Peru.
Het centrale en belangrijkste plein in iedere Peruviaanse stad wordt vaak Plaza des Armes genoemd. Dit grote plein was vroeger het hart van Lima, maar alle oude gebouwen zijn verdwenen. Het oudste overblijfsel was de bronzen fontein uit 1650.

Het oudste gebouw was de Kathedraal, na de aardbeving opgebouwd in 1746. Het interieur lijkt op vele kerken in Zuid Amerikaanse kerken. In deze kerk lagen de overblijfselen van Francisco Pizarro.
Aan de linkerzijde van de Kathedraal lag het Aartsbisschoppelijke Paleis; dit was een redelijk modern gebouw (1942).
Het Gouvernementsgebouw werd in dezelfde periode gebouwd. Alle gebouwen aan dit plein zijn modern, waaronder ook de municipalidad (stadhuis). Op de hoek van dit plein staat een standbeeld van Francisco Pizarro.

LimaLekker koffie gedronken in een van vele kleine cafés.
In een zijstraat van Plaza des Armes lag het Roze Postkantoor, ook de binnenkant van dit gebouw was overwegende roze. Het centrale park opgezocht en Gerard heeft voor de laatste maal zijn schoenen laten poetsen. Miraflores ofwel Liefdespark stond vol bloemen en bijzondere liefdes beelden. Daarna reden we naar La Punta  waarvan we een mooi uitzicht hadden over zee en het bovenliggende gedeelte van Lima.

Gezamenlijk de lunch gebruikt en daarna het Gouden Museum bezocht. Prachtige gouden maskers bewonderd, jammer dat we er geen foto’s mochten maken.
Prachtige dag gehad in Lima en rond 18.00 uur zaten we weer op het vliegveld waar we ons tot 21.00 uur moesten vermaken. Dat viel niet mee.
Foto's »

 

 

Zaterdag 31 oktober:     Aruba > Amsterdam > Eindhoven
kaartjeWe hadden een stopover van circa 2.00 uur in Aruba. We landden daar 1.00 uur in de ochtend en wilden wel even de benen strekken. Bloedheet en vochtig, geen aangename stop.
Tegen 17.00 landden we uiteindelijk weer op Nederlandse bodem. Met de trein naar Eindhoven en circa 20.30 uur thuis.


Met een prettig gezelschap genoten van een geweldige reis, veel gezien soms ook heel vermoeiend, maar een reis om niet te vergeten.

Irene


 

© G.M. van Gool