Rondreis Egypte
28 maart t/m 11 april 1999.
Zondag
28 maart: Amsterdam > Caïro
We werden door Helga en Enrico naar Schiphol gebracht. Het vliegtuig
van Egypt Air zou om 17.00 uur vertrekken, helaas hadden we 2 uur vertraging.
We vlogen over Italië i.v.m. de oorlog in Kosovo. We landden om
23.00 uur en passeerden de douane pas om 0.30. Een zooitje op het vliegveld.
Om 1.30 uur kwamen we in het Kanzy hotel aan en eindelijk konden we naar
bed. Om 3.30 uur zaten we weer rechtop in bed, wisten niet wat er gebeurde
maar de Imam riep iedereen op voor het ochtendgebed en de luidspreker
zat vlak bij het hotel. Het was alsof hij naast mijn bed stond.
Foto's »
Liesbeth was onze reisleidster en dat bleek een verademing in die verstikkende Islamcultuur. Lees meer »
Maandag 29 maart: Caïro
Om 9.00 uur vertrokken met een gids voor een excursie naar Saqqara, Gizeh
en Memphis.
Van de oude stad Memphis was niet
veel meer over aangezien de ruïnes als bouwmateriaal gediend hebben voor
veel gebouwen in Caïro.
De Sfinx van
Memphis is uit één blok albast gehouwen en woog 18 ton
en was in redelijke staat.
Beter was het gesteld met de daarbij behorende
dodenstad Saqqara. Is een van de belangrijkste overblijfselen
van het oude Egypte. Deze antieke necropolis was
de begraafplaats voor de inwoners van de nabij gelegen stad Memphis.
Saqqara is in feite het grootste openluchtmuseum
van het land. In de dodenstad bevonden zich meer dan 15 piramiden, waarvan
de grote trappiramide van Djoser (ca.
2360 B.C.) de belangrijkste was. Om het graf te markeren werd er een gebouw op geplaatst
waarin offers voor de dode gebracht werden; de mastaba.
De muren waren gedecoreerd met prachtige, gedetailleerde
reliëfs, met scènes uit het dagelijkse leven. Koningen wilden zich
natuurlijk onderscheiden van de burgers en om hun
status te benadrukken plaatsten zij een aantal mastaba’s op elkaar.
De piramide van Djoser is hier een duidelijk voorbeeld
van.
De piramide van Teti bevond zich
in het noordoosten van Saqqara’s dodenstad. Teti was de 1e Farao van de
6e dynastie. Zijn laatste rustplaats had een oorspronkelijke
hoogte van 52 meter maar lijkt nu meer op een berg puin dan op een piramide.
Via een nauwe doorgang konden we in de grafkelder
komen; waar een lege sarcofaag stond en tegen de wanden hiërogliefen
die gebeden uit het dodenboek verhaalden en verhalen
over het dagelijkse leven.
Unas was de koning in de 5e dynastie,
de laatste van het Oude rijk. Zijn piramide lag aan de zuidkant
van het Djoser complex. Oorspronkelijk had zijn
graf een hoogte van 43 meter, maar door eeuwenlange erosie restte nu nog amper
de helft. We zagen prachtige reliëfs, vaak
nog in originele kleuren. Veel verhalen uit het leven van de gestorvene, wachters
aan de ingang van de tombe. Uit de hiërogliefen
konden we de fauna uit de Faraotische tijd aflezen. We herkenden veel vogels,
maar het wild wat toen in de enigszins groene woestijn
leefde, is er helaas niet meer.
De graven werden gebouwd voor een familie. De tekeningen
zijn soms niet af omdat de persoon te vroeg gestorven is. Men heeft 70 dagen
de tijd (de duur van mummificatie) om de tombe af te werken. Na deze periode
kregen de piramides gladde wanden.
De grootste exemplaren zijn de op het Gizeh plateau
gelegen piramides.
Cheops. De piramide van Farao
Cheops, de grootste piramide in Egypte. Cheops was de grootste der farao’s;
hij regeerde 35 jaar over opper en neder Egypte.
Er werd 20 jaar door 100.000 man aan zijn piramide gewerkt. Bij oplevering
was deze piramide 146,50 meter hoog en nu
nog altijd 137 meter.
Cheops was de enige farao die de vier centrale
bouwonderdelen van zijn graf voltooide; de valleitempel, de tempelweg, de dodentempel en
de piramide zelf. Naast de dodentempel lagen 2 groeven voor de boot waarin de
Zonnegod volgens oud Egyptisch geloof naar de hemel
reisde.
Chefren. Farao Chefren,
zoon van Cheops, blufte toen hij de inscriptie “Chefren is de grootste” op
zijn piramide liet aanbrengen.
De hoogte was 143 meter en nu 136 meter, maar de
piramide leek hoger omdat het op een kunstmatig plateau gebouwd was. Chefrens
piramide was herkenbaar aan de goed bewaard gebleven kalkstenen bedekking aan
de top. Oorspronkelijk zijn alle piramiden geheel
bedekt geweest met kalkstenen. Deze gladde mantel gaf de bouwwerken hun volledige
piramidevorm.
Mycerinus of Mykerinos. De piramide
van Mycerinus, zoon van Chefren, was de kleinste van de drie.
Oorspronkelijk was het bouwwerk 66,5 meter hoog. Deze
piramide is behoorlijk beschadigd doordat een kalief uit de 16e eeuw, meende
dat alle piramides moesten worden gesloopt. Deze 3 piramides gelden als een van
de zeven wereldwonderen.
Bij deze piramides was het erg druk, vooral met lokale bevolking. Van
27 maart tot en met 30 maart was er 4 dagen offerfeest.
Aan de voet hiervan stond een enorme sfinx;
Farao Chefren heeft deze laten bouwen. De sfinx werd uit een rots uitgehouwen
en lag in een hoefijzervormige geul. Onder deze sfinx
bevond zich een groot meer waardoor restauratie in totaliteit heel moeilijk was.
Na het bezoek aan Memphis hebben we geluncht bij een
straattentje. Hier verkocht men Falafel; dit waren gefrituurde balletjes
van kekererwten. Het smaakte redelijk.
Een papyruszaak bezocht; we konden het procédé bekijken
en natuurlijk iets kopen.
’s Avonds een gezamenlijke maaltijd in een Libanees restaurant. Er werden
ons veel heerlijke gerechten voorgeschoteld. De Egyptische keuken is eigenlijk
een allegaartje van Turkse, Griekse, Palestijnse en Syrische kookkunst waarbij
de bereidingswijze wordt aangepast aan de lokale smaak.
Foto's »
Dinsdag 30 maart: Caïro
Caïro, “de moeder aller steden” is een metropool met
bijna evenveel inwoners als Nederland en een chaotische sfeer vol Oosterse
en Westerse elementen. Temidden van een kakafonie van verkeer, manoeuvreren
ezelskarren en ambulante theeverkopers. Veel vrouwen lopen nog gesluierd
en behalve in moderne westerse pakken zagen we ook nog veel mannen lopen
in lange gewaden. Islamitische koepels en minaretten worden afgewisseld
door strakke nieuwbouw met neon reclames en het geluid van de claxons
vermengde zich met het traditionele gebedsoproepen.
We begonnen onze
toer in Oud-Caïro ook wel Babylon genoemd waar
de Kopten wonen. Hier bevonden zich enkele oude Koptische
kerken evenals het Koptisch museum. De Kopten worden
onderdrukt door de Islamitische meerderheid.
Velen van hen werken op de vuilnisbelten, een klein aantal heeft bestuurlijke
functies.
Daarna reden we naar de Mohammed Ali Moskee; deze lag
op een berg en van daar hadden we een prachtig uitzicht op de stad.
Deze moskee werd gebouwd door een Griekse architect, genaamd Youssef
Bochna. Hij woonde in Turkije en heeft de Sophia Moskee in Istanbul als
voorbeeld genomen. Deze moskee kreeg de zogenaamde slanke of potlood
minaret.
Toen kwamen de Sultan Hassan Moskee en de Al-Rifa’i
Moskee aan de beurt. Prachtige gebouwen waar veel gebruik gemaakt
is van parelmoer en been ingelegd in houten vormen. Op lampen en soms op
de muren stonden spreuken uit de Koran. Verdere versieringen gebruikt
men niet in de Moskee.
De Ahmad Ibn Tulun Moskee, gebouwd
in 876 was slecht onderhouden; ook vanaf deze minaret hadden we mooi
uitzicht over de stad.
Daarna genoten van een lunch in het Milton Hotel tegenover het Egyptisch
museum.
Het Egyptisch museum was een absoluut hoogtepunt. Naast prachtige beelden
die chronologische de geschiedenis van Egypte lieten zien, waren er diverse
bontgekleurde mummiekisten en schitterende juwelen te zien. Hoogtepunt
waren de grafschatten van Toetanchamon, vooral zijn
dodenmasker.

Na het bezoek aan het museum reden we met taxi’s dwars door de
stad; wat een spektakel.
De Khaan El Khalili Bazaar werd ons doel. Jammer genoeg
waren er veel winkeltjes dicht i.v.m. de feestdagen, maar we hebben toch
even door de kleine straatjes gedwaald en de sfeer geproefd.
’s Avonds met de taxi naar restaurant Felfels. De rit er naar toe was wederom
spectaculair, zeker toen bleek dat de chauffeur de weg niet wist………..
Foto's »
Woensdag 31 maart: Caïro > Luxor
We reden om 7.30 uur i.p.v. 8.30 uur naar het vliegveld, politieverordening
en daar moest iedereen zich aan houden. Twee uur rondhangen, geen winkeltjes,
geen thee of koffie te krijgen en te weinig zitplaatsen. Uiteindelijk
kwamen we om 12.30 uur aan in het Windsor hotel in Luxor. Op het dakterras
konden we eten en we keken uit op de Nijl.
Luxor, de stad van de honderd poorten. Het straatbeeld
van deze knusse stad aan de Nijl werd bepaald door talloze bontversierde
koetsjes die als taxi dienden; de Kalesh.
De antieke naam van Luxor was Thebe.
Vanaf het middenrijk rond 2037 v.Chr. verplaatsten de Farao’s de hoofdstad hier
naar toe. Hoe machtig de stad was, was nog af te lezen aan
de imposante tempelcomplexen, lanen met ramskoppige sfinxen en indruk-wekkende
graven.
Het hoogtepunt was ongetwijfeld Karnak.
We huurden een kalesh met Jan en Yvonne en gingen op weg voor een bezoek.
Het hart van dit complex was de Amontempel.
Het beroemdste/bekendste deel is het zuilenbos; 134 zuilen met papyruskapitelen
links en rechts van de middengang. Prachtige reliëfs
en tekeningen zagen we op de zuilen en al lopend door dit prachtige geheel voelden
we ons heel klein worden.
Aan de ingang van het zuilenbos stond een reusachtig
beeld van Pinedjem.
Twee van Karnak’s obelisken stonden nog overeind;
de westelijke werd gemaakt door Tutmosis I en de andere werd neergezet
door Hatsjepsut de derde was omgevallen
en lag bij het heilige meer. Aan het meer stond een enorme scarabee ter ere van
de zonnegod van Amenhotep III.
De tempel van Karnak was ooit door een allee van
sfinxen met ramskoppen verbonden met de tempel die in hartje Luxor stond.
Tegen het einde van de middag liepen we langs de Nijl terug naar het
hotel. Allerlei mensen liepen om en langs ons heen met koopwaar, aan
bod van boten, koetsjes, taxi’s. Ze wilden allemaal iets van ons.
Deze lieden konden de toeristen niet met rust laten.
Liesbeth, onze reisbegeleidster had een aardige eettent opgezocht en
de hele groep ging mee.
Foto's »
Donderdag 1 april: Luxor
Slecht geslapen, veel lawaai en om 3.30 uur begon ook hier de Imam op
te roepen voor gebed
De Luxortempel kwam vandaag aan
de beurt. We liepen over de sfinxen allee en kwamen zo op het Ramses
II plein uit. Deze tempel werd gebouwd
door Amenhotep III en Ramses II, en gewijd aan de Thebaanse drie-eenheid
Amon, Mout en Chons.
Twee kolossen van Ramses II hielden bij de ingang
de wacht. Vlakbij stond de uitzonderlijk fraaie, roze granieten obelisk van Ramses
II, een tweede obelisk werd door Mohammed
Ali in 1831 aan Frankrijk geschonken en siert nu de Place de
la Concorde in Parijs.
Het oudste gedeelte van het complex, de tempel
van Amenhotep, was met zijn zuilen en kelkkapitelen, een van de mooiste
tempels op dit complex. Ook de grote hypostylenzaal en
het Ramses II plein omgeven door papyruszuilen en krijgers waren schitterend
om te zien.
Farao Amonofis III is met de bouw
van deze tempel begonnen in de XIV B.C. en onder Ramses III werd deze tempel afgebouwd.
Een koffiestop en nadien verzamelden we ons voor het
konvooi naar de tempels van Dendera; hier konden we de bijna
intact gebleven Hathor tempel bewonderen.
Deze tempel werd gebouwd door Keizer Domitianus en Trajanus op
de fundamenten van een veel ouder gebouw.
Hathor was de vrouw van Horus en moeder van de goden.
Op de schitterende zuilen
zagen we Hathor afgebeeld met horens met zonneschijf
ertussen, ook als koe of als vrouw met een koeienhoofd.
Op het dak van de tempel hebben we een replica van de dierenriem bewonderd.
Het origineel bevindt zich in het Louvre te Parijs.
We hadden ook een prachtig uitzicht over de Nijl
vallei vanaf het dak.
De achterwand van de tempel bevatte een aantal
prachtige reliëfs, waaronder Cleopatra, Julius
Caesar met zoon Caesarion.
Ook prachtige leeuwenkoppen als spuwers.
Foto's »
’s Avonds kregen we een voorstelling van een buikdanseres tijdens het eten.
Die buikdanseres was een aanfluiting, het eten was redelijk.
Vrijdag 2 april: Luxor
Het Luxor Museum, een cadeau van de Franse president
Giscard d’Estaïng, had een kleine maar zeer goed gekozen collectie
vondsten uit Luxor en omgeving. We konden hier een aantal voorwerpen
uit het graf van Toetanchamon zien. De interessantste
voorwerpen echter waren die van Echnaton, op de 2e verdieping.
Hier stond de reconstructie van een 17 meter lang muurgedeelte en de
reliëfs toonden Echnaton en zijn mooie vrouw Nefertiti.
Na het museum liepen we naar de Bazaar, we hadden nog enkele ideetjes
om iets te kopen. Toen die lui dat in de gaten kregen, werd er een heel
scala van producten tevoorschijn gehaald, kleine stoeltjes en thee natuurlijk.
Prijs gesteld voor een tas die ik wilde hebben, vond de eigenaar eigenlijk
te weinig maar als hij er 2 kusjes bij zou krijgen deed hij het daarvoor.
Gerard rekende af en de eigenaar wilde dus mijn 2 kusjes. Gerard stond
op en zei: "Kom" en we gingen…………….grote hilariteit,
maar hij kon de humor er wel van in zien. Hij gaf nog een aantal visitekaartjes mee voor onze vrienden zodat zij ook de weg naar hem konden
vinden.
Om 15.00 uur gingen met een bootje de Nijl over naar de Westoever voor
een bezoek aan het dal der Edelen. We kregen ieder een
ezeltje toegewezen; ik was daar niet happig op maar het kon niet anders.
We hobbelden op de ezels naar Deir El Medina, het dal
der kunstenaars, hier woonde iedereen die bij de aanleg van de koningsgraven
en dodentempels betrokken was.
We bezochten de tombe van Userhat,
deze bezat prachtige muurschilderingen. Door middel van ijzeren platen
en 2 mannen kregen we een mooie kans om foto’s te maken, weliswaar
zat hier een dubbele bakshis aanvast. De 2e tombe,van Ramose,
die we bezochten was niet af; er waren nog hele stukken muur onbewerkt;
hij was te vroeg overleden.
Bij deze tombe moesten we meer geld betalen voor het maken van foto’s,
maar het was de moeite waard.
Verder reden we op onze ezeltjes naar Medinet Habu;
tempel van Ramses III.
We waren eigenlijk te laat voor deze tempel; mochten er niet meer in
want om 17.00 uur werd de site gesloten. Uiteindelijk kregen we 10 minuten
en we liepen dus zo snel mogelijk naar de achterkant van de tempel. Daar
lagen enorme voorraadpotten. We zagen prachtige in reliëf uitgesneden,
gekleurde pilaren. Gieren, met uitgespreide vleugels tegen het plafond
ter bescherming tegen het kwaad. Ook weer prachtige hiërogliefen.
De tijd was veel te kort.
Uitleg kregen we nadien van Liesbeth over deze tempel; er lag een aanlegsteiger
bij de hoofdingang, vroeger was de huidige weg een kanaal. Bijzonder
was dat de grote poort de vorm had van een Syrische vesting. Het gewelf
van het allerheiligst is het oudste gemetselde gewelf in Egypte.
Rechts
op het voorplein lag de Amon tempel.
De eerste pyloon van de tempel van Ramses III zelf liet aan de onderzijde
een opsomming van landen zien die de machtige Farao veroverd had. Aan
de achterzijde van deze pyloon zagen we hoe krijgsgevangenen langs een
feestvierende meute werden gevoerd. Misselijk detail was alle afgesneden
tongen, afgehakte handen en penissen.
Op de noordoostelijke muur zagen we afbeeldingen van veldslagen.
We bleven op de westoever om te eten. Na het eten werd er feest gevierd;
alleen Egyptische mannen die met elkaar dansten of met een van onze dames.
Het aanraken van vrouwen buitenshuis werd niet toegestaan in de Islamitische
cultuur; daarom waren er geen vrouwen, alleen de plaatselijke “del” was
aanwezig. Die mannen wisten niet van ophouden, bleven muziek maken en
dansen. Wij wilden tegen middernacht wel naar huis.
Foto's »
Zaterdag 3 april: Luxor > Aswan
Wake up call om 5.30 uur. Om 6.30 zouden we in konvooi vertrekken naar
Aswan. De bus kwam pas om 7.00 uur. Een uurtje later kwam er een koffiestop.
Het laatste stuk van de route kregen we een militair met een groot geweer
in de bus. Om 11.30 kwamen we in Aswan aan.
Hotel Kalbaska was voor 3 dagen onze pleisterplaats.
Aswan is de meest zuidelijke stad van Egypte, gelegen op een strategisch
punt aan het eerste Cataract (stroomversnelling) in de Nijl. Tegenover
ons hotel lag het “Old Cataract Hotel”, een luxe, koloniaal
hotel waar we de lunch hebben gebruikt en eventueel konden blijven zitten
voor de High Tea. Dat laatste hebben we niet meer gedaan; voor de lunch
moesten we al minimaal 35 pond besteden!!
Overigens hadden we hier een prachtig uitzicht over het dal van de Nijl.
Het Nubisch museum wat we wilden bezoek was dicht, terug naar ons hotel
en een siësta gehouden.
We zouden om 19.00 uur verzamelen in de lobby en naar het Panorama restaurant
lopen. Alcohol werd hier niet geschonken, wel heerlijke vruchtensappen.
Na het diner kregen we een klein kopje ondersteboven voor onze neus.
Niet omdraaien werd er steeds gezegd. Uiteindelijk moesten we aan de
onderkant van dit kopje tikken en daarna omdraaien en ruiken!! Het rook
heel sterk; hierna konden we een wens doen.
Een vreemde koffiekan kwam op tafel; een omhulsel met daarin kooltjes
waarop een kleine kalebas met koffie; dit was Bedoeïenen koffie.
Afgezakt in de bar van ons hotel.
Foto's »
Zondag 4 april: Aswan
Wake up call om 6 uur. We vertrokken om 7.00 uur met een bootje naar
de Philae tempel.
Door de reconstructie van de oude dam kwam de tempel van Philae in
het water te staan. Door de bouw van de High Dam zou deze tempel voor
altijd onder water komen te staan. Men heeft een nieuw eiland gecreëerd
zodat de tempel voor het nageslacht bewaard zal blijven.
Met de hulp van archeologen uit heel de wereld is de verplaatsing prima
verlopen,
Op Philae vond Isis het hart van
haar man Osiris. Osiris werd vermoord door Seth en
verspreidde de lichaamsdelen over heel Egypte. De
Ptolomeëen bouwden hier een tempel ter ere van Isis, net als op alle andere
plekken waar zij resten van Osiris gevonden hadden.
Isis was een van de belangrijkste godinnen en ze
werd vereerd lang nadat het Christelijke geloof haar intrede had gedaan. Haar
tempel was de laatste Egyptische tempel die gesloten
werd.
Verder hebben we een kleine Hathor tempel bezichtigd.
Isis en Hathor worden praktisch identiek uitgebeeld.
Ook nog het heiligdom van Imhotep bekeken.
Onder gezang van kleine jongens (wilden hiervoor een bakshis) zeilden
we op een felluca via het mausoleum van de Aga Khan naar de botanische
tuinen. Prachtige bomen met fel gekleurde bloemen en diverse bomen zaten
vol met zilverreigers.
's Avonds met een motorbootje naar een Nubisch dorpje waar we “uitgenodigd” waren
om te komen eten. Een kilometer voor dit dorpje stonden kamelen klaar voor de
liefhebbers. Gerard en ik zagen hiervan af en voeren verder met bootje.
Door de High Dam moesten deze Nubiërs ook verhuizen. Om tegemoet
te komen aan deze gedwongen verhuizing, betaalden de mensen weinig tot
niets aan elektriciteit.
Het eten smaakte heerlijk; we zaten op matten op de grond.
Daarna werd er door de mannen met ons feest gevierd; als er al vrouwen
kwamen kijken werden ze weggestuurd; feest is hier dus alleen voor heren!!
Foto's »
Maandag 5 april: Aswan (35 °C)
Ontbeten aan de Nijl in een “ballentent”; alles was kapot;
het ontbijt smaakte echter goed.
Nadien bezochten we het Nubisch Museum. Dit museum is pas in het najaar
van 1997 geopend en had nog weinig bezoekers ontvangen omdat in november
1997 een aanslag bij de Koningsgraven heeft plaats gevonden waardoor
het toerisme in elkaar zakte.
Dit museum toonde de woon- en werkzaamheden van de Nubiërs.
Om 12.00 uur vertokken we naar het vliegveld waar we om 13.30 uur zouden
vertrekken naar Abu Simbel.
Mooi niet………………Het vliegtuig kwam
1½ uur later en kwamen we pas om 15.45 aan op het vliegveld van
Abu Simbel en toen moesten we nog 15 minuten met de bus, er was niets
voor ons geregeld. De chauffeur van de Duitse groep nam ons uiteindelijk
mee. We moesten om 17.00 uur weer terug zijn; met een sneltreinvaartje
zijn we door dit complex gevlogen. Ook Abu Simbel heeft plaats moeten
maken voor de High Dam en men heeft de tempels tegen een kunstmatige
berg geplaatst.
Abu Simbel was gewijd
aan de triade van Amon-Re, Re-Harakty en Ptah (god van
de duisternis). Dieper liggende motieven voor het gebouw
van dit complex in de Nubische Woestijn waren Ramses II zelfverering
en het tonen van macht aan de Nubiërs.
Voor de grote tempel van Ramses II staan 20 meter
hoge beelden; deze beelden werden ter plekke vervaardigd en net zoals de tempel uit
de rotsen gehakt. Na de ingang volgde het grote voorhof met 8 Osiris zuilen.
Op de wanden waren tekeningen aangebracht die de strijd
tegen de Nubiërs uitbeeldden. Na het voorhof volgde de kleine zuilenzaal
en daarachter het allerheiligste. Tegen de achterste muur
zaten 4 beelden te weten: de drie goden Ptah, Re-Harakty en Amon-Re. Ramses
II had zichzelf tussen de goden geplaatst.
De tempel is zo georiënteerd dat 2 x per jaar
de eerste stralen van de ochtendzon recht in het 64 meter diep gelegen heiligdom
binnen drongen. De stralen van de zon verlichtten
de beelden van de Goden tegen de achtermuur, behalve Ptah.
Rechts van de grote tempel stond de kleine tempel
van Hathor. Ramses II liet deze bouwen voor zijn vrouw Nefertari.
De façade bestond uit 6 grote beelden, 4
van Ramses II en 2 van zijn vrouw Nefertari. Zij werd hier even groot afgebeeld
als haar echtgenoot wat uitzonderlijk was. De kolossen
werden geflankeerd door prinsen en prinsessen. Na de ingang betraden we
de zuilenhal. De zuilen droegen het hoofd van Hathor
in de gedaante van een koe.
We zijn door het binnenste van de kunstmatige berg gelopen en hier en
daar zagen we nog bouwtekeningen die met de verplaatsing te maken hadden.
We liepen nog even langs het Nassermeer, ontstaan door de bouw van High
Dam. De dam werd bewaakt door militairen. Als de dam zou breken, verdwijnt
Egypte.
Stevig doorgelopen en op tijd voor de bus en het vliegtuig terug naar Aswan.
Foto's »
Dinsdag 6 april: Aswan
varend op een feluca
Wake up call om 6.00 uur, Met de bus om 7.00 uur op weg naar de Feluca’s.
Vandaag zouden we met 2 feluca’s waarvan de ruimtes waren dicht
gemaakt en vol gelegd met matrassen, zodat we comfortabel konden liggen
en zitten, zeilen over de Nijl.
Verder was het erg primitief, voor het “toilet” moest aan
een bosrijke oever aangelegd worden, water om te wassen hadden we niet
en het water uit de Nijl konden we niet gebruiken i.v.m. Bilharzia. Het
was wel heerlijk relaxed, in de zon met de wind in de zeilen.
’s Middags een stop voor de lunch die de bemanningsleden hadden klaar
gemaakt. Een 2e stop was voor een mierzoete taart en thee.
Rond 18.00 uur meerden we aan voor het avondeten. Na het eten ging het
zonnedak dicht en rondom werd een gordijn gehangen zodat we ons ineens
in een tent bevonden. Het koelde erg af op het water maar in de tent
bleef de warmte aardig hangen.
Foto's »
Woensdag 7 april: Kom
Ombo > Luxor
Vroeg wakker, ontbeten en tegen 7.30 kamen we bij de tempel van Kom
Ombo aan. Het was al redelijk druk.
Kom Ombo was een unieke
tempel en opgedragen aan 2 Goden; Sobek en Haroëris en lag op een
lage zandduin in een bocht aan de Nijl.
De tempel was over de gehele lengte in tweeën gedeeld; de oostelijke
helft was voor de God Sobek,
met krokodillenkop; de westelijke helft voor Haroëris deze
was met zijn havikskop een van de incarnaties van Horus.
In Kom Ombo werden de reptielen beschouwd als heilige
beesten, in die tijd dat de tempel in gebruik was, wemelde het in de Nijl van
krokodillen, ze hadden zelfs een bassin in de tempel. De krokodillen werden ook
gemummificeerd.
Prachtige reliëfs. In het Ptolomea tijdperk
werd steen rondom de figuren weggehakt en zo ontstonden schitterende reliëfs.
Rond 9.00 uur zou de bus ons ophalen bij Kom Ombo. Geen bus te zien en
na ettelijke telefoontjes kwam hij met onze bagage aanrijden. We hadden
ons moeten aansluiten bij een konvooi wat naar de tempel Edfu reed. Door
hem waren we te laat en moesten wachten op nieuwe begeleiding en dat
duurde nog wel even.
Bij Edfu lag de aan de zonnegod Horus gewijde tempel.
Horus de zoon van Osiris, nam wraak op zijn vaders moordenaar door zijn hart
te doorboren met een speer. Deze tempel is gebouwd op de plaats van het dodelijke
gevecht.
De tempel was na de tempel van Karnak, de grootste van
Egypte en domineerde de gehele westzijde van het Nijl stadje Edfu.
Op religieus gebied was deze tempel bijzonder belangrijk.
Ieder jaar reisde de godin Hathor vanuit haar tempel te Dendera hierheen om haar
gemaal, de valkgod Horus te bezoeken. In hun eigen zonneboten herenigde de 2
Godheden zich in het midden van de Nijl en daarna was het 14
dagen groot feest.
De entree van deze tempel wordt bewaakt door 2
zwart granieten valken.
Een zeer fraai bewaard gebleven tempelcomplex doordat de tempel pas in
1860 van het woestijnzand bevrijd werd.
Foto's »
Donderdag 8 april: Luxor
 Wake up call om 5.00 uur. Vertrek naar het Dal der Koningen om 6.00 uur
Liesbeth had voorgesteld zo vroeg mogelijk te gaan omdat dit Dal ontzettend
veel toeristen aantrekt en tegen 9.00 uur druk begint te worden.
Als eerste stopten we bij de Memnon Kolossen;
2 bewakers van de gigantische tempel van Amenophis III.
Doorgereden, kaartjes gekocht en toen betraden we het Dal
der Koningen; of wel de necropolis van het Oude Thebe.
Na de periode van piramides waren de Egyptenaren overgegaan
tot het begraven in graftombes in deze enorme dodenstad.
Als eerste bezochten we de Tombe van Ramses
VI, dit 104 meter lange graf lag boven het graf van Toetanchamon, bijzonder
compleet en daardoor zeer zeldzaam waren de afbeeldingen
uit het Poortenboek en Dodenboek. We zagen prachtige
hiërogliefen en ook een grote afbeelding van Nut,
de godin van de hemel.
Daarna kwam de graftombe vanTutmosis
III aan de beurt, de ingang lag hoog, binnen liepen we door een
fraai gedecoreerde hal naar de kamer met de 2 kolommen met daarachter de grafkamer.
Alle wanden en plafonds
waren bedekt met prachtige reliëfs en hiërogliefen. Het grafgewelf was versierd met sterrenbeelden.
Het graf
van Sethi I was dicht, heel jammer, want dit was een complexe tombe
omdat men door een groot aantal gangen en trappen
de grafkelder kon bereiken.
De tombe van Ramses III was een
langwerpige, ondergrondse gang met helemaal achterin en verbrede grafkelder.
De wanden in deze tombe werden gedecoreerd door familieverhalen en afbeeldingen
van de keuken en de Nijl in prachtige kleuren. Heel
goed bewaard gebleven.
Het graf van Horemheb was gesloten.
In het graf van Toetanchamon waren we niet geweest, alle prachtige
voorwerpen lagen in het Egyptisch Museum en dat
hadden we al bezocht.
De grafkelder van Ramses I was
ook gesloten, we troffen het niet.
Liesbeth verzamelde de groep en we liepen naar de tempel van Hatsjepsut;
hier heeft in november 1997 een bloedig aanslag plaats gevonden waarbij
een aantal toeristen het leven lieten; er was nog veel politie op de
been.
De terrassentempel Hatshepsut was
een bijzonder monument. De tempel lag tegen een steile rotswand, waarin het gedeeltelijk
was uitgehakt. Deze tempel werd gebouwd door de
beroemde Farao-Koningin ter ere van Godin Hathor.
We zagen mooie pilaren met het hoofd van Hathor, in
reliëf uitgesneden afbeelding van Hathor als koe waarbij zij haar zoon zoogde.
Prachtige gekleurde reliëfs van krijgers;
jammer genoeg waren er een aantal flink beschadigd omdat de Kopten die later wilden verwijderen.
We dronken koffie in restaurant Hatshepsut en kochten daar een “kat
gemaakt uit basalt” voor Helga en een albasten vaas voor Ilse.
Achteraf bleek de kat een vreselijke miskleun, het was gewoon gips, genept
dus!! Later met Liesbeth teruggegaan en geruild tegen een andere kat.
Daarna op weg naar de Tombe van de architect Sennedjem,
deze was kleiner dan de tombes van de koningen maar zeker zo fraai bewerkt.
Foto's »
Vrijdag 9 april: Luxor > Hurghada
Wake up call om 6 uur. Vertrek in konvooi om 7.00 uur. Allah zorgde ook
vandaag voor vertraging. We vertrokken pas om 8.15 uur.
Het Sinaï-schiereiland is een prachtige rotswoestijn met bergen,
valleien, canyons en oases. We reden in een lange sliert door dit prachtige
gebied richting Hurghada.
Hurghada heeft een enorme groei doorgemaakt omdat toeristen deze plek
als zon, zee en standbestemming hebben ontdekt, cultuur is er niet maar
deze stad is een goede uitvalsbasis voor het snorkelen. De wateren voor
Hurghada zijn warm en het favoriete leefgebied van een aantal bijzondere
vissen en koraalriffen.
Het strandleven stelt weinig voor, strandwandelingen kunnen niet gemaakt
worden omdat ieder hotel hun eigen strandje heeft afgebakend.
Zaterdag 10 april: Hurghada
Er werd door Liesbeth een comfortabele boot gehuurd voor de hele dag,
we konden zwemmen, snorkelen en zonnen.
Ook de lunch werd verzorgd.
Heerlijke dag, dolfijnen gezien boven water en prachtige gekleurde vissen
onder water.
’s Avonds een afscheidsdiner in een Belgisch restaurant;
de Belgische dame die het restaurant leidde kwam nog even kennis-maken.
Het eten smaakte voortreffelijk. Voor Liesbeth de nodige fooi verzameld
en Jannie maakte er een leuke toespraak van. Nog een borrel bij de Peanut
bar gehaald en toen het bed in.
Foto's »
Zondag 11 april: Hurghada > Caïro > Amsterdam
Wake up call om 6.30 en een uurtje later vertrek naar het vliegveld.
Na het ontbijt begon de manager te zeuren over allerlei zaken en dacht
op deze manier nog iets extra’s te kunnen verdienen. Helaas voor hem.
We landden op tijd in Caïro. Om 11.00 uur vertrok het vliegtuig
naar Nederland. Het ticket van Moniek was door de agent in Hurghada niet
geconformeerd en zij had dus problemen met inchecken. Wij moesten door
de douane; gelukkig bleef de agent uit Caïro bij haar totdat alles
goed geregeld was.
We zaten ca 20 minuten in het vliegtuig toen we te horen kregen dat we
circa 2½ uur vertraging opliepen en toen werd ons verzocht weer
uit te stappen. Daar zaten we dan, niets te doen. Twintig keer dezelfde
winkeltjes bekeken. Gerard en Gert-Jan hadden een bar gevonden.
Helga gebeld dat we veel later zouden landden.
Rond 18.30 uur eindelijk op Schiphol. Buiten stonden Ilse, Inge en Paul
te wachten.
Inge was helemaal gek van het zakje woestijnzand.
We hebben genoten van een prachtige culturele reis.
Irene |