Zondag
14 mei: Amsterdam > Wenen > Ankara
Om 4.00 uur ’s ochtends met de taxi naar Schiphol; de auto werd
bestuurd door ene Harry die diverse mensen moest ophalen in Eindhoven
maar hier de weg niet kende. Precies op tijd op Schiphol!! De fokker
70 naar Wenen zat niet vol en vanaf Wenen was het nog rustiger in het
vliegtuig. Snel door de Douane in Ankara en we moesten even wachten op
onze reisbegeleider Jan Mens. Met de bus naar hotel Ogulturk; hier werden
de kamers zo snel mogelijk verdeeld en meteen daarna gingen we op pad.
Ankara ligt in het centrum van
Anatolië op een hoogte van 850 meter en is de hoofdstad van Turkije. Het
standbeeld en mausoleum herinneren aan Kemal
Ataturk, die vanuit Ankara destijds de onafhankelijkheidsoorlog leidde.
De citadel van Ankara wordt beschouwd als het oudste
deel. Vele mooie voorbeelden van fijne traditionele architectuur zijn binnen
de muren te vinden. Daarnaast een aantal groene
zones, waar het heerlijk relaxen is. Vele gerestaureerde traditioneel Turkse
huizen in het gebied rondom de Citadel doen nu
dienst als restaurants.
De overblijfselen van het Romeinse theater van
podium en coulissen konden we vanaf de citadel bekijken.
De tempel van Augustus is belangrijk
vanwege het “Monument Ancyrnanum” het enig overgebleven
politieke testament van Augustus. Het is
een weergave van zijn verdiensten, uitgehouwen in de muren in het Latijn en Grieks.
Met de bus reden we naar het Anatolisch museum; beroemd
en druk bezocht. Het museum is ondergebracht in een
15e eeuws, met 10 koepels overdekte bazaar en omvat de voorwerpen uit
de Anatolische beschavingen vanaf de steentijd met als hoogtepunt de
Hettieten collectie. De gids die de rondleiding verzorgde, vertelde dat
hij een afstammeling is van de Hettieten.
Hierna reden we terug naar het hotel langs een soort van “pretpark”, het Genclik park.
Foto's »
Maandag 15 mei: Ankara > Bogazkale - Hattussas
Goed geslapen, we werden gewekt door de oproep van de Imam, dat is weer
even wennen.
Yuksel, medereizigster, liep mee om geld te pinnen; de kleuren waren
van het toetsenbord verdwenen en wij konden er geen wijs uit.
Onderweg zagen we traditionele Turkse huizen. Bijzondere bebouwing.
Vlak voor de lunch kwamen we in motel Baskent aan, de zon scheen en dat
was genieten op het terras. Gezamenlijk de lunch gebruikt;
een Turks gerecht werd geserveerd; menemen, lekkerrrrrrrrrrr.
Hattussas vormde het voormalige Hettitische religieuze centrum en stond bekend als de stad
der Tempels, vanwege de aanwezigheid van meer
dan 70 tempels.
Na de lunch reden we naar het heiligdom Yazilikaya,
dat "beschreven rots" betekent. Hier zijn reliëfs (midden 13e
eeuw voor Christus) te zien die in opdracht van
de Hettitische koning Tudhaliya IV in de rotswanden zijn aangebracht.
We bezichtigden ook de Koninklijke poort,
de Leeuwenpoort en de Yer Kapi (ondergrondse
tunnel), aaneengesloten door dubbele muren,
die vroeger de heilige stad omringden.
Vanaf het terras van het motel hadden we een prachtig overzicht van de
opgravingen van Hattussas, tegenwoordig Bogazkale genoemd. Daarna reden we naar een klein, sfeervol museum in Bogazkale met een overzicht van
alle gebeurtenissen tijdens het Hettitische tijdperk.
Later in het dorp een pilsje gedronken; onze gids vroeg ons op de thee
maar achteraf bleek dat we dan in een tapijtenzaak zouden belanden, daar
hadden we geen zin in. We liepen terug naar het Motel.
Bij het avondeten
Turkse wijn geprobeerd, net zuurtjeswater. Jammer want er bestaat goede
wijn vertelde Jan. Het merk "Yakut - Kavaklidere" bleek later inderdaad een smaakvolle
rode wijn te zijn.
We hebben van Yuksel inmiddels een aantal Turkse woordjes
geleerd zoals:
Guneyden = goedemorgen, allahsmaladik = tot ziens, dur = stop, luftven
= alsjeblieft en hoz geldeniz = welkom.
Dinsdag 16 mei: Bogazkale - Hattusas > Avanos > Urgup
Het was koud vannacht maar dankzij mijn zijden lakenzak kon ik me aardig
warm houden.
Om 8.00 uur vertokken we weer; onze chauffeur spreekt niet anders dan
Turks. Jammer, maar Yuksel kon wel met hem communiceren.
We waren nog maar goed en wel vertrokken toen we werden aangehouden door
de Gendarme. Iedereen moest zijn/haar paspoort inleveren; was een controle
maar het leek meer op een bezigheidstherapie.
We reden over de hoogvlakte
naar Cappadocië, veel landbouwgebieden. Dagloners
komen hier werken, zetten hun tentje op tijdens de vakantiemaanden; het
schijnt zo dat er een aaneengesloten vakantie van 3 maanden is zodat
de hele familie mee kan gaan werken.
Onderweg zagen we de Erciyes vulkaan (3916m) en de Hassan vulkaan (3268m) liggen.
Deze
2 vulkanen hebben een grote rol gespeeld bij het ontstaan van Cappadocië. Nu wordt er ook wintersport bedreven.
Het lieflijke plaatsje Avanos, aan de oever van de rivier
de Kizilirmak, toonde voorbeelden van lokale architectuur en heeft een
reputatie vanwege het lokale handwerk. Aardewerk is het meeste populaire
handwerk. Geweven en geknoopte tapijten zijn ook weer in opkomst.
Bij een potterbakkerij, ruimte was uitgehakt in de rotsen; temperatuur
bleef dan constant, konden we de werkzaamheden bekijken.
De winkel ernaast bezocht met prachtige schalen en potten. Jannie en
Paul hebben een schitterende schaal gekocht.
Urgup is een levendige toeristenplaats aan de voet
van een rots doorzeefd met oude woningen. Dit stadje vormt een uitstekende
uitvalsbasis voor verkenning in Cappadocië.
In hotel Surban hadden we leuke kamers in de steil van uitgehakte rotswoningen
en op het dakterras was het goed vertoeven.
Met de groep op pad om Pide te gaan eten; een soort brood gevuld met
kaas of gehakt met groenten. Smaakte prima. Daarna ging ieder zijn eigen
weg, geld gewisseld, postzegels gehaald, naar huis gebeld. Een restaurant
opgezocht waar we de kaarten konden schrijven en even lekker konden zitten.
In dit restaurant had men peper en zout vaatjes in de vorm van de rotsen
uit Cappadocië. Die waren dus te koop in Avanos; daar niet gezien.
Later gevraagd of ik een peper en zoutvaatje bij hun kon kopen. Uiteindelijk
kwam de baas van het restaurant en ik kreeg ze cadeau. Geweldig.
We hebben met Yuksel, Hilma, Jannie, Paul, gegeten bij Mikro, een familie restaurant.
Het eten smaakte prima en bij afscheid kregen we een asbak cadeau, een
echt kitsch ding, maar even goed een aardig gebaar. De mensen zijn erg
vriendelijk. Ook hier smaakte de wijn naar zuurtjes water.
Foto's »
Woensdag 17 mei: Goreme (openluchtmuseum)
De provincie hoofdstad Nevsehir vormt
de toegangspoort tot Cappadocië.
Hevige uitbarstingen van omliggende vulkanen
bedekten 3 miljoen jaren geleden het plateau met tufsteen,
een zacht gesteente bestaande uit lava, as en modder. Wind en regen hebben
een erosiewerking op dit broze gesteente gehad
en een spectaculair surrealistisch landschap gevormd van rotskegels, toppen als
mutsen en uitgesleten dieptes variërend in de
kleur warmrood tot goud en van koele groene tot grijze tinten.
Gedurende
de Byzantijnse tijd zijn er kloosters in de rotsen
uitgehouwen, waar in okerkleurige fresco’s de tinten van de omgeving weerspiegelen.
In het openluchtmuseum is een kloostercomplex
bestaande uit kerken en kapellen, die met fresco’s bedekt zijn. De meeste
kapellen dateren uit de Byzantijnse en Seltsjoekse periode.
Vele kerken zijn gebouwd volgens een kruisvormig grondplan, met een centrale
koepel gedragen door 4 pilaren. Tot de meeste
fameuze kerken van Goreme behoren de Elmali kerk en de Yilani
kerk met fascinerende fresco’s van
de vervloekten temidden van slangen. De Karanlik kerk noemt men ook wel “donkere kerk” omdat er slechts een raam is waardoor licht naar binnenkomt.
Vanuit het openluchtmuseum begonnen Paul, Jannie, Gerard en ik aan de
wandeling naar Zelve. We liepen door sprookjesachtig landschap. Soms
heel kaal, soms met veel groen en prachtige bloemen. Onderweg gepicknickt
in een van de oude uitgehouwen huizen.
In Cavuscin, een klein dorpje, een terras gevonden waar men een beetje Frans sprak; hier
werden druiven geteeld voor de wijn…………
Aangekomen in Zelve een terras opgezocht en nadien de dolmus terug naar ons hotel
genomen.
We zijn ’s avonds met 6 personen gaan eten in het restaurant van
de peper en zout stellen. Jannie en Paul wilden ook graag zo’n
peper en zoutvaatje; kopen moest Paul het stelletje, gratis was er niet
meer bij.
Foto's »
Donderdag 18 mei: Urgup > Derinkuyu > Ihlara
Na de wandeling van gisteren hebben we als een blok geslapen en nu op
weg naar de
onderaardse stad Derinkuyu.
Acht etages
onder de grond. Deze stad werd door Christenen gebruikt in de 7e eeuw
in een poging om aan de vervolging te ontsnappen. Zij trokken zich tijdens
de beeldenstorm van de Byzantijnen en andere invasies terug in deze veilige,
verborgen stad.
Als volledig onafhankelijke gemeenschap bevatte deze
stad opslagruimten voor graan, stallen, slaapvertrekken, keukens en zelfs
luchtschachten.
Ge was boos wilde niet mee omdat er een gids betaald moest worden. Zij
kon zelf de weg wel vinden; maar dat mocht dus niet, dus heeft ze niets
gezien. Gezamenlijk thee gedronken op het pleintje in de stad en toen
bleek dat Ge verdwenen was. Jan is haar gaan zoeken, vervelende situatie,
uiteindelijk kwam ze boven water en bood haar verontschuldiging aan.
In Ihlara werden we even gedropt om inkopen te doen
voor de picknick lunch tijdens onze wandeling in de kloof. De bus reed
ons hier naar toe, we zochten een leuke plek om te eten en daarna begonnen
we aan de wandeling. De rivier de Melendiz heeft de Ihlara vallei het
aanzien gegeven van een indrukwekkende canyon.
Byzantijnse rotskapellen
bedekt met fresco’s waren in grote aantallen in de rotswanden te
vinden. De ene kerk konden we gemakkelijk bereiken, voor een andere moesten
we behoorlijk over de rotsen klauteren Er was voor iedereen wat te beleven.
Gerard was rap van been en liep meestal voorop, ik was wat trager en
sloot dus vaak de rij met Jannie samen.
In het laatste stukje van de vallei lag een groot, oud kloostercomplex Seline Klooster genaamd. Tegen vijf uur waren we op de
plek waar de chauffeur ons weer op zou halen. Een pilsje gedronken en naar het Akar Pension gereden.
’s Avonds diner dansant!
Foto's »
Vrijdag 19 mei: Ihlara > Konya. (19
mei dag van de jeugd)
Lekker weer en om 8.00 uur gingen we op weg naar de Karavanserai
Sultanhani, vroeg in de 13e eeuw gebouwd door de Seltsjoekse Sultan
Alaeddin Keykubat.
Nu is het een favoriete stop voor toeristen.
Deze Karavanserai is verdeeld in 2 pleinen, een overdekt en een onbedekt.
Het open plein, waar zich een kleine moskee bevindt, wordt gebruikt in
de zomer en in de winter dus het overdekte plein.
Ook hier weer prachtige reliëfs gezien en soms leken de muren van
kant.
Hierom heen bevindt zich een lokale markt waar het heerlijk geurde naar
kruiden, noten en gedroogd fruit.
In Konya kregen we een hotel midden in de stad, gerund door een Turk
die Duits sprak. Hij had een aantal jaren in Duitsland gewerkt, had soms een beetje heimwee.
Konya was de hoofdstad van de Seltsjoek
Turken en stond in de 12e en 13e eeuw bekend als een van de grootste culturele
centra van Turkije. Tijdens deze bloei stichtte
de mysticus, Mevlana de Sufi orde, beter bekend
als de dansende Derwisjen.
De Alaeddin moskee is gebouwd in
de oude Citadel. De oude Koranschool is bijzonder
fraai en wordt gebruikt als museum. De bekendste is de Mevlana moskee die de skyline van Konya domineert.
In de stad zijn
verder Seltsjoekse en Osmaanse Moskeeën te vinden, evenals een levendige
Bazaar. Konya is ook de meest religieuze stad van
Turkije, we konden niet met blote benen en armen lopen en in de moskee moest
er ook iets op het hoofd.
De moskee van de Sultan
is erg sober, alleen de preekstoel is nog origineel van ebbenhout. Buiten in
het mausoleum liggen 8 sultans begraven.
Via de Trottergids van Jannie kwamen we ’s avonds in een bijzonder
restaurant, genaamd Kösk, terecht in een oud, verbouwd Osmaans huis
met traditionele gerechten. Hier werd geen alcohol geschonken.
De baas van deze zaak was zeer vereerd om in de Trottergids te staan;
het menu was als volgt; Okrasoep, dolma’s (gevulde wijnbladeren
met rijst) Aubergineschotel en een speciaal Turks toetje. De koffie kregen
we van het huis.
Foto's »
Zaterdag 20 mei: Konya > Antalya
We reden over de Anatolische hoogvlakte en door ruige passen van het
Taurus-gebergte. Even over tienen een koffiestop met een buitje regen.
Rond 13.00 uur waren we bij Aspendos, we besloten eerst te lunchen in
een restaurant aan de rivier.
Daarna hebben we het Aspendos Theater bekeken;
een van de mooiste theaters van Pamfylië en het best bewaard gebleven theater van
Klein-Azië. Het is gebouwd tijdens de periode van Marcus Aurelius;
dit was een gift aan de stad en diende ter verering van de goden.
Er worden nog steeds uitvoeringen gegeven, zoals we zagen bij binnenkomst en Paul deed
mee met de test. Het kijkers gedeelte in Aspendos
is gebouwd in een halve cirkel en samen met de toneelruimte ontstond de vorm van
een hoefijzer.
Typisch Romeins is het gesloten
karakter van het theater. Het imposante kalkstenen toneelhuis dat als
achterwand dient, is even hoog als de zitplaatsen.
Op de door zuilen gedragen en versierde balkons en in de nissen van het toneelhuis
stonden beelden. Boven het toneelhuis was een houten
dak dat bescherming bood tegen zon en regen. Opvallend aan dit theater is
de brede, overdekte omgang die de 20 rijen beneden en 19 rijen boven scheiden. Boven
de bovenste rij is een arcaden omgang met kruisgewelven die het gesloten karakter
van dit theater nog eens versterkt.
Door naar Antalya waar we in het Abad hotel zouden logeren; helaas dubbel
geboekt, dus moesten wij verhuizen naar Ani Pansiyon, een groot huis
waar kamers verhuurd werden. We zaten dicht bij de haven.
Gezamenlijke
maaltijd afgesproken in een restaurantje om de hoek. Hier schonk men
dus Yakut-Kavakliderewijn en die smaakte inderdaad goed. Nagetafeld met Jannie en
Paul en daarna met Hilma en Yuksel naar een gelegenheid waar men echte
Turkse muziek ten gehore bracht. Wij dachten nog een fles wijn te bestellen,
die kostte daar dus fl. 60,00;
we namen dus genoegen met koffie en crème de Menthe.
Foto's »
Zondag 21 mei: Antalya > Termessos > Olympos
We vervolgden onze tocht naar het spectaculaire
Lycische stadje Termessos gelegen op de westflank van de Gullukberg (1050
meter). In de oudheid werden de steden voornamelijk
aan de kust gebouwd, maar Termessos lag als een adelaarsnest tegen een ruige bergwand
aan. Noch Alexander de Grote, noch de Romeinen waren er daarom
niet in geslaagd deze vestingstad in te nemen.
Het indrukwekkendst was ongetwijfeld een wandeling
door de Necropolis met overwoekerde sarcofagen met
hun half geopende deksel; dit deed bijna apocalyptisch
aan.
Het theater was merendeels verwoest. Op de top van Termessos hadden
we een schitterend uitzicht over de omgeving en
de her en der verspreid liggende monumenten.
Bij terugkomst in Antalya zijn we het oude stadsdeel
ingelopen op zoek naar restaurant Favoriet, beschreven in de Trotter.
Al zoekende werden we aangehouden door een Turk en die vertelde dat in
dit restaurant brand was geweest in de trant van gas, boem, kaput.
Wij lachen natuurlijk, maar we hebben het uiteindelijke toch gevonden
en konden er lekker eten. Als toetje kregen we vers geplukte mispels.
We zouden met de bus naar de Hadrianuspoort; deze poort is de enig overgebleven toegang naar de oude stad van
Antalya. De poort is gebouwd ter ere van het bezoek
van Keizer Hadrianus in 130. De rijk versierde boog met reliëf ornamenten
van bloemen, vruchten, leeuwenkoppen, had 3 toegangen
en steunde op 4 voetstukken. De marmeren Corintische zuilen en het dubbele
front zijn opvallende elementen van deze Romeinse
triomfboog.
Daarna kwamen we Jan Mens tegen die ons vertelde dat de bus een andere
standplaats had ingenomen, dus liepen we daar naar toe en we gingen op
weg naar Olympos.
Jannie werd niet lekker; ze dacht dat dit aan de pijnstillers
zou liggen die ze geslikt had voor haar knie. Naarmate de tijd verstreek
werd Jannie steeds beroerder.
We zouden onderweg nog een grot bekijken
met tekeningen van 9000 jaar voor Christus. Jan had daar niet veel zin
in en voor Jannie was het beter dat we doorreden naar het hotel.
We zitten
in Olympos ver van de bewoonde wereld. Jannie ligt in bed en het strand
is lekker rustig. We hebben goed gegeten en doorgezakt met Diekman wijn,
smaakte redelijk.
Foto's »
Maandag 22 mei: Olympos
Wij besloten met vijven, Jannie bleef in het hotel, de antieke stad te
bezichtigen. Olympos is waarschijnlijk gesticht in de Hellenistische
periode en behoorde tot een van de 6 grote Lycische steden die 3 stemmen
hadden in de Lycische bond. Veel ruïnes, weinig stond er nog overeind.
Daarna zijn we doorgelopen naar de boomhutten; deze werden verhuurd aan
backpakkers, heel simpel, heel goedkoop en het heeft wel wat om in een
boom te slapen.
De lunch werd gebruikt aan het strand, geluierd, in de zon gelegen, gelezen
af en toe een drankje en een duik in het zeewater.
’s Avonds naar de Chimera gelopen; een natuurverschijnsel,
in de oudheid al vernoemt naar het vuurspuwende monster. Uit de berg Chimera
rijzen op diverse plekken eeuwige vlammen op, gevoed door een gas dat uit de diepten
van de bergen komt.
Van de vlammen wordt gebruik gemaakt door de thee jongens, zij verdienden
op deze manier wat aan de toeristen.
Aan het diner werden “zware” gesprekken gevoerd, wij hadden de
wereldproblemen in een avond opgelost. Jannie was nog steeds ziek.
Dinsdag 23 mei: Olympos
via Demre/Myra naar Kash
Demre is een landbouwstad. In deze stad liggen de ruïnes van de
antieke stad Myra, waar Sint Nicolaas in
de 4e eeuw bisschop was. In het centrum van de stad ligt de St. Nicolaas
kerk met het lege graf van Sint Nicolaas. We bewonderden prachtige fresco’s
aan de muur en mooie mozaïeken op de grond. Elk jaar, op 6 december,
wordt in deze kerk een mis opgedragen.
Even buiten Demre zijn prachtige rotsgraven te
zien. Uitgehouwen in de rotswand in de vorm van huizen.
Deze rotsgraven
zijn de bekendste monumenten van de Lyciërs (600
tot 400 voor Christus), die woonden in de Zuidwesthoek van Klein Azië.
Ook ligt langs de graven een bijna intact Romeins Amfitheater.
Gerard en Jannie bleven op een terras zitten, Jannie voelde zich nog
niet geweldig en Gerard had last van zijn knie.
Om ongeveer 12.00 uur kwamen we in Kash aan. Leuk hotel, Mimosa Pansion, en wij hadden
een mooie kamer met balkon. Met 6 personen gaan eten in een Obarestaurant.
Heerlijk maar ook hier pittig van prijs, zal wel komen omdat we aan de
kust zitten. Jannie ging na het eten terug naar het hotel, was nog steeds
niet fit. Paul, Hilma en Yuksel liepen naar het oude theater en wij zochten
een leuk terras bij de haven. Later geld gepind en dan voelden we ons
iedere keer miljonair.
De hele groep ging ’s avonds mee eten bij een kennis van Jan Mens,
ook die was goed duur. Turkije doet wat dat betreft niet meer onder voor
West-Europese vakantielanden.
Jan wilde nadien nog naar de bar, wij niet,
hij boos.
Foto's »
Woensdag 24 mei: Kash
Om 5 uur ’s ochtends wakker geroepen door de Imam dus vroeg uit
de veren; helaas geen water om 7.30 uur. Weer geld gehaald ontbeten en
Jan was nog steeds boos.
We gingen vandaag met de hele groep naar Kekova, is
een antieke stad die door aardbevingen gedeeltelijk onder water is verdwenen.
Het was een dagvullend program-ma en we bevonden ons in een gemêleerd
gezelschap. Er werd
2 maal gestopt om te zwemmen, een stop voor de lunch
en het bekijken van Kekova duurde
5 minuten, dat viel erg tegen.
We meerden
later bij een klein dorp af waar nog een oud fort te bezichtigen viel
en daarna hadden we van bovenaf een prachtig uitzicht.
Op de terugweg
windkracht 4 á 5; de golven spatten regelmatig over het dek, met
moeite een foto-toestel gehaald voor een plaatje. Het was een
aardige dag.
’s Avonds bij de concurrent van gisteren gegeten,
Jan nog opgezocht in de bar, maar er was weinig te doen.
Donderdag 25 mei: Kash > Xanthos > Saklikent > Olüdeniz
Weer vroeg op en na het ontbijt moesten we circa
1½ uur rijden tot aan Xanthos; dit was de grootste stad
van het Lycische rijk, gelegen in het vruchtbaarste
gedeelte van het Xanthosdal.
Op het terrein is een Hellenistische
stadspoort, een triomfboog, stadsmuren, een
Lycisch graf en een Romeins theater te bezichtigen.
Opvallend is het zogenaamde Harpijen
monument uit 480 voor Christus, dat een hoogte van bijna 9 meter
bereikt. De kleine begraafkamer op de top van de rechthoekige pijler is rondom
versierd door Friezen. Verder
liggen er nog veel mozaïeken in de velden.
Op naar de Saklikent kloof gelegen tussen twee rotsen van
het Takdag gebergte. Enkele kilometers lange kloof is ontstaan door
ijs en stenen die zich een weg naar beneden hebben gezocht. Bij idyllische
restaurants die in de boomrijke omgeving plateaus over het water hebben
gebouwd konden we o.a. forel eten. Met Jannie samen koffie gedronken;
zij bleef achter en wij gingen op weg.
Wij huurden plastic schoenen en
liepen via een touw langs een waterval de kloof in. Het was inderdaad
spectaculair. Vanwege de film en foto apparatuur zijn we eerder omgedraaid
dan Paul, Yuksel en Hilma. Dat was achteraf maar goed ook want die lieden
kwamen aardig nat de kloof uit.
Ge liep met ons terug, verloor een schoen
en vroeg aan iedereen hulp behalve aan ons. Bij het inleveren van de
gehuurde spullen ontbrak er dus een schoen van Ge, vervelende situatie
vonden wij. Ge echter trok zich daar niets van aan.
Nadien de lunch gebruikt, zoals aanbevolen de gözleme, gevulde pannenkoekjes.
Rond 3.00 uur kwamen we in hotel Valley aan in Olüdeniz. Even een uurtje
uitrusten bij het zwembad en later zijn Gerard en ik naar beneden gelopen,
via een moskee kwamen we in het stadje terecht. Sjieke badplaats, mooi
strand.
De chauffeur bracht ons ’s avonds naar het restaurant, met de groep
gegeten en de bar opgezocht.
Foto's »
Vrijdag 26 mei: Olüdeniz
Een wandeling door Kayaköy,
verlaten stad, stond op het programma.
In 1923 moesten de Anatolische Grieken
van Ataturk verhuizen naar Griekenland. De voormalige
bewoners hadden nooit in Griekenland gewoond en spraken geen Grieks. Dezelfde
tragedie ging ook op voor de Turken woonachtig
in Griekenland, die werden ook gedwongen naar Turkije te verhuizen. Kayaköy
is een van die dramatische soort plaatsen aan de
kust. Vier duizend huizen zijn onbewoond.
De heuvel staat vol ruïnes en overblijfselen van
2 kerken. Eens per jaar komen een aantal Griekse nazaten terug naar dit dorp voor een herdenkings-bijeenkomst. Het was een vreemde gewaarwording
door dit verlaten dorp te lopen; het is verworden tot een echte spookstad.
We verlieten het dorp via de top en liepen en soms klauterden we door
de pijnboombossen terug naar Olüdeniz. Jannie was “kapot”;
een gemakkelijke wandeltocht was anders.
Op het “dure” stukje
strand (hiervoor moesten we eerst betalen) sap gedronken en daarna te
voet terug naar de boulevard waar we Döner Kebab gegeten hebben.
Ook lopend terug naar het hotel en op het einde van de middag lagen we
aan het zwembad.
Zaterdag 27 mei: Olüdeniz
via Aphrodisias naar Pamukkale
Jan had geen goed humeur en Ge was weer eens heel vervelend, maar rond
het middaguur waren we op de plaats van bestemming.
Aphrodisias was een centrum voor
verering van Aphrodite, de godin van schoonheid en van liefde.
Bij de ingang van de stad stond een monumentale
zuilenpoort. Het Hellenistisch theater en het Odeon zijn
nog redelijk intact.
Het goed bewaarde stadion is met zijn 262
meter lengte en plaats voor 30.000 bezoekers
het grootste in de antieke wereld. Hier kon men atletiek, ring- en bokswedstrijden bijwonen.
Deze oude stad is opgenomen op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
Pamukkale betekent “katoenkasteel”.
Dit slaat niet alleen op de katoen die in de omgeving verbouwd wordt maar verwijst
ook naar de witte kalkterrassen. Dit natuurwonder
is ontstaan doordat warm bronwater al eeuwenlang kalk afzet langs de bergwand
en zo bekkens vormde. Sinds de Romeinse tijd zijn
de warmwaterbronnen met geneeskrachtige kruiden gebruikt voor genezing van reuma
en aandoeningen van hart, huid, ogen en bloedvaten.
De “heilige bron” wordt tegenwoordig gebruikt als zwembad.
Wij logeerden in hotel Kocak. Gerard dook voor het eten nog even het
zwembad in. We zouden op het dakterras eten geserveerd krijgen. Het “lopend
buffet” stond al klaar bij bovenkomst, smaakte prima. Nadien afgezakt
naar het terras rondom het zwembad, een buikdanseres deed haar best om
de mensen te vermaken. Ze kwam echter ook nog langs voor geld, mochten
de heren tussen haar kleren stoppen. Laat naar bed.
Foto's »
Zondag 28 mei: Pamukkale > Selcuk-Efeze
Zoals dagelijks om 7.00 uur ontbeten en om 8.00 uur vertrokken.
We reden
allereerst naar het huisje van Maria; het verhaal gaat dat na de dood
van Jezus apostel Johannes zich hier vestigde met Maria. Herinneringen
hieraan vormen de Johannesbasiliek op zijn begraafplaats en het huisje
van Maria, nu een bedevaartplaats voor gelovigen en vele toeristen.
Ook de Islamieten aanbidden Maria. We hebben ook nog een wandeling gemaakt door het Virgin Mary cultuurpark.
Tegen de middag kwamen we aan in het mooie hotel Kale Han met zwembad.
Ergens in het stadje de lunch gebruikt en daar heeft Jannie ook Lokum
gekocht, niet zo zoet als dat ik dacht dat het zou zijn.
Na de lunch het museum gewijd aan Artemis bezocht, klein maar met fraaie
beelden en sculpturen. Helaas mochten we er niet fotograferen.
Terug naar het hotel, ik was moe en dook het bed in, Gerard en de anderen
vermaakten zich bij het zwembad. Om 20.00 uur afspraak om te gaan eten.
Foto's »
Maandag 29 mei: Selcuk-Efeze
Om 7.30 uur wandelden we naar Efeze waar
we circa een uurtje later aankwamen. Mooie tijd en het was nog niet te druk.
Efeze beleefde al vroeg een grote bloei vanwege
zijn gunstige ligging aan de monding van de rivier, in een vruchtbare vlakte
en aan een grote handelsweg. Het rijke Efeze werd
vaak geplunderd door koning Kroisos van Lybië.
Deze koning verplaatste de stad naar Selcuk waar
hij de beroemde tempel van Artemis liet bouwen. In de bloeitijd
zouden hier 200.000 mensen gewoond hebben. De stad werd in
totaal 4 x verplaatst vanwege de verzanding van de haven, het gevaar voor
ziekten in het steeds moerassiger wordend gebied
en vanwege aanvallen van Arabieren en rondtrekkende bendes.
Het theater heeft
een prachtige akoestiek, duidelijk hoorbaar
toen Paul begon te zingen.
Vanaf het theater loopt de marmeren straat richting Celsus
Bibliotheek. Onderweg zagen we een steen met daarin afgebeeld een voet;
dit
gaf de richting naar het bordeel aan.
De schitterende gerestaureerde gevel van 2 verdiepingen
heeft 8 Corinthische zuilen, beelden nissen en friezen met bloemen en gevleugelde
figuren. In de onderste nissen staan vrouwen-gestalten die wijsheid, daadkracht,
inzicht en wetenschap uitbeeldden.
De boekenrollen werden in de leeszaal bewaard in
rechthoekige nissen.
Julius Celcus Ptolemaeus was de opdrachtgever
van deze bibliotheek.
We kwamen langs de Trajanusbron, deze
was gewijd aan de Romeinse Keizer Trajanus.
In het midden lag het bassin dat aan 3 zijden werd omringd met dubbele rijen
Corinthische zuilen. In de nissen stonden beelden
van de Keizerlijke familie.
In het Prytaneion werd het vuur
in de heilige haard bewaakt door Kureten en Vestaalse
maagden. Deze haard vertegenwoordigde alle haarden van Efeze.
We liepen
over de Kuretenstraat naar de Herculespoort, daar
is niet zoveel meer van over.
De Agora vormde het centrum van
de stad. Op dit met marmer bestrate plein, omgeven door 2 Corinthische zuilenhallen,
werd behalve in textiel en kruiden ook in vrouwelijke
slaven gehandeld.
De Thermen van Scolastica liggen achter de Hadrianustempel.
Het was een badhuis met 3 verdiepingen. Op de 2e
verdieping staat een beeld waarvan het hoofd verloren is gegaan. De thermen
waren verbonden met een openbaar toilet in het
bordeel. Het complex had ruimte voor wel 1000 gasten.
De Hadrianustempel is het fraaist geconserveerde
gebouw aan de Kuretenstraat. De gevel bestaat uit 4 Corinthische zuilen met kapitelen
en een rijk versierde rondboog waarop de stadsgodin Tyche is
afgebeeld. Op de reliëfs staan mythologische voorstellingen.
Tegen de middag liepen we Efeze weer uit, het was inmiddels behoorlijk
druk geworden. Onderweg koffie gedronken en een tosti gegeten. Het Artemesion hebben
we overgeslagen, daar stond nog maar 1 zuil overeind. Via een schattig,
oud Turks badhuis kwamen we bij de Moskee Bey, alleen
de buitenkant bekeken; we konden niet naar binnen, hadden geen hoofddoekjes
bij ons. Tegenover deze moskee lag een prachtige tuin, Karamese.
Overal waren kleine terrasje en konden we genieten van Turkse drankjes
en specifieke Turkse gerechtjes.
Als laatste bezochten we de Sint Johannesbasiliek. Deze
kerk had enorme afmetingen, bij restauratie zou de basiliek de grootste
ter wereld zijn.
Terug naar het hotel waar we het zwembad opzochten; Paul, Hilma en Yuksel
gingen nog naar het dorpje Sirince, bekend door de zelfgemaakte wijnen. Nadien kwamen ze terug bij het zwembad. Natuurlijk wijn
geproefd in Sirince maar die was Hilma niet goed bevallen.
Foto's »
Dinsdag 30 mei: Selcuk > Pergamon > Assos
Om zes uur zaten we al aan het ontbijt om op tijd
in Bergama te zijn.
Hier liggen op een steile heuvel de ruïnes van Pergamon,
een van de grootste culturele centra uit de antieke
wereld. Ook hier was de bibliotheek beroemd en concurreerde met die van Alexandrië. Uit angst dat Pergamon groter zou worden, zetten
de Egyptenaren de uitvoer van papyrus stop. De Pergamezen zochten een alternatief
en
prepareerden huiden tot perkament en bonden deze, de voorloper van onze huidige
boekvorm.
Toch vonden wij Efeze mooier dan deze
opgravingen hoewel het steile theater zeer indrukwekkend was en daar verzeilden
Jannie en ik tussen een groep Japanners.
Het altaar van Zeus was bijzonder om
te zien.
Onder de Trajanustempel vonden
we nog een galerij in zeer goede staat; mooie doorkijk.
Het bijna gave beeld van Nike was
prachtig om te zien.
Om 12.00 uur zouden we terug zijn, behalve Gé natuurlijk, die
moest zonodig de groep ongerust maken terwijl zij allang beneden zat.
De rit werd na een uur oponthoud voortgezet en we bezochten de basiliek
met rode hal. Het ronde gebouw deed nog steeds dienst als Moskee. Daarna
de lunch, heerlijk met een toetje en koffie na.
Na de lunch reden we naar Asklepion,
het beroemde antieke heiligdom en centrum voor medische behandelingen, was verbonden
met Pergamon via een gedeeltelijke opgegraven straat
met aan weerszijden winkels en zuilenhallen. Asklepios heeft dit centrum aan
het einde van de 4e eeuw voor Christus gesticht
ter genezing van zieken. Onder Keizer Hadrianus beleefde
het centrum zijn grootste bloei.
Bijzonder aan dit centrum waren de uitgangspunten,
een combinatie van geneeskunde en psychotherapie. Men gebruikte
onder meer suggestie, droomanalyse, zon- en waterbaden
en plantensappen.
Grappig was dat juist deze dag een werkgroep in psychologie zich met
dit onderwerp bezig hielden. Ze zaten met zijn allen onder een grote
boom. Jannie ging nog even kijken of er toevallig iemand van het GGzE
aanwezig was.
Kwart over drie vertrokken we naar Assos, het dorpje
waar we zouden overnachten. De rit langs de kust was prachtig.
We kregen
een hotel aan de kust, jammer genoeg een aantal kilometers van het dorpje
vandaan.
Vanaf het terras van ons hotel keken we op het Griekse eiland
Lesbos.
Diner in hotel en daarna met de bus naar het centrum. Over de
boulevard gewandeld, leuke hotels en bars. We liepen een kleine bar binnen
en bestelden koffie met Amaretto. De prijs nadien was vreselijk, een
glaasje Amaretto kostte fl. 16,--. Nou ja moest kunnen, maar Gé ging
haar drankje binnen betalen, Jan Mens liep ook weg en voor de chauffeur
moest betaald worden + nog 10% bediening over alle drankjes. Jan en Gé hebben
nu echt wel afgedaan, krenten zijn het allebei.
Foto's »
Woensdag 31 mei: Assos > Troje > Bursa
Half acht vertrek, maar dat liep uit omdat iedereen nog moest afrekenen
en de hotelbaas daar geen held in was.
Het opgravinggebied van Troje werd druk bezocht, onder
meer omdat zich hier de beroemde Trojaanse oorlog zou hebben afgespeeld. Homerus verhaalt
in zijn Ilias over deze oorlog, die sindsdien tot de
verbeelding heeft gesproken.
Het huidige opgravingterrein van Troje was veel minder inspirerend dan
het verhaal van Homerus. Behalve het nagebouwde paard, wat bij aankomst
in de steigers stond, enige resten van muren en een theater is er weinig
herkenbaars op dit terrein te vinden. Na ¾ uur hadden we het dan
ook wel gezien en gingen op weg naar Bursa.
Tegen half vier kwamen we bij ons hotel Artic aan, rommelig en dubbel
geboekte kamers. Jan ging voor ons op zoek naar de Hamman en wij liepen
snel de Bazaar in op zoek naar zijde.
Prachtige opgebouwde groentestallen, leuke kleine winkeltjes, we genoten
ervan. Daarna een mooie binnenplaats ontdekt met daarop een groot terras
en we dronken net zoals ieder Turk thee; iets anders werd er overigens
niet geschonken. Wel een belevenis tussen allemaal Turken; we zaten heerlijk
en konden iedereen eens goed bekijken.
Om 18.00 uur liepen we met Jan naar een hele oude Hamman uit
het jaar 1423; Hilma, Jannie en ik gingen naar de vrouwenafdeling en
Paul en Gerard naar de mannenkant. We kregen een badlaken, moesten ons
uitkleden (slip aanhouden) en gedraaid in badlakens liepen we naar de “badkamer”.
Toen de dame verscheen die ons zou wassen en masseren moest ik aan de
TV spot denken waarin een dikke dame zonder tanden de massagekamer binnen
kwam.
Onze dame sprak enkel Turks en met gebaren werd er gewezen wat
er gedaan ging worden. Ik was steeds het eerste aan de beurt, Jannie
en Hilma konden dat goed bekijken. Het was een hele happening en we waren
echt schoon geschrobd met groene zeep!! Onze huid stond zo strak alsof
we uitgedroogd waren. Flink wat vette crème op mijn huid gesmeerd
en het euvel was weer verholpen.
Half negen afgesproken voor het eten en nadien in de bar van het hotel
nog een drankje gedronken; een Djoser groep zat er ook; wat wetenswaardigheden
uitgewisseld en naar bed.
Foto's »
Donderdag 1 juni: Bursa > Istanbul
Na een korte rit door een vriendelijk heuvellandschap kwamen we bij de
zee van Marmara, die we met een veerboot overstaken. Via de buitenwijken
van Istanbul kwamen we bij ons hotel Palas; we kregen
een hele kleine kamer maar er was een buitengewoon fraai dakterras in
Turkse stijl.
’s Middags meteen naar de grote Bazaar gelopen; we wilden
eerst wel wat eten en ineens stonden we voor de "puddingshop";
dit cafetaria-achtige restaurant bestond al toen Jan Mens zijn hippie
trip begon naar India en dat was inmiddels 20 jaar geleden. info »
De bazaar was echt geweldig ook weer een diversiteit van winkeltjes,
straatverkopers, we konden er zelfs een pilsje drinken. Toen we de Bazaar
uitliepen regende het dat het goot; niemand iets bij zich, behalve ik,
een heel klein pluutje waaronder wij het samen amper droog hielden.
Zo
snel mogelijk naar het station gelopen waar de vorige eeuw de Oriënt
express begon of stopte. De trein reed vanuit Istanbul via Wenen,
Parijs naar Londen. Prachtige ornamenten hingen tegen de muren als aandenken.
Wij hebben iets genuttigd in het Oriënt Express restaurant. Samen
gegeten en iedereen nog even naar het dakterras behalve ik; voelde me
niet fit.
Foto's »
Vrijdag 2 juni: Istanbul
Een vol programma vandaag en het was heel slecht weer, jammer.
Allereerst naar het Topkapi paleis;
dit paleis wordt beschouwd als een van de aantrekkelijkste bezienswaardigheden
van Istanbul. Sultan Mehmet, de
veroveraar, startte de bouw in 1462 en alle daarop volgende Sultans bouwden er
een stukje aan. Diverse stijlen zijn dus te
bewonderen. De harem werd er in 1600 aan toegevoegd. Het paleis was gedurende
4 eeuwen het centrum van het Osmaanse rijk.
Volgens Islamitische tradities bestaat
het paleis uit meerdere gebouwen, geplaatst rondom
4 binnenplaatsen die steeds
als heiliger werden beschouwd. In het vierde hof mocht alleen de Sultan komen.
Prachtige ruimtes met fraaie schilderingen, glas
in lood ramen, een aparte kamer voor de Eunuch, open haarden in de vorm van de Mirham,
badruimten met marmer betegelt en gouden kranen,
liefdesruimte voor de Sultan; hier liep kabbelend water uit de muur zodat
de liefdesgeluiden werden overstemd.
De Irene kerk, ook bijzonder.
Op de 4e binnenplaats lag een terras aan de Bosporus; een sapje gedronken.
Het was droog toen wij het paleis uitliepen, we zochten een eethuisje
en liepen door een straatje met gerestaureerde houten huisjes,
die waren het bekijken meer dan waard.
Geluncht en door naar de Aya Sophia,
in 335 gebouwd, afgebrand en herbouwd in 532 door Keizer Justianus. Bijna 1000
jaar lang was de Aya Sofia het grootste gebouw
ter wereld. Slechts
5 jaar was er nodig geweest om dit gebouw te voltooien.
Er werd destijds gebruik gemaakt van een slim staaltje
arbeidpsychologie. De 10.000 arbeiders werden in 2 groepen verdeeld waar tussen
een concurrentieslag ontstond omdat de beste groep
meer loon kreeg.
Op 29 mei 1453 viel de Aya Sophia in Osmaanse handen
en 2 dagen later was de kerk een moskee geworden. Nu doet het dienst als museum.
Het interieur heeft versierde pilaren, bedekt met bladgoud. Ook hier prachtige
glas in lood ramen, geweldige mozaïeken waaronder
een van Keizerin Irene, mijn naam komt veel voor in de historie
van het Oosten. De vloer lag bedekt met tapijten.
Tegenover de Aya Sophia staat de indrukwekkende Sultan
Ahmet Moskee, door toeristen ook wel de blauwe Moskee genoemd vanwege de
blauw-groene tegels en de blauw geschilderde motieven tegen de wanden.
Een van
de verhalen die in omloop waren, vertelde dat Sultan
Ahmet 6 minaretten wenste i.p.v. de gebruikelijke 4.
Zijn ministers vonden dat heilig-schennis,
omdat alleen de grote Moskee in Mekka, 6 minaretten
had.
Omdat de Sultan per se
6 minaretten wilde hebben werd er op de Moskee
in Mekka een extra minaret bijgebouwd.
De vloer
was bedekt met allemaal dezelfde tapijten, fraaie glas-in-lood ramen, prachtige
mozaïeken. De Moskee had een grote binnenplaats,
die vonden wij niet geweldig. De tuin rondom de Moskee was schitterend.
Na het bezoek van deze Moskee doken wij onder een grote parasol ergens
op een terras; het regende weer. Paul, Jannie en Hilma liepen nog een
museum in achter de moskee. Nadien gezamenlijk terug naar het hotel.
Het knusse dakterras opgezocht en op deze laatste avond zouden we met
de groep gaan eten. Jan had een aardig restaurant uitgezocht, wij hadden
wat fooi voor hem bedacht, het was heel gezellig zelfs met Gé erbij!!
Foto's »
Zaterdag 3 juni: Istanbul > Amsterdam
Na het ontbijt Yuksel uitgezwaaid, zij ging nog een weekje naar haar
familie in een andere wijk van Istanbul.
Wij gingen naar de ondergrondse Cisterne;
een Byzantijns waterreservoir aangelegd door Keizer Justianus.
Dit reservoir moest het keizerlijk paleis in geval van oorlog of verontreiniging
voorzien van schoon water. Prachtige Medusakoppen, sfeervolle muziek,
tranende pilaar.
Nog een laatste kopje koffie en Lokum gekocht. Terug naar het hotel waar
de chauffeur al klaar stond om ons naar het vliegveld te brengen. We
vlogen met Lauda-air. De stewardessen dragen Nicky Lauda petten. Grote
beenruimte, leren stoelen, vriendelijk personeel, relaxed dus weer naar
huis.
Klein uurtje wachten in Wenen en door naar Amsterdam waar Taxi
Janssen uit Nuenen ons weer naar huis bracht.
Turkije is een prachtig land, heeft veel historie, dus hebben we weer
genoten.
Foto's »
Irene
|