Zondag 19 mei 2002: Eindhoven > Amsterdam > Milaan > Catania
Paul bracht ons ’s ochtends naar het station, de bussen reden niet
zo vroeg en wij moesten de trein van 8.00 uur halen.
Rond tien uur verzamelen bij de balie van All Italia.
Ingecheckt en tijdens de vlucht naar Milaan kwamen we er achter dat we
6 uur moesten wachten op Malpensa voordat we naar Catania zouden vliegen.
Even een tegenvaller, verder liep alles zoals gepland en om 23.30 uur
zaten we heerlijk aan een glaasje wijn en aan ons diner.
We hadden een
hotel in Giardini Naxos, redelijk centraal t.o.v. de bezienswaardig-heden.
In onze groep zaten een aantal “bijzondere mensen” en tijdens
de reis bleek het niet een echte groep te zijn. Arnold, onze reisbegeleider
was onervaren maar wel enthousiast.
Maandag 20 mei: Giardini
Naxos
Tijdens het ontbijt een briefing van Arnold. Met het openbaar vervoer
gingen we naar Taormina, ligt op een uitloper van de Monti Peloritani
hoog boven zee, met een schitterend uitzicht op de Etna. De bussen die
langs reden zaten vol, dus besloten we uiteindelijk om te gaan lopen
en dan ja komt er een bus…. Gelukkig konden we net nog mee rijden.
Tussen de beide stadspoorten Porta Messina en Porta
Catania is het middel-eeuwse stadsgezicht bewaard gebleven.
We bezochten het Grieks-Romeins theater,
de Kathedraal, die een voorgevel heeft met kantelen uit de tijd
van de Noormannen en het Pallazzo
Corvaia, een van de best bewaart gebleven kleine, adellijke paleizen
uit de tijd van de Noormannen.
We kwamen Hetty en Barbara tegen die een dorpje hoger hun vertier hadden
gezocht. Ze hadden in een restaurantje koffie gedronken.
Alle deurknoppen en handvaten waren penissen. Ook de kranen waren penissen,
je kon het zo gek niet bedenken, maar alles om je heen was penis. Lachen
natuurlijk, wie verzint er zoiets!!! We liepen met zijn tweetjes terug
naar het hotel.
’s Avonds met zijn allen gegeten. Gerard nam de specialiteit van de zaak,
zwarte spaghetti, zwart door de inkt van een bepaalde inktvis,
zag er eigenlijk niet uit en smaakte niet bijzonder.
De fooienpot van de reis op me genomen, Arnold wist er niet goed raad
mee.
Dinsdag21 mei: Giardini
Naxos
Vroeg op, met de bus naar de Etna. Greta, een Deense
dame, was onze gids, Zij woonde al lang op Sicilië. Greta was heel
enthousiast en wist ook veel te vertellen. Voor een aantal mensen regelde
zij een tocht met een jeep. Weer een aantal liep met een andere gids
naar de hoofdkrater, een steile tocht van 1½ uur.
Greta wandelde met ons naar diverse kraters waar we uitleg over kregen.
Vorig jaar mei was er nog een eruptie geweest; op sommigen plaatsen waren
de stenen nog warm. Dat kan zelfs 3 tot 4 jaar duren voordat deze stenen
helemaal afgekoeld zijn.
De Etna op zich was erg kaal, voor de begroeiing waren we te vroeg, nog
ongeveer maandje en dan kleurde de Etna paars vanwege de bloemen.
Op de terugweg misten we Boo en Ronald, dus zoeken geblazen. Ronald kwam
de bus in geschreeuwd! Niemand begreep er een hout van, maar het was
een beetje vreemd figuur en Boo was al niet anders.
Foto's »
Woensdag 22 mei: Giardini
Naxos > Cefalu
Met taxi’s naar een mooi, oud stationnetje en vandaar met de trein
naar Cefalu. Margaret vergeet haar plastic tasje met parfum (gekocht
op Schiphol) op het stationnetje en later bleek dat daar ook haar vliegticket
inzat, problemen dus op het einde van de reis. Maar zover zijn we nog
niet.
Ons volgende hotel Mediterrano, lag vlak bij het station in Cefalu, we
hoefden alleen de straat over te steken. Prima hotel niet te groot en
goed verzorgd.
We gingen samen op pad en als eerste bezochten
we de Kathedraal, uit de tijd van de Noormannen. In 1140 werd
met de bouw begonnen, maar pas eeuwen later voltooid.
Het voorportaal met bogen en 2 massieve torens doet streng aan. Het interieur
van deze kerk wordt beheerst door het grote mozaïek
in de apsis met de over de wereld heersende Christus in het midden en heiligen,
profeten en kerkvaders aan de zijkanten.
We bezochten daarna het winkeltje van Enrico, grappig de naam van je
schoonzoon in een straatje te zien.
Daarna hebben we een voorstelling van het poppentheater bijgewoond en
op ons gemak een eettentje opgezocht, heerlijke vis gegeten.
Donderdag 23 mei: Cefalu
Ontbeten en ons doel was de tempel van Diana, een oude ruïne die
boven op een rots ten noorden van Cefalu lag. Helaas, dit was te hoog
voor mij. Barbara vertelde dat het eerste gedeelte nog mee viel, maar daarna
was het zweten geblazen en het was erg warm, hebben we dus niet gezien alleen op een plaatje.
We liepen terug en genoten van een kopje koffie op de Boulevard met uitzicht
op de Thyreense zee. Wandelend door Cefalu kwamen we ook diverse straatkapellen
tegen, soms heel fraai bewerkt en altijd verse bloemen.
Het oude, Arabische washuis was de moeite waard om te bezichtigen. In
de binnenstad lag een pleintje dat onder platte bogen met stenen wasbekkens
doorliep. De bekkens worden door krachtige fonteinen van water voorzien.
Het is nog maar enkele tientallen jaren geleden dat de vrouwen hier hun
was deden.
Om 14.00 uur gingen we met de lokale bus naar Giblimanna. Daar bezochten
we de oude, bedevaartskerk, deze kerk lag aan de rand van de Monte Madonie
in een dicht eikenbos.
Naast de kerk lag een museum met veel antiquiteiten waaronder een oud
orgeltje uit de 15e eeuw. Arnold kon er redelijk op spelen.
Vrijdag 24 mei: Cefalu
Met Annie, Margaret, Roos, Leo, Barbara, Hetty, en Ronald een bus met
chauffeur gehuurd en een rondrit gemaakt door het
Parco delle Madonie.
Vanuit Cefalu reden we naar het bergdorp Isnello, in de winter is dit
een belangrijk skigebied. Een klein dorpje met vriendelijke bewoners,
wel 5 kerkjes, allemaal de moeite waard om te bekijken. De koffie gedronken
op een klein terras.
We kwamen rond tegen 12.00 uur in Castelbuono aan. Het kasteel werd bekeken
met de kapel in barokstijl, fraai maar heel druk bewerkt. Niet onze stijl
maar evengoed prachtig handwerk.
Daarna bracht de chauffeur ons naar
een restaurant gespecialiseerd in paddestoel gerechten of wel fungi di
bosco. Verrukkelijk gegeten in restaurant Nangalarruni, vegetarische
maaltijd die voornamelijk bestond uit gerechten met paddestoelen. We
rolden allemaal naar buiten na deze copieuze maaltijd.
Gelukkig konden
we even het eten laten zakken tijdens de rit naar het volgende dorp,
dat heette Pollina. Via een smalle weg met veel haarspeldbochten konden
we genieten van een prachtig uitzicht over het park, helaas kwam er mist
opzetten en zaten binnen de kortste keren in de wolken.
Via de kust terug gereden naar Cefalu.
Foto's »
Zaterdag 25 mei: Cefalu > Palermo
De regen kwam met bakken uit de lucht vallen toen wij met onze koffers
klaar stonden om over te steken naar het station. Achteraf viel het allemaal
mee en gelukkig hadden we zo iets als een poncho. Ronald, die van Barbara
een oranje regenjasje had geleend, hield dit angstvallig bij hem voor
een eventueel volgende regenbui.
Even over 10.00 uur kwamen we in Palermo aan en reden met taxi’s
naar hotel Athenaeum. We waren te vroeg in het hotel en omdat op zaterdag
alle beziens-waardigheden, behalve Monreale, om 13.00 dicht gingen, lieten
we de bagage achter bij Arnold die er voor zou zorgen dat ze op desbetreffende
kamers kwamen.
We bewonderden de oude Stadspoort en liepen snel door naar het paleis van de Noormannen;
hier zetelde de regionale regering.
Naast dit paleis lag het Cappella Palatina, deze
kapel werd gebruikt door het hof en werd door Byzantijnse en Arabische kunstenaars
gebouwd. Op de fijn, met steentjes
en goud, ingelegd werken voor de ingang van de galerij
raakten we niet uitgekeken. De mozaïeken stellen apostel Paulus, evangelisten
en profeten voor.
Het plafond, met stalactieten
van beschilderd hout, in het middenschip is vervaardigd door Arabische meesters.
Prachtig om te zien. De Sala di Ruggero met
jachtmozaïek en barokke ontvangsthal was gesloten. Helaas.
We
liepen door naar de Kathedraal. Hiervan staan alleen de omtrekken
en het koorgedeelte uit de tijd van de Noormannen
nog overeind. De Dom werd gebouwd in 1185. De laat gotische zijgevel met het
hoofdportaal toonde de Catalaanse invloeden. De
koepel en helaas ook het interieur zijn typisch laat 18e eeuws, strak
en zakelijk. Bijzonder is het madonnabeeld van Francesco
Laurana. Ook het wijwatervat met prachtige reliëfen ontging onze
aandacht niet.
De volgende kerk San Cataldo staat bekend om zijn opvallende rode koepels, die zeer kenmerkend zijn voor de Arabisch-Normandische architectuur van Sicilië.
De Martorana is werelderfgoed in Normandische-Arabische stijl. Deze kerk is overladen met goud en prachtige mozaïeken.
Terug naar het hotel en onze koffers uitgepakt. Bij Massaro een broodje
gegeten en koffie gedronken.
Kaartjes voor de bus gehaald en op weg naar Monreale,
als Benedictijnenklooster in 1174 door de Noormannen gesticht, ligt op ca. 8
km. van Palermo. Het is het grootste en meest harmonische bouwwerk uit die tijd.
Het imposante koor met krans van apsissen, 2 Romaanse bronzen deuren geven
toegang tot het
interieur waarvan de muren volledig met gouden mozaïeken zijn bedekt.
Christus,
als heerser over alles, in het koorgewelf
boven de Madonna en de apostelen.
Het scheppingsverhaal wordt ook uitgebeeld in mozaïeken,
werkelijk schitterend. De ramen vertonen Arabische invloeden, jammer dat de
meeste ramen door kunststof vervangen waren.
Weer terug naar het hotel en besloten in het centrum te gaan eten met
Fernand en Ingrid. We hebben ca 1 uur op de bus staan wachten en toen
werd er verteld dat deze bus niet meer ging. Dus een pizzeria in de buurt
van het hotel opgezocht daarna een borrel in de bar van het hotel gehaald,
we zaten er alleen!!
Zondag 26 mei: Palermo
We zijn gestart bij de voormalige kloosterkerk onder het Noormannen paleis, San
Giovani degli Eremiti. Dit klooster lag in een weelderige tuin
waarin altijd water klatert en palmen en exotische bloemen groeien, een
oase van rust temidden van de drukte in Palermo.
Deze kerk van Sint Jan de Kluizenaar is een 6e eeuwse kerk. Tijdens de Arabische overheersing werd het gebouw in gebruik genomen als Moskee. In de afgelopen eeuwen is de kerk vele malen verbouwd. Hierdoor zijn in het bouwwerk zowel Islamitische als Romaanse en Gotische invloeden te herkennen.
Via smalle steegjes kwamen we terecht op een markt, de Vucciriamarkt,
een lust voor het oog en andere zintuigen. Doorgelopen naar de fontein
op het Pretoriaplein, pech de fontein werd schoongemaakt.
We liepen langs prachtige gevels en klein fonteintjes richting vlooienmarkt;
bijna een toneelkijker gekocht voor de Opera (zouden we ’s avonds
bezoeken).
Uiteindelijk kwamen we terecht op een heerlijk terras met uitkijk op
zee waar we te buiten gingen aan een enorme coupe ijs.
Hierna konden we nog net binnen komen in de galeria
regionale del Sicili. Dit museum is ondergebracht in het Gotisch Catalaans Palazo
Abatelli,
een van de mooiste paleizen van Palermo. Tot de voornaamste werken behoren: “De
triomf van de dood”,
een cyclus van fresco’s van onbekende meesters. Ook wordt hier een altaarstuk tentoongesteld
van de Vlaming Jan Gossaert.
Voor de lunch vonden we een klein restaurantje, waar het buiten op het
terras heerlijk vertoeven was.
We zijn teruggelopen tot aan de Kathedraal en toen toch nog maar voor
de laatste 3 haltes de bus genomen, we waren moe van het sjouwen.
’s Avonds met taxi’s naar de Opera, zo eentje met allemaal balkonnetjes.
Wij zaten in de nok, 5e etage. Een geweldige akoestiek, een schitterende ervaring
maar bloedheet daarboven.
Foto's »
Maandag 27 mei: Palermo > Segesta > Erice > Trapani
Om 8.00 uur vertrokken we naar Segesta. In de verlatenheid
van het indrukwekkende berglandschap liggen theaters en tempels van
de Elymniërs, waarvan de bewoners de Griekse beschaving
en manier van leven hadden overgenomen.
De zuilentempel is waarschijnlijk nooit voltooid, want de ommuurde cella,
het allerheiligste en de cannelering van de zuilen ontbreken.
Het hoger gelegen theater ligt met de halve-cirkel vormige opening naar
de ver verwijderde zee en het brede dal onder Alcamo toe.
We reden door naar het middeleeuwse Erice, waar door de Elymniërs,
de godin van de liefde werd vereerd. De oude stad ligt op een hoogte van 750 meter, vanaf hier hadden we een prachtig uitzicht over de zoutpannen van Trapani. Jammer dat het kerkje niet open
was. In restaurant Elimo hadden we een mooi uitzicht, maar het eten was ronduit slecht.
Uitleg gekregen over de zoutpannen van Trapani, rondgelopen en door naar
ons hotel President in Marsala. We boften, we konden van het zwembad
gebruik maken. Gerard ging even liggen, had last van zijn hoofd en ik
dook het water in.
In het hotel gegeten en ’s avonds met Hetty en Barbara nog even
naar live muziek geluisterd.
De rest van de groep was alweer naar bed.
Dinsdag 28 mei: Marsala > Selinunte
Redelijk op tijd vertrokken we naar Selinunte.
Op een door 2 dalkommen doorsneden plateau staan
de Griekse tempels, die op grote afstand zichtbaar waren. Van
2 tempels zijn de zuilen weer opgericht, de anderen
zijn nog reusachtige puinhopen.
Het grootste gedeelte van deze antieke stad ligt
verborgen onder de velden. De afstanden in het
gebied waar de opgravingen zijn gedaan en de omvang van de Acropolis,
die op een vlakke heuvel tussen de beide verzande
havens aan de riviermondig ligt, gaf een indruk van de grootte van de stad.
Aan
de buitenkant, ten noordwesten van de Acropolis
ligt het heiligdom van Demeter. De godin van de vruchtbaarheid
en akkerbouw.
Foto's »
Rond 12.00 uur hadden we alles wel gezien en liepen we samen met Hetty
terug naar het hotel. Er lag veel promotiemateriaal op onze kamer. Het
was heet op de Archeologische site. We waren moe en dus in voor een dutje.
Tegen 17.00 uur naar het strand gewandeld en er was zowaar een strandpaviljoentje
open. Gerard een pilsje en ik een witte wijn. Toen we af wilden rekenen
vroeg de ober € 14,00. We keken elkaar aan, dat was dus niet goedkoop!!
Hij zag onze gezichten, vertelde dat hij zich had vergist en vroeg € 8.60,
even wat anders.
We aten met de groep in het hotel. Heerlijk genoten van de Italiaanse
hapjes. Daarna met een aantal uit de groep tot na twaalven aan de borrel
gezeten.
Woensdag 29 mei: Selinunte > Agrigento.
Erg warm weer, maar we waren op weg naar Agrigento.
Het antieke Akragas, het middeleeuwse Girgenti en het Agrigento van afgelopen
30 jaar, zijn 3 steden die niet zoals elders in Sicilië in lagen
over elkaar heen liggen. Zij hebben elk hun eigen plaats, ook al benemen
de flats van het nieuwe Agrigento gedeeltelijk het zicht op het oude
Girgenti en is de antieke stad in de vallei van de tempels omgeven door
foeilelijke betonblokken.
Er ontstaan in de groep wat wrijvingen. Arnold houdt zelf niet zo van
oude stenen en musea, hij gaf de openingstijden niet goed door en soms
pakte dat verkeerd uit, dan was het museum dicht etc. We werden bij de
antieke stad afgezet en zouden om 13.00 uur weer bij de bus terug moeten
zijn, de meeste groepsleden protesteerden maar dat hielp niets, het bleef
13.00 uur.
Tussen de amandel- en olijfboomgaarden liepen we
naar de lager gelegen archeologische zone.
De tempel van de olympische
Zeus, werd door een aardbeving totaal
verwoest, was een stapel reusachtige stenenblokken en zuilstompen.
Aan de uiterste rand van de lager gelegen vlakte, met
overblijfselen van een gewijde plaats, bevond zich de tempel Delle Divinia Chtonie, het heiligdom
der aardgoden met offergraven.
De 4 nog overeind staande Corinthische zuilen van
de tempel van Castor en Pollux zijn het symbool van de huidige
stad.
Vanaf het heiligdom der aarde, keken we op modern
Agrigento.
Snel liepen we door naar de andere kant van deze
archeologische vlakte. Naar links voerde een pad omhoog naar de ineen gestorte steenmassa’s
van de Herculestempel. Vervolgens hadden we vrij zicht op de Concordia
tempel uit de 5e eeuw voor Christus, deze tempel staat bekend
vanwege zijn evenwichtige vormen; was nog steeds in goede staat, doordat hij
in de 6e eeuw in een Christelijk
kerk werd veranderd. De Juno tempel, waarvan de zuilen nog
voor de helft overeind stonden, werd zeer sterk bedreigd door bodemerosie.
Deze tempel stond op het hoogste punt van het oude Akragas. De weg ernaar toe
liep over de rand van een steile helling. De tempelvallei werd aan de randen
bedreigd door aardverschuivingen.
Hierna hadden we nog 45 minuten voor het Archeologisch museum. We liepen
samen met Jan en Margaret zo snel mogelijk, maar de looptijd was toch
altijd nog 10 minuten.
Eerst de Romaanse kloosterkerk,
naast het museum, binnen gelopen; hier staat de laat-antieke sarcofaag
van Phaedra. Daarna in een sneltreinvaartje
alle zalen van het museum doorlopen. In een van de zalen stond een model
van de 7.75 meter hoge Telamon van de tempel van Zeus,
een reconstructie van de grootste Griekse tempel, verder werden er vondsten
uit het Oude Akragas tentoongesteld, ook prachtige
Griekse vazen.
We wilden terug lopen maar Margaret was nergens te vinden. Uiteindelijk
toch richting bus, waarin Arnold ongeduldig op ons zat te wachten en
Margaret zat al in de bus!!
Uiteindelijk kwamen we te vroeg aan bij het hotel, de kamers waren nog
niet klaar dus hadden we rustig nog wat langer kunnen blijven.
Bij een cafetaria om de hoek wat gegeten, dat kon namelijk niet in het
hotel en we lagen te ver van het centrum af.
Een enorm zwembad lag achter het hotel, zwemmen was voor eigen verantwoording,
eigenlijk zag men liever niet dat we het water indoken.
Rond 16.00 uur vertrok de bus naar het centrum van de stad Agrigento.
We kregen tot 22.00 uur de tijd om rond te kijken.
Het stedelijk centrum is de met palmen begroeide Pizzale Aldo
Moro die de middeleeuwse stadskern verbindt met de moderne stad.
Vanuit hier hadden we een schitterend uitzicht over het dal met de tempels.
Op de hoogste plaats in de binnenstad staat de machtige Kathedraal.
We hebben rond geslenterd, diverse oudheden bekeken, lekker op terras
gezeten en nadien gaan eten bij een klein eethuisje. Daarna teruggelopen
naar de bus die ons weer naar het hotel bracht. Met diverse groepsleden
de bar van het hotel ingedoken. De Italiaanse jeugd, die er ook logeerde,
begon met zingen en piano spelen. Arnold genoot zichtbaar van de muziek
en de mooie meiden.
Donderdag 30 mei: Agrigento > Siracusa
Vroeg op weg naar Piazza Amerina waar
de Romeinse villa del Casale zich bevond tussen de eucalyptusbomen
en gaarden met hazelaars en fruitbomen. We
zagen daar schitterende mozaïekvloeren, die uit de oudheid
bewaard zijn gebleven. De techniek en motieven
duiden op Noord Afrikaanse kunstenaars. De villa is waar-schijnlijk het land-
en jachtgoed geweest van een Romeins Keizer uit de 4e eeuw.
De plattegrond
van aanleg is onder
bescherm plexiglas nog duidelijk herkenbaar; woonvertrekken, pronkkamers,
baden en zalen voor banketten, slaapkamers, toilet,
keuken, bediendenkamertjes en in het midden het grote peristilium,
de door zuilengalerij omgeven hoftuin met nevenvertrekken.
Daarop
sluit een lange gang aan met een vloermozaïek waarop jachttaferelen en vechtende roofdieren
zijn afgebeeld.
In het triclinium, waar men aan tafels
aanlag, zijn tegen de muren de heldendaden van Hercules vastgelegd.
In de ruimte voor sport en spel, spelende dames
met bal. Ook veel erotische taferelen werden in mozaïek ingelegd.
De lunch hebben we gebruikt in de trattoria La Ruota, een oude molen,
omgebouwd tot restaurant, in de tuin van de villa Casale. Hier werd op
traditionele wijze gekookt met ingrediënten uit eigen tuin.
We reden door naar Siracusa, ons hotel lag weer ver van de “bewoonde
wereld”. Slecht uitgezocht door de organisatie. Bij een broodjesbar
konden we kaartjes kopen voor de bus en daarmee reden we naar het gedeelte
van de stad dat op het eiland Ortigia ligt. Dit gedeelte wordt door een
brug verbonden met het vaste land.
Van de Apollotempel was niet veel meer over. Door de
smalle straatjes gedwaald; erg leuk.
De Kathedraal bewonderd; achter de barokgevel gaat de
geheel bewaard gebleven, aan Pallas Athene gewijde tempel
uit de 5e eeuw voor Christus schuil.
Onder de promenade langs de kust ontspringt in een met papyrus beplant
bekken de Arethusabron. Nu borrelde er alleen nog brak
water uit, stelt eigenlijk niet zoveel meer voor.
Terug met de bus en een pizzeria gevonden waar we konden eten. Achteraf
hadden we ook een maaltijd kunnen bestellen in het hotel, dit was Arnold
vergeten.
Vrijdag 31 mei: Siracusa
Uitgeslapen, ontbeten en te voet naar de archeologische
vlakte. Het Griekse theater was niet geweldig, was
weinig van over, echter was het Romeinse
Amfitheater wel de moeite waard; grotendeels in de rots uitgehouwen
en diende meestal voor gladiatorengevechten en
worstelingen met wilde dieren.
Op het altaar van Hiëro werden
in het openbaar offers gebracht.
Het oor van Dyonisius is
een 65 meter lange en 23 meter hoge onderaardse grot.
De speciale akoestiek waardoor zelfs fluisteren hoorbaar werd maakte het bespioneren
van gevangenen een stuk gemakkelijker.
Daarna het archeologisch museum bezocht,
schitterende vondsten uit alle delen van Sicilië werden daar tentoongesteld,
voor ons iets teveel.
Nadien een terras opgezocht en heerlijk gegeten. Te voet terug naar ons
hotel.
Dit was de laatste avond en we zouden met z'n allen gaan eten, vlak bij
de Kathedraal. Ronald ging niet mee, Jan zou er ook niet zijn, jammer
maar hij kwam uiteindelijk toch. Arnold was te laat toen bleek dat Margaret
haar vliegticket kwijt was en dat moest eerst geregeld worden. Barbara
en Hetty hadden zich vergist en waren er ook niet. Wat een groep!!
![afsluiting](assets/afsluiting.jpg)
Arnold had een aardig restaurant uitgezocht, het eten smaakte goed. We
waren met de pet rond geweest voor Arnold en Gerard gaf dit aan hem tijdens
een kleine toespraak.
Terug in het hotel hebben we gezamenlijk nog wat gedronken en alvast
van Arnold afscheid genomen. Hij moest om 8.00 uur al op pad, allereerst
voor het ticket van Margaret en daarna op tijd in Venetië zijn voor
de volgende groep.
Foto's »
Zaterdag 1 juni: Siracusa > Milaan > Amsterdam
Uitgeslapen, ontbeten en de koffers in de lockerroom geplaatst. Op het
terras bedachten we eigenlijk dat het veel te warm was om iets te ondernemen.
Om 13.30 uur stond de bus klaar. De vliegreis naar Milaan en Amsterdam
verliep voorspoedig en op Schiphol stonden Paul en Enrico ons op te wachten.
Een fijne reis gehad en Sicilië was beslist de moeite waard.
Irene
|