Dinsdag
20 mei
Paul en Jannie kwamen ons op 5.45 uur ophalen. Vroeg i.v.m. eventuele
files onderweg.
We waren precies op tijd bij de incheck balie van de KLM. De reis verliep
voorspoedig en we landden tegen 12.00 uur in Barcelona. Met de bus naar
plaza Catalunya, waarvan we gedacht hadden snel bij de metro voor ons
hotel aan te komen, dat verliep even anders.
Om 13.30 uur liepen we ’t Dante hotel binnen aan de Calle Malorca.
Kamers waren goed, koffers uitgepakt en een eettentje opgezocht.
We belandden in een restaurantje met alleen Spanjaarden en het eten smaakte
voortreffelijk.
Te voet naar Casa Mila;
in de volksmond heeft het een bijzondere naam gekregen;
La
pedrera; de steengroeve.
Nog uitbundiger dan anders
heeft Gaudi bij dit woonhuis gebroken met
alle conventies en zijn fantasieën vorm gegeven in de
steen aan, in en op Casa Mila.
De ondersteunende ijzeren dragers verbergt hij handig achter de door
zuilen, vele malen onderbroken facade. Tussen 1906 en 1912 heeft hij
Casa Mila in opdracht van Pere Mila en zijn vrouw Roser Segimon gebouwd.
De modelwoning in Casa Mila omvat twee wooneenheden en weerspiegelt het
leven van de welvarende standen destijds.
Op de om twee grote binnenplaatsen
gegroepeerde meergezinswoning is een pakhuis gebouwd, dat vroeger dienst
deed als bijkeuken en droogzolder en tevens zorgde voor warmte isolatie
van de benedenverdieping. Het hoogtepunt van Casa Mila is het dakterras
met open trappen en een curiositeiten-kabinet van monumentale schoorstenen
en ventilatietorens. Apart of in groepjes staan sculpturen bij elkaar,
die er als verstarde bewakers van het dak uitzien.
Van bovenaf zijn ook
de binnenplaatsen goed zichtbaar, maar ook hadden we een fraai uitzicht
op de Sagrada Familia.
Dwalend door de kamers met het oude meubilair lijkt het alsof de bewoners
ieder ogenblik kunnen terugkeren.
We namen bus 24 naar Parc Güell.
Graaf Eusebio Güell wilde een tuinstad naar Engels voorbeeld en
kreeg Gaudi zo ver dat hij in 1900 met dit project startte. Helaas was
er weinig animo voor de huizen rondom het park, er werden er maar drie verkocht.
Behalve de herinnering aan een economische misser is er een park overgebleven,
dat inmiddels tot het wereldcultuurerfgoed behoort. In het park Güell
is Gaudi’s fantasie bijna met hem aan de loop gegaan.
Het middelpunt wordt gevormd door placa de la Natulesa,
een uitgestrekt terras met een schitterend uitzicht tot aan de haven.
Aan drie kanten wordt het plein begrensd door slangenbanken.
Over gegolfde leuningen en zittingen ligt als een oosters tapijt een
kleurig tegelmozaïek.
Zittend op deze slangenbank hebben we genoten
van het zonnetje en van alle mensen die vol verwondering, net als wijzelf,
de prachtige mozaïeken bekeken.
De slangenbank en het plein vormen
het plafond boven de zaal met 1000 zuilen. Dikke Dorische zuilen, gedeeltelijk
gebogen, gedeeltelijk kaarsrecht ondersteunen de koepels vol mozaïek.
Schitterend!
Vanaf het plein kunnen we een wandeling maken naar de half open Arcadegangen,
waar Gaudi een druipsteenformatie heeft nagemaakt. Een tweedelige trap
loopt vanaf de zuilenzaal omlaag naar twee heksenhuisjes bij de ingang.
In het midden tussen de trappenbogen steekt een drakenkop naar voren
en op de handlijst zit een kleurige leguaan die voortdurend water spuwt.
’s Avonds hebben we gegeten bij El Fanals, een restaurant in de buurt van
Casa Mila. Jannie had een aanbeveling in de Barcelona gids zien staan en het
was zeker de moeite waard.
Foto's »
Woensdag 21 mei
Goed geslapen en na een lekker ontbijt liepen we naar Casa Batllo.
Dit huis ligt net zoals Casa Mila aan de Passeig de Gracia. Casa Batllo
is een meesterwerk, uniek en uitzonderlijk. Het is meer dan een gebouw
alleen; het vormt reeds een mythe binnen de geschiedenis van de kunst,
architectuur en universeel ontwerp.
Casa Batllo gebouwd tussen 1904 en 1906 laat een verbijsterende conceptuele
vrijheid in de architectuur zien met ongebruikelijke formele perfectie.
We waren erg vroeg, moesten buiten wachten, maar daardoor konden we lang
genieten van de sprookjesachtige voorgevel met zeer bijzondere ramen.
De binnenkant van deze voorgevel ziet er evenzo sprookjesachtig uit. De
hal heeft een zeer bijzondere, vreemde trap, het eerste gedeelte van
deze trap kunnen we zien, het andere deel verdwijnt in de muur.
De 1e woonlaag kan bekeken worden, de andere appartementen worden bewoond.
De blauwe lichtschacht roept bewondering op; de kleurgeving van de tegels brengt de naar beneden zwakker wordende
lichtinval in evenwicht. Het dak lijkt op een geschubde rug van een draak
bedekt met keramiektegels. Het is een belevenis om hier rond te lopen.
De metro genomen naar Barceloneta; een terras opgezocht
met uitzicht op de haven, genoten van een kopje koffie en daarna het zeeaquarium bezocht.
Irene en Paul; twee gepensioneerden, kregen korting. Prachtige zeevissen,
ook veel haaien in diverse grootte.
Via de vernieuwde Rambla del Mar kwamen we terecht bij
het standbeeld van Columbus; hoog steekt hij boven Barcelona
uit en kijkt uit over zee. De voet van de Colombuszuil is ingenomen
door leeuwen en versierd met reliëfs; taferelen uit vroegere tijd.
Daarna het Picasso museum bekeken, de verzameling vond
ik niet geweldig.
Kopje koffie gedronken bij het Textiel museum en door
smalle straatjes in de Barri Gotic (oude wijk) gewandeld
naar onze lunchplek;
El Burrito, het ezeltje.
Terug via de Rambla; prachtige “levende standbeelden”,
druk bezochte terrassen, en door gelopen naar de Kathedraal Christus
van Lepanto en de heilige Eulalia, de tuin achter de Kathedraal was zeker
de moeite waard.
’s Avonds in de buurt van ons hotel gegeten bij El Caballito Blanco, het
witte paardje.
Foto's »
Donderdag 22 mei
De in 1882 begonnen bouw van de La Sagrada Familia of
wel de verzoeningskerk, zal vermoedelijk pas eind deze eeuw klaar komen.
In 1883, na de eerste steenlegging, begon de toen 31-jarige Gaudi aan
het project en bleef er tot zijn dood bij betrokken. De symboliek beweegt
zich tussen het Oude en het Nieuwe testament, om de geboorte, het lijden
en de verheerlijking van Jezus Christus en ligt besloten in de basisstructuur,
waarvoor Gaudi een allesomvattend plan heeft nagelaten.
Twaalf klokkentorens
(100 meter) zullen staan voor de apostelen, de centrale koepel (70 meter)
voor Jezus Christus, twee torens (125 meter) voor zijn moeder Maria en
nog vier torens voor de evangelisten. Het was Gaudi’s wens dat
het complex alle gebouwen van de stad in de schaduw zou stellen; als
lofzang voor God en als preek van steen.
Overal spraken de beelden ons aan. De aan de natuur ontleende ornamenten
zijn kenmerkend voor de Gaudi architectuur: pinakels afgezet met korenaren,
sinaasappels als versiering van topgevels, bloesems, palmbladeren, druiven,
waterslangen, schildpadden, slakken etc.
In het begin wisten we niet goed waar we zouden beginnen met kijken,
maar we begonnen uiteindelijk aan de voorzijde; de passie facade. Onder
een uitbouw van gebogen zuilen heeft de beeldhouwer J.M. Subirachs de
droefenis uitgebeeld. Met een stenen touw is Jezus Christus aan een gebroken
zuil vast gebonden; boven het portaal kijkt men omhoog naar de kruisweg
en de gezichtsloze wachten, daarboven ziet men de naakte Christusfiguur
aan het kruis.
Via een prachtige groene, bronzen deur, beschreven met
bijbelteksten gingen we de kerk binnen.
Volop werklui, getimmer, veel lawaai. De hoogte van de zuilen is enorm.
Achter in de kerk was een expositie over de steensoorten die men tijdens
de bouw gebruikt en waar deze vandaan komen.
Met de lift zijn we in een van de aposteltorens naar boven gegaan, we
kwamen uit bij een smalle trap en moesten nog wat hoger klimmen om via
een raampje Barcelona van boven te bekijken. Prachtig was dit uitzicht
maar ik wilde meteen terug, kreeg angst en ging tegen de stroom in terug
met de lift. Een Engelsman volgde me, die had het ook niet breed daarboven.
Jannie, Paul en Gerard bleven nog even genieten van al het moois.
Via de achteruitgang kwamen we bij de geboortegevel, een symbolische
vreugde gaat uit van deze facade, waar de Heilige Familie onder de ster
van Bethlehem verenigd is.
Na de lunch, terug naar ons hotel, even wat rusten en daarna met de bus
naar de Rambla. Aan de zeezijde verheffen zich aan weerszijde enige historische
gebouwen zoals de kanonnengieterij, het Convent de Santa Monica en
het Palau Marc. Verder wandelend over de Rambla kwamen
we langs peepshows en snackbars, krantenkiosken en natuurlijk het grote Teather
de Licieu. Daarnaast veel bloemstalletjes en de prachtigste “levende
standbeelden”. Doorgelopen naar Palau de Musica voor kaartjes,
helaas gesloten en ook voor Palau Güell stonden we voor een dichte
deur.
We hebben gegeten op Plaza Catalunya en liepen daarna via calle Mallorca
en een enorme Tapas bar terug naar ons hotel voor een behoorlijke nachtrust
want we waren erg moe.
Foto's »
Vrijdag 23 mei
De plannen die we maakten waren afhankelijk van de tijd waarop we het
Palau de la Musica en het Palau Güell konden bezichtigen.
Eerst de tijden opgevraagd en daarna naar de overdekte markt, La
Boqueria, een belangrijke plaats voor de inwendige mens. Ontzettend
veel soorten vis en fruit. Het fruit en de groenten lagen prachtig opgestapeld
in de kramen.
Tegen 12.00 uur liepen we het Palau de La Musica binnen.
Het was er goed druk en de bewaker had zijn dag niet, snauwde vreselijk
tegen alle toeristen!! De dame die ons rond leidde was echter heel vriendelijk
en ook ontzettend enthousiast.
Palau de la Musica is een meesterwerk van Lluis Domènechi Montaner
en werd gebouwd tussen 1905 en 1908, een jugendstill kleinood wat door
de UNESCO als cultuur erfgoed is aangewezen. Van buiten ziet het muziekpaleis
er prachtig uit, arcades, zuilen, kapitelen en balustrades met bonte
wandbekleding van keramiek deeltjes (trencadis) sieren de facade, daar
komen nog mozaïeken bij en ook de beeldengroep “Catalaanse
Volksliederen”, een werk van Miquel Blay.
Binnen gaat het spel van kleuren en vormen door. Boven de concertzaal
met 2000 plaatsen hangt een 2000 kg. wegende koepel als druppel van blauw,
geel en oranje kleurige elementen van glas, in de ruimte. Achter het
toneel hangt het wapen van Catalonië. Daarnaast goddelijke wezens
met muziek-instrumenten, er is nauwelijks een hoekje zonder sieraad gebleven.
In 2000 werd de kerk San Francesc, gelegen naast het muziekpaleis, afgebroken
om plaats te maken voor een auditorium.
Vanuit dit wonderschone Palau de la Musica liepen we naar het Plaza
Reial. Een prachtig plein met bijzondere lantaarnpalen, ontworpen
door Gaudi, koele arcades met slanke palmen.
De klaterende fontein met de drie gratiën in het midden van dit plein
werd ook ontworpen door Gaudi. We hebben hier genoten van de koelte en
een drankje en het was heerlijk om naar de diversiteit van mensen te
kijken.
Hierna op weg naar Palau Güell.
Bij binnenkomst in de kleine zuilenfoyer is te zien dat de opdrachtgever
nergens op heeft bezuinigd. In zijn residentie liet graaf Eusebi Güell
(1846-1918) poorten van eikenhout en jaloeziën van ebbenhout plaatsen.
De plafonds zijn versierd met mahonie, keramiek en smeedijzeren elementen.
Ook dit gebouw is op de UNESCO werelderfgoedlijst geplaatst.
We genoten
wederom van de fraaie architectuur in de vreemdste vormen met al zijn
kleuren.
Zaterdag 24 mei
Alweer de laatste dag. We besloten het Historisch Museum te
bezoeken. Met een lift gingen we een verdieping omlaag en meteen tweeduizend jaar terug naar de tijd van de Romeinen. We liepen over glazen en
metalen loopplanken over een enorm opgravingsgebied. Daarna kwamen we
in de Middeleeuwen terecht.
Nog wat rond gelopen over Plaza Catalunya, winkels bekeken
en geluncht in de buurt van ons hotel. Om 17.00 uur de bus naar het vliegveld
genomen.
De auto van Paul weer gevonden op de parkeerplaats en zo kwamen we weer
in het Eindhovense. We hebben ontzetten veel gezien, genoten van alle
prachtige gebouwen, van het heerlijke eten en van elkaars gezelschap.
Foto's »
Irene
|