Rondreis Tibet
04 t/m 26 september 2004
Zaterdag
4 september 2004 Amsterdam > Londen > Abu
Dahbi
Om 5.15 uur stond de taxi voor de deur. We zouden om 7.20 uur vertrekken
naar Londen.
Op Heatworth Airport moesten we 4 uur wachten om met Gulf Air naar Abu
Dabhi te vliegen. De stewardessen op dit dit vliegtuig zagen er bijzonder
uit met voile sjaals aan hun hoedjes.
Abu Dabhi heeft een klein vliegveld gebouwd in de vorm van een lotusbloem.
Hier moesten we 6 uur wachten voor aansluiting naar Kathmandu. Onze reisbegeleidster
Lucie Bekkers sloot zich in Abu Dabhi bij ons aan.
Zondag 5 september Abu Dhabi > Kathmandu
Bij aankomst in Kathmandu kregen we voor 2 dagen een gratis visum voor
Nepal. Ons hotel, Tibet Cottage, was redelijk met een mooi dakterras
waar we ’s middags tijdens de spertijd heerlijk van het uitzicht
konden genieten onder het genot van een glaasje.
8 Nepalezen waren in Irak vermoord en in Kathmandu werd toen de moskee
in brand gestoken, de spertijd gold ’s middags en ’s avonds
na half tien. Er waren veel militairen op straat aanwezig.
Met de groep tussen 18.00 en 21.30 uur wezen eten in het Ying/Yang restaurant.
Maandag 6 september Kathmandu
De meeste groepsleden gingen met Lucie naar de bekende toeristische tempels,
wij liepen de alternatieve route omdat we Kathmandu vroeger al eens ontdekt
hadden. Wij kwamen kleine tempeltjes, marktjes tegen. Het was een bijzondere
route met veel verassingen.
Dinsdag 7 september Kathmandu > Lhasa
Vroeg opgestaan, de bus stond om 8.00 uur klaar voor de rit naar het
vliegveld. Voordat we de hal van het vliegveld binnen mochten gaan werden
we eerst gefouilleerd, dames door dames en heren door heren. Daarna werd
de bagage door de scan gehaald en verzegeld.
Bij boarding werd de handbagage weer nagekeken en we werden weer gefouilleerd.
De gelabelde bagage lag op de landingsbaan en we moesten zelf de bagage
aanwijzen voordat deze werd meegenomen naar de laadruimte van het vliegtuig
en wij moesten weer in de rij om gefouilleerd te worden, niet te geloven.
Omdat we met de groep ingecheckt hadden was Marga alleen de gelukkige
voor een raamplaats. Na 25 minuten vliegen zouden we de pieken van de
Himalaya te zien krijgen. Iedereen hing natuurlijk aan de linker kant
van het vliegtuig om zoveel mogelijk foto’s te maken en te filmen.
Het was in een woord schitterend toen de Mount Everest tevoorschijn kwam.
Na een uurtje landden we op Lhasa airport. Een bus bracht ons naar de
aankomsthal. Eerst werd van iedereen de temperatuur gemeten, heel simpel
door een poortje lopen, even blijven staan en daar kwam de temperatuur
tevoorschijn. Daarna moesten we op volgorde van het groepsvisum in de
rij gaan staan en kregen we een stempel van de douanebeambte. De bagage
lag hier op de binnenplaats en moest door ons met de bagagebonnen worden
afgehaald.
Pubu, onze Tibetaanse gids, verwelkomde ons met een witte sjaal, de bus
stond klaar en we konden op weg naar Lhasa.
In Lhasa logeerden we in het Yak hotel, prachtig hotel in Tibetaanse
stijl. Dunya (betekent werelds en is afkomstig uit de Islam) heette het
restaurant behorende bij het Yakhotel. Dit restaurant werd gerund door
een Nederlands echtpaar.
Voor het eten nog even met Lucie en de groep de kora gelopen rondom de
Jokhang tempel.
Foto's »
Woensdag 8 september Lhasa
Om 8.00 uur werden we gewekt door de bouwvakkers, een gedeelte van het
Yakhotel stond in de steigers. Vanwege de overlast kregen we gratis ontbijt.
Onder het restaurant bevond zich een internetcafé, snel even naar
huis gemaild.
De kora (Barkhor) weer gelopen, prachtige Tibetaanse gevels, veel winkeltjes
met allemaal dezelfde snuisterijen. Steevast werd er geroepen, hello
lookie, lookie.
De Jokhang tempel is voor pelgrims
het spirituele centrum van Tibet. Het oudste gedeelte dateert uit de 7e eeuw.
Het was een van de twee tempel die door koning Songtsen
Gampo werden gebouwd om de Boeddhabeelden onder te brengen die zijn
2 buitenlandse vrouwen uit Nepal en China als bruidschat hadden meegekregen.
Volgens de legende wierp Songtsen Gampo zijn ring
in de lucht en beloofde een tempel te bouwen waar deze ring neer zou komen.
De ring viel in een meer en raakte een rotsblok
waarop een witte stoepa op miraculeuze wijze oprees - een gunstig voorteken -. Werklieden
dempten het meer met stenen en daarop werd de Jokhang tempel gebouwd door vaklieden
uit Tibet, China, Nepal en Kashmir. Er bevindt
zich nog altijd een vijver onder de grote binnenplaats van de Jokhang tempel.
Het plein en portaal van de tempel zijn meestal
druk bezet door pelgrims die zich prosternerend in de richting van het heiligste
der heiligen begeven.
De binnenste schrijn herbergt het oudste en meest
waardevolle voorwerp in Tibet, het oorspronkelijke standbeeld van Sakyamuni de historische
Boeddha, die prinses Wen Cheng 1300 jaar geleden uit Changán meebracht.
We hebben tegenover de Jokhang tempelop een dakterras “capechino” gedronken:
oploskoffie, met heel veel melk en wat cacao erop. Het was warm verder
had dit weinig met koffie te maken.
Met de lokale bus reden we naar het Sera
klooster.
Dit klooster staat aan de noordelijke stadsgrens
van Lhasa aan de voet van de Tapitu. Sera betekent “barmhartige
hagel”, waarmee de rivaliteit met de “berg
van Rijst” (Drepungklooster) wordt aangegeven - hagel verwoest rijst -.
Sera was kleiner dan Drepung (7000 monniken), maar
bijzonder welvarend en met vergelijkbare macht. Tegenwoordig telt het klooster 300
monniken en sommige gebouwen zijn ingericht als boerderij. Sera werd gesticht
door een van Tsong Khapa’s acht discipelen.
Het verkreeg grote bekendheid door zijn Tantrische
leer. De monniken van Sera werden beschouwd als slim en gevaarlijk.
Het kleine leger strijdlustige monniken, dobs
dobs, werden bewonderd als waren het atleten maar werden eveneens gevreesd.
Op het debateerplein bereiden
monniken zich voor op hun examen door op rituele wijze proefdebatten te voeren, sommigen in kleermakerszit onder een boom, terwijl anderen
in hun handen klappen om hun argumentatie kracht bij te zetten.
De grootste schat van Sera is een vergulde Chenrezi met
honderden handen en ogen.
Donderdag 9 september: Lhasa
We zouden om 9.00 uur vertrekken met de lokale bus naar het Drepung klooster.
Helaas was de bus vol, dus gingen we met taxi’s.
Het afgesproken bedrag was 20 yuan per taxi. Onze chauffeur werd vreselijk
agressief en wilde 30 yuan hebben en reed Peter van twee meter bijna
van zijn sokken.
Veel kinderen, moeders en ook de monniken dreunden mantra’s op
en bedelden om geld.
In de kloosters ligt enorm veel geld in schalen,
bij de yak boter kaarsjes, tegen de muren geplakt, je kunt het zo gek
niet verzinnen of er ligt wel ergens geld. Niemand neemt dit mee, enkel
de monniken uit het klooster zagen we af en toe dit geld tellen, dit
wordt waarschijnlijk gebruikt voor onderhoud en herstel van de tempels.
Ook voor de monniken zelf wordt dit gebruikt en er moet waarschijnlijk
ook een gedeelte aan de Chinese regering worden afgegeven.
Het Drepung klooster ligt op de hellingen van Gambo ütse.
Dit was het grootste en rijkste klooster van heel Tibet en werd gesticht in 1416
door een discipel van Tsong Khapa.
De 5e Dalai Lama breidde het complex uit en regeerde
vanuit hier toen de Potala gebouwd werd. Op zijn hoogtepunt telde Drepung 10.000
monniken, bestuurde 700 andere kloosters en bezat uitgestrekte landerijen.
Van de 6000 monniken die hier in 1959 verbleven
vluchtte de helft inclusief alle hoge lama’s en de Dalai Lama. De overigen
keerde naar huis terug, leerden een vak en huwden.
Slechts enkele bejaarde monniken bleven achter om, met toestemming van de Chinezen, de
akkers te bewerken. Tegenwoordig verblijven
er 400 monniken die in hun onderhoud voorzien met de verkoop van appels
uit hun boomgaarden.
De muren in de gebedshal tonen een uiterst gedetailleerde
Chenrezi in een cirkel van handen en ogen (links) en Yamantaka met acht wachters
(rechts). De gouden stoepa’s op het altaar en in de kapel zijn de tombes
van de 2e, 3e en 4e Dalai Lama.
We zijn nog even in de keuken geweest, hier maakt
men nog gebruik van middeleeuwse fornuizen en gigantische karnen, urnen
en kookpotten.
Voor aanvang van de dienst werd ook hier door een
aantal monniken gedebatteerd. Toen de gong 3x geklonken had liepen de monniken
naar binnen, lieten hun schoenen echter buiten op de trap achter.
Foto's »
Vrijdag 10 september: Lhasa
Met taxi’s om 8.15 uur naar het Potalapaleis,
(Lucie had gisteren met onze paspoorten kaartjes gereserveerd). We moesten
om 09.00 uur boven zijn bij het loket om die kaartjes op te halen en
voordien hadden we nog een klim voor de boeg van ca een ½ uur.
We moesten wel even op adem komen nadien.
De indeling van het Rode Paleis is
ingewikkeld. Het centrum wordt gevormd door de grote westelijke hal met 4 kapellen.
We begonnen bij de Noordelijke kapel,
deze is gewijd aan een gekroonde Sakyamuni Daila Lama en de 5e
Lama.
Hun gelijke grote en gedeelde aura geven blijk van hun
gelijkwaardige positie. Vele scripturen (losse vellen die in zijde gewikkeld tussen
planken worden bewaard) vormen een uitgebreide bibliotheek.
Het was ontzettend
donker, hier en daar hing een spaarzaam lampje,
een zaklamp was wel op z’n plaats geweest.
De Oostelijke kapel is gewijd
aan Tsong Khapa, stichter van de Geelmutsen orde.
De Zuidelijke kapel is gewijd
aan Padmasambhava, de 8e-eeuwse Indiase magiër/heilige. Zijn Tibetaanse vrouw staat bij zijn rechter knie.
De Westelijke kapel herbergt 5
gouden stoepa’s. De reusachtige stoepa in het midden bevat het gemummificeerde
lichaam van de 5e Dalai Lama. Deze stoepa is
bekleed met 3720 kg. goud, ingelegd met halfedelstenen en 14,8 meter hoog.
Op de volgende verdieping zijn op de 1e galerij
ramen aangebracht om licht en lucht toe te laten in de grote westelijke hal met
de daarbij behorende kappellen.
De 2e galerij geeft toegang tot het centrale paviljoen,
waar we een kopje vriendschapsthee hebben gedronken. Langs deze galerij zijn
interessante
muurschilderingen aangebracht die de geschiedenis van Tibet uitbeelden.
De Kapel van Kalachakra is bekend
vanwege de schitterende 3 dimensionele mandala.
Verder hebben we alle kapellen bekeken en ook de Meditatiekamer
van Songtsen Gampo.
Op de 3e galerij hebben we de Kapel van
Jampa, kapel met de 3 dimensionale mandala’s en de tombe van
de 7e Daila Lama bekeken, de rest
was gesloten wegens onderhoud.
De tombe van de 13e Daila
Lama mocht alleen met een gids worden bezocht, maar ook deze stond in
de steigers.
De reusachtige stoepa, 14 meter hoog, werd in 1933 gebouwd
en herbergt juwelen van onschatbare waarden en een ton goud.
Op het dakterras
hadden we een goed zicht op de werkzaamheden van voornoemde tombe en over
Lhasa.
Lhasa bestaat eigenlijk uit 2 delen, een Chinees
deel; met brede boulevards en immense gebouwen; een Tibetaans gedeelte met kronkelige
smalle straatjes en witte huizen die aangetast zijn door de felle zon en extreme
koude.
Hoewel de Chinezen met harde hand proberen de mystieke
eenheid van het land te verbreken is dat tot op heden niet gelukt.
Daarna hebben we de grote hal van het Witte
Paleis bewonderd. Verder mochten we het paleis niet bezichtigen.
Alleen konden we even naar de toilet, stinkende gaten
zoals altijd.
Na de lunch zijn we weer naar de Yokhang tempel gelopen. Nu namen we
de smalle steegjes vanuit de Barkhor.
We bezochten hele
kleine tempeltjes zoals het Meru Nyingba klooster,
de Jampa Lhakhang en de Gongkar Chode Kapel;
deze tempeltjes hadden prachtig bewerkte poorten.
De kinderen die in de steegjes speelden wilden ons wel een handje geven.
’s Avonds hebben we met z’n achten een Tibetaanse avond bijgewoond,
het eten smaakte heerlijk en de zang en voordrachten waren erg leuk.
Foto's »
Zaterdag 11 september: Lhasa > Sameye
Slecht geslapen, mijn verkoudheid wil niet overgaan. Dat heeft te maken
met de hoogte laat ik me wijs maken. Om 09.00 uur vertrekken we met de
bus naar het Sameye klooster; een gedeelte van de bagage hebben we achter
gelaten in het Yak hotel.
De eerste stop was bij een enorme Boeddha, uitgehouwen in een rotswand.
Ontelbare witte sjaals hingen rondom dit beeld.
De volgende stop was bij een aantal vissers die hun bootjes klaar maakten
om het meer op te gaan. Deze bootjes waren gemaakt van
Yakleer, bijzonder om te zien. Tashi delek werd er geroepen
terwijl ze met hun bootjes naar het midden van ’t meer verdwenen.
Bij de Yarlung rivier moesten we overstappen op een
open platbodem, die aangedreven wordt door een omgebouwde tractormotor.
Gezamenlijk met de plaatselijke bevolking voeren we naar de Yarlung
Tsangpo vallei.
De reis zou ca 1½ uur duren, tenminste
als we niet vast liepen op een van de vele wandelende zandplaten. Aan
de andere kant stond weer een bus waar wij als eersten in mochten stappen
en de lokale bevolking moest daarna maar zien waar een plaatsje voor
hen was. De bus zat propvol en een kermisachtige rit volgde naar het
klooster.
We deelden de kamer met Jan en Jet. Wassen bij de pomp op de
binnenplaats en toilet zoals gewoonlijk gaten in de grond.
Sameye: dit eerste klooster van
Tibet werd in 799 door Trisong Detsen gesticht
nadat hij prominente boeddhisten uit India had uitgenodigd
om naar Tibet te komen. De bekendsten uit dit gezelschap waren Padmasambhava,
de magiër en Santarakshita zijn persoonlijke
leermeester. Deze 2 stonden terzijde bij het bouwen van Samye als school voor
Tibetaanse monniken. Het klooster kreeg de vorm
van een Mandala; dit symboliseert het universum.
We hebben een uurtje door het klooster gedwaald,
de fraaie muurschilderingen bewonderd, het grote beeld van Sakyamuni uit
de 8e eeuw, het imposante beeld van Chenrezi met
meerdere hoofden en wel 10.000 handen.
Vanaf het dak heeft men een pracht uitzicht over het
dorp en de omgeving. De vertrekken van de monniken lagen ook op deze verdieping.
Met Gerard in het restaurant (voor toeristen) van het klooster gegeten,
de anderen liepen naar Snowland, buiten het kloostercomplex.
Ik ben vroeg het bed ingedoken en Gerard heeft nog even de bar opgezocht.
Zondag 12 september: Sameye
Redelijk geslapen, na een poezenwas iedereen uitgezwaaid. De groep ging
in een open truck naar het nonnenklooster en de Chim Puck Hermitage, was een pittige
klim van 2 uur.
Gerard en ik bleven achter
’s ochtends is Gerard de berg Hepo
Ri opgelopen. Van boven af had hij een mooi uitzicht op het
klooster en kon heel duidelijk de vorm van de mandala onderscheiden.
Er woonde 1 monnik boven op deze berg in een klein hutje. Er hingen gebedsvlaggetjes
en er stond een wierookbrander.
De lunch hebben we gebruikt in het restaurant
van de Kampa’s. Prachtige mensen om te zien, er werd veel yakboter
thee gedronken. Gerard heeft een aantal dames gefilmd en toen ze beelden
terug zagen moesten zij er vreselijk om lachen. Achter mij zat een vader
het eten voor te kauwen voor de baby en stopte het daarna in zijn mondje,
zo ontroerend.
Het was heel bijzonder om tussen de bevolking te eten, zij keken naar
ons en wij natuurlijk naar hen.
We zijn gewapend met een zaklantaarn terug gegaan naar de tempel om de
muurschilderingen te bekijken, sommigen waren schitterend andere stukken
bijna helemaal vergaan. Hierna hebben we de kora gelopen en allerlei
kleine tempeltjes op het terrein bezocht. We liepen tussen de pelgrims
en we voelden ons ook zo.
In de tempel waar 2 monniken op hele grote hoorns bliezen mochten we
niet fotograferen, heel jammer.
Met z’n allen bij Snowland gegeten.
Maandag 13 september: Samye > Yumbalagang > Tandruk > Lhasa
Ontbeten met Tibetaans brood en gebakken eieren. De bus zat nu vol
met plaatselijke bevolking en wij moesten dus een plaatsje zoeken.
We reden terug naar de platbodem en staken weer de Yarlung rivier over.
De Yumbalagang is gebouwd boven op een berg, ten tijde
van legendes en mythes. Destijds was het een fort en veel groter dan nu.
Na de restauratie is het in gebruik genomen als
klooster. Gerard liep naar boven en ik ging op een paard, mooi versierd en geleid
door een Kampa man. We zijn niet in dit klooster geweest hebben genoten van het uitzicht.
We vervolgden de weg naar de Tandruk tempel, tijdens
de reconstructie van dit klooster is veel verloren gegaan, toch is de uitstraling van
dit complex bijzonder. Op de binnenplaats is een kleine tempel gebouwd met daarin
een 500 jaar oude, beroemde thangka van Tar, gemaakt
van 30.000 parels. Daarnaast hangt een geappliceerde thangka, 1200 jaar oud en
deze stelt Sakyamuni voor.
Er was een aparte ruimte met zeer fraaie maskers.
Met Pubu, onze gids, naar de apotheek, pillen gehaald voor de hoest.
Boodschappen gedaan voor de volgende dagen en heerlijk gegeten in het
Yakhotel. De bagage weer verdeeld en het bed in.
Foto's »
Dinsdag 14 september: Lhasa > Katsel > Drigung
Til
Een gedeelte van de bagage bleef weer achter in het Yakhotel. We gingen
op weg naar Katsel waar een klein tempeltje stond gewijd
aan Demonen. De aanwezige monniken dreunden hun mantra’s op en
maakten muziek. Gerard heeft hier aardig kunnen filmen.
Onderweg kwamen we voorbij de Nomaden. We zijn gestopt en probeerden
met behulp van Pubu een beetje contact te krijgen.
We mochten in hun tenten kijken, voor ons een enorme zooi met wel een
TV, die gevoed werd middels zonnepanelen!!!
We reden door naar Drigung Til; dit klooster zagen we
hoog tegen de berghelling liggen. Via een smalle weg reden we omhoog
tot 4400 meter en daar lag een schitterende tempel.
De tempelorde is van de Roodkap monniken,
goeroe Rinpoché en dateert uit de 12e eeuw. De nadruk
van dit klooster lag op meditatie. We moesten de
monniken vragen de deuren van diverse tempels te openen, binnen rook het sterk
naar yakboter lampjes.
Er waren drie dode mensen
afgeleverd en de familie van de overledenen liepen de kora om te bidden.
Tegen de avond konden we een ceremonie bijwonen.
De dode persoon werd midden op het plein gelegd, opgevouwen in een foetushouding
en de monniken voerden diverse rituelen uit.
De dode wordt de volgende dag, op de rug van een
familielid, naar de sky burial plek gebracht. Daar wordt de overledenen
gevild door een monnik en in stukjes gevoerd aan
de gieren. Zij geven dan als het ware de mensen terug aan de aarde.
Vorige reizen
kreeg Lucie toestemming om met de groepsleden te
gaan kijken. Nu kan dit niet meer omdat een groep Chinezen dit heeft gefilmd
en via Internet over de wereld heeft gestuurd.
Trouwens Gerard en ik zouden niet mee gegaan zijn, wij vonden dat daar
geen kijkers bijhoorden.
We kregen met 10 personen een kamer in het “guesthouse”.
Marga en ik hadden een emmer bemachtigd zodat we ’s nachts niet
naar buiten hoefden voor het “toilet”. Bij de winkel bier
gehaald en koud gelegd in de vriezer naast het Yakvlees. Om 21.00 uur
lag iedereen op bed, er was niets te doen.
Woensdag 15 september: Drigung Til > Tidrum > Medro
Gonkar
Slecht geslapen, Rob snurkt ontzettend hard. De zwitsal washandjes kwamen
weer goed van pas. Tanden poetsen aan de pomp en appeltaart als ontbijt.
Inmiddels waren er nog meer lijken gebracht en bleven de ceremonies voortduren.
Wij daalden met onze bus weer af en gingen op weg naar het nonnenklooster Tidrum.
We kwamen door een schitterende kloof.
Dit nonnenklooster is van religieuze
betekenis omdat hier de grote 8e eeuwse adept Yeshe Tsogyel,
gemalin van Padmasambhava, zich terugtrok
om te mediteren. De tempel staat op de plek van de grot waar zij verbleef.
Er werden door Lucie kamers gereserveerd voor 1 overnachting, maar deze
kamers waren zo smerig en over de toiletten willen we al helemaal niet
praten. We besloten uiteindelijk tot 17.00 uur te blijven om van de heetwaterbronnen
te genieten. Daar zaten we dan met een aantal dames tussen de lokale
bevolking. Dat was enig.
In het restaurant maakten we daarna kennis met 4 dames uit het Noorden
van Tibet, Samdru, Sentho, Zolha en Antho. Zij nodigden ons uit om met
hen mee te eten en dat hebben Rob, Gerard en ik gedaan. Geweldig zoals
deze dames reageerden. We hebben met behulp van Pubu hun adres gekregen
en we hebben bij thuiskomst de gemaakte foto’s naar hen opgestuurd.
Hopelijk komen deze aan!!
Nadien vertokken we naar Medro Gongkar. We kregen hier schone kamers,
wel gezamenlijk gebruik van douches’s en toilet. Helaas de douches
werkten niet, maar er hingen wasbakken net als op een camping.
’s Avonds heerlijk chinees gegeten. Pubu had een aantal gerechten besteld.
Geweldig.
Goed geslapen.
Foto's »
Donderdag 16 september: Medro Gongkar > Ganden > Lhasa
Jarig…… de telefoon ging over om 6.00 uur, een smsje van
Cor en Louise. Zij waren de eerste met felicitaties. Een paar uurlater
kwam er een smsje van Karel en Yvonne. Leuk, zo ver weg en toch contact.
Door de dag heen diverse wensen via mail ontvangen. Van de groepsleden felicitaties ontvangen.
Na het ontbijt gingen we op weg naar het Ganden
Klooster, dit ligt als een amfitheater in een kom op 4500 meter hoogte. Geweldig, wat een prachtig geheel op je verjaardag.
Tijdens de Chinese invasie werd er veel verwoest,
de herstelwerk-zaamheden zijn nog steeds in volle gang, mede dankzij veel vrijwilligers
en monniken die terug gekeerd zijn.
We hebben de Ganden Kora gelopen,
schitterende uitzichten over de Kyi-chu vallei.
De monniken
en de pelgrims liepen zingend deze kora.
Mooi om te horen en af en toe wreven zij over “heilige rotsblokken”. Heel bijzonder was het.
Terug naar het Yakhotel in Lhasa, weer een fijne kamer, heerlijke douche en wc.
Alle felicitatiemails bekeken. De was weg gebracht en toen naar de bar
voor het vieren van mijn verjaardag.
De groep had er iets bijzonders
van gemaakt, chocoladetaart en als cadeautje een prachtige gebedsmolen.
Zelfs de stoel was versierd. Daar hebben we wel een glaasje op gedronken.
Helga belde ook nog even.
Bij Naga gegeten en daarna terug naar het terras van Dunya waar we met
een aantal luitjes van de groep flink aan de wijn hebben gezeten. Terug
op onze kamer was ik mijn telefoon kwijt, als een haas terug gerend naar
Naga, navraag gedaan, hadden niets gevonden. Een van de bedienden keek
onder de tafel waar we hadden gegeten en gelukkig daar lag ie nog, waarschijnlijk
uit mijn broekzak gegleden. Alles gelukkig weer goed gekomen!!
Foto's »
Vrijdag 17 september: Lhasa
Dagje vrij, cadeautjes gekocht voor de meiden, gewandeld, gegeten etc.
Zaterdag 18 september: Lhasa > Gyantse
Vandaag begonnen we aan de tocht over de hoogvlakte richting Nepal. Met
Jan en Jet deelden we de landcruiser. Onze chauffeur Tadji was een gezellige,
goedlachse man, sprak een enkel woordje engels en reed heel goed.
We moesten afwijken van de oorspronkelijke route naar Gyantse wegens
wegwerkzaamheden. Tot aan het Yangpachen klooster (1e stop) hadden
we een asfaltweg. Daarna begonnen de steenslagwegen en/of karrensporen
waar Tadji behendig over heen reed. De schokdempers waren niet geweldig,
dus onze “schokdempers” kregen tijdens deze dagen een aardige
opdonder.
We stopten vlak voor de Shogupas, 5300 meter, wat we zagen was prachtig, eigenlijk is dit niet
in woorden uit te drukken. Er lag een beetje sneeuw en toen we helemaal
boven op de pas aankwamen, hing die vol met gebedsvlaggetjes. Twee verkopers
probeerden die vlaggetjes ook aan ons te slijten.
Bij de Dongu pas, 4800 meter, werd weer gestopt. Deze
pas was glooiend met grazende yaks en ontzettend veel kleur, bruin, geel
en groen. Ook hier keken we onze ogen uit.
Tussen de geitjes en de yaks gebruikten we onze meegebrachte lunch. Het
terras stond al klaar. Magnifiek, voor de anderen werden kussens en matrassen
neergelegd zodat iedereen kon zitten.
Daarna reden we naar de noordelijke
friendship route en vanaf daar zouden we dus de oorspronkelijke route
volgen tot aan Gyantse. Helaas ook daar was men met wegwerkzaamheden
bezig; dus werd richting Shigatse ingezet en zouden we halverwege via
een shortcut terug rijden naar Gyantse.
Wat een shortcut inhield konden we
een uurtje nadien beleven. We vlogen over een droge vlakte, weinig groen,
door rivierbeddingen, langs Tibetaanse gehuchtjes en er leek geen einde
aan te komen. Ik zat deze keer voorin, had veel last van stof en we werden
aardig door elkaar geklutst. Tadji zong en had plezier, hij wist de weg
precies en na een dik uur belandden we op een asfaltweg die ons naar
Gyantse bracht.
Hotel Wu Tse was een redelijk hotel alleen zijn we daar niet gaan
eten, dat duurde uren voordat er iets op tafel kwam.
Zondag 19 september: Gyantse
Gyantse was in de 5e eeuw een
bloeiende handelstad. De plaatselijke adel trouwden met andere adellijke clans
uit de Tsang dynastie en stichtte het Pelkor Chode
klooster in een natuurlijke uitholling van de bergrug die door Gyantse
loopt.
Van het klooster zijn slechts 4 gebouwen overeind blijven
staan, de restauratie komt langzaam op gang.
Kumbum de spectaculaire stoepa-tempel,
waarvan de naam “plaats van duizend beelden” betekent vormt het hart van
het Pelkor klooster en is de trots van Gyantse.
De grote pagode is voorzien van een zware,
4 verdiepingen tellende sokkel,
gefacetteerd opgesteld en onderling verbonden kapellen.
Bovenop is een koepel aangebracht, met 4 kapellen, die lijkt op traditionele
stoepa’s.
Godengalerij »
Daarboven rijst een zuil met op
4 zijden de allesziende ogen van Boeddha in Nepalese stijl, een vergulde
toren van 13 ver-diepingen, een parasol van bewerkt
metaal en een aantal gouden kroonstukken. De kapellen herbergen schitterende
beelden en muur-schilderingen. De kumbum is het
mooiste voorbeeld van 15e eeuwse Newari kunst ter wereld.
Het Newarvolk uit de Kathmandu vallei stond bekend om zijn grote kunstzinnigheid.
Met Jet en jan hebben we dit klooster
bekeken.
Bij terugkomst in het hotel hoorden we dat Daniël gebeten was door
een van de honden bij de tempel en hij ging met mij naar het plaatselijke
ziekenhuis. Hij voor een antibiotica spuit en eventueel een rabiësinjectie
en ik moest naar mijn longen laten luisteren.
Gelukkig waren deze schoon en de arts schreef een kruiden hoestdrankje
voor, smaakte erg bitter maar het leek goed te helpen. Ik dook even het
bed in en Gerard liep naar de Tibetaanse wijk om deze omgeving te filmen.
’s Avonds gegeten bij het Yakrestaurant, ook Peter, Rob, marijke, Miebeth
en Sabine kwamen daar eten. Gezamenlijk nadien nog een pilsje gedronken.
Foto's »
Maandag 20 september: Gyantse > Shigatse
Goed geslapen, komt door het hoestdrankje denk ik, had in ieder geval
weer lucht.
Van Gyantse naar Shigatse loopt een asfaltweg, dus een rustige reis deze
ochtend.
We stopten bij een tsampa fabriekje,
helaas gesloten. Tsampa is een meel van geroosterde gerst, dat de basis is van een maaltijd. Tsampa wordt in droge vorm gegeten, met boter gekneed tot deeg of in de thee gedaan.
Een boerenfamilie gaf toestemming hun boerderij te bekijken. De mensen
wonen op de 1e verdieping, ziet er schitterend uit.
Alle houten balken
buiten en binnen zijn beschilderd. Er staan prachtige, bewerkte kasten
in de woonkamers en ook daar hangen veel versieringen.
Op de begane grond leven de beesten en is er ruimte voor werktuigen en
gereedschap.
Deze boerderij behoorde wel toe aan een rijke familie.
Shigatse ligt op 3900 meter en is de 2e stad van
Tibet. Shigatse ligt bij de samenstroming van de Yarlung Tsangpo en Nyang-Chu.
De laatst genoemde rivier stroomt van zuidoost naar noordoost door een
prachtige vallei met een lengte van 100 km. Deze vallei is een van de
belangrijkste landbouwgebieden van Tibet.
Shigatse was voorheen een bolwerk als kloosterstad, tegenwoordig is er,
evenals in andere middelgrote steden, een moderne Chinese wijk aan vastgebouwd, die de grootte van de oude stad evenaart. Het hoefijzervormige
Shigatse is gebouwd rondom een berg waarop vroeger een burcht stond.
Aan de westelijke punt staat het Tashilhunpo
klooster: “berg van Glorie” was de zetel van de Panchen
Lama’s, opgericht door de jongste
dicipel van Tsnog Khapa van de geelmutsorde. In 1960 werd Tashilhunpo
door de Chinezen als klooster ontmanteld, toen de 10e
Panchen Lama afwezig was. De Maitreya kapel is gebouwd om een
Boeddha
van
26.2 meter te herbergen.
Filmen en foto’s maken was
hier bespottelijk duur.
Aansluitend hebben we gekeken naar een Tibetaanse
Opera, een geweldig spektakel.
Wij logeerden in het Tenzin hotel, goed hotel, helaas geen water!!
Heerlijk gegeten in het Zhenginx restaurantje, we konden in de keuken
kijken en alles ging vers in de wok.
Enorme jeuk was nu mijn deel, waarschijnlijk een allergische reactie
(rood lijf) op het hoestdrankje, dus dat kon de prullenbak in.
Dinsdag 21 september: Shigatse > Sakya > Lhatse
Bij Crazy Jones ontbeten, spraken geen woord engels, toch een goed ontbijt
gehad.
Om 09.00 uur vertrokken we naar het Sakya klooster ca. 4.00 uur rijden.
Halverwege de route moesten we noodgedwongen een tijd stoppen. Sabine,
Miebeth en Marijke hadden met hun jeep een ongeluk gehad, het passeren
van een vrachtwagen lukte niet. Gelukkig waren er geen persoonlijke ongelukken,
de auto echter was total loss. Vier personen konden met de Dim Sum groep
meerijden tot aan het Sakya klooster.
Bij een politiepost onderweg, ergens in de middle of nowhere, moest worden
gestopt, de papieren werden nagekeken!! Daarna een stop gemaakt bij
een monument wat de afstand van Peking tot daar aan gaf, 5000 km. Wij
hadden echter veel meer aandacht voor de bevolking die het land bewerkten
en de mensen die daar rondliepen.
De Tropu pas van 4950 meter was schitterend, droog,
dor, maar vol gebedsvlaggetjes.
Tegen 15,30 uur kwamen we in Sakya, we wilden allemaal
een snelle lunch, dat liep uit op een debacle, het duurde ontzettend
lang en daarna hadden de meeste groepsleden geen zin meer in het klooster.
Wij zijn toch mee geweest.
Dit belangrijke oude klooster, waarvan de naam “taankleurige
grond” betekent, bestuurde na de val van de monarchie in de 13e eeuw heel
Tibet. Zijn middeleeuwse Mongoolse bouwstijl lijkt in niets
op die van de kloosters in Yarlung en Lhasa.
Tegen 17.00 uur met 4 i.p.v 5 auto’s op weg naar Lathse,
we moesten allemaal een beetje inschuiven. We overnachtten in een "sfeervol hotel". Er was geen water, gezamenlijke ranzige toiletten,
dus werd het in een teiltje piesen en de Zwitsal washandjes werden
ook weer tevoorschijn gehaald.
Het Tibetaanse restaurant serveerde een goede maaltijd; ik ben (mijn
allergie breidde zich uit) om 21.00 uur het bed ingedoken. Gerard bleef
met de anderen nog een pilsje drinken.
Foto's »
Woensdag 22 september: Lhatse > Tingri
Goed geslapen en om 9.00 uur vertrokken we richting Tingri; ligt op 5100
meter.
Tijdens deze rit zijn we regelmatig gestopt; de Gyatsola pas
5220 meter, was bezaaid met witte sjaals en er hingen weer veel
gebedsvlaggen. Er waaide een koude, gure wind, maar ook deze pas was
weer een geweldige ervaring. Prachtige vergezichten, we konden er niet
genoeg van krijgen.
Tijdens de stops op de hoogvlakte zagen we kudden
Yaks, schapen en geiten. Zelfs fietsers over de hoogvlakte, daar moet je maar zin in hebben!! We verwonderen ons over de snelheid waarmee
de kampa’s vanuit hun kleine behuizing ineens om ons heen stonden.
Ze vroegen naar sigaretjes, water en geld en bleven zeer vriendelijk.
Ook de stilte was enorm, alleen de wind hoorden we en af en toe in de
verte een bel van een geit of schaap.
We hebben geluncht in Dingri.
Daarna kwamen we bij een wegblokkade en de paspoorten moesten worden
ingeleverd bij de politie. Foto’s en filmen was verboden.
We sliepen in Old Tingri, in een Tibetaans guesthouse,
we kregen allemaal een twee persoonskamer met gezamenlijk gebruik van
toilet en douche. Wonder boven wonder konden we tussen 19.00 en 24.00
uur genieten van een heerlijke warme douche.
Het uitzicht was overigens
magnifiek, we keken op de Himalaya en van heel dichtbij
zagen we de Mnt. Everest. Een primitief nachtje was dat
beslist waard.
Bij hotel Amdo in het dorp gegeten, geweldige bediening en goed eten.
Op de terugweg nog koekjes en sigaretten gekocht. In het restaurant,
behorende bij het guesthouse, nog even wat gedronken. De kachel werd
gestookt met yakstront maar hier roken we niets van. Na de douche in
mijn lakenzak gekropen en een dubbel donsdekbed over me heen getrokken.
Het was behoorlijk koud.
Foto's »
Donderdag 23 september: Tingri > Zhangmu
Vroeg op om de zonsopgang boven de Himalaya te bewonderen. We hoorden
de oh’s en ah’s al van diverse groepsleden. Schitterend zoals
de zon boven deze magnifieke bergrug opkwam, niet te beschrijven. We
hebben enorm genoten.
Ontbijt met hardgekookte eieren, helaas waren de eieren over het algemeen
rot, de kampa’s eten die gewoon.
Op weg voor een spectaculaire tocht, allereerst de “zandkasteeltjes”,
dit blijken ruines van forten te zijn. In de 18e eeuw hebben de Tibetanen
tegen de Nepalezen gevochten.
Diverse stops gemaakt voor bijzondere mooie vergezichten; de 1e pas die
we passeerden was de La-Lung pas op 5124 meter hoogte;
steeds dichter kwamen we bij de Himalaya, geweldige ervaring om steeds
dichter naar die machtige bergketen toe te rijden.
Op de Tong-pas, 5120 meter, hadden we een bijzonder
mooi uitzicht op de Mnt Everest en de Oho Oyo. Daarna
gingen we in vliegende vaart via een shortcut een steile berghelling
naar beneden; dit kunnen alleen jeeps!!
Een stop bij de Milarepa grot:
van alle religieuze meesters en vreemde figuren die in de geschiedenis van Tibet
iets betekend hebben, is Milarepa zonder twijfel
de populairste. Hij was poëet, excentriekeling, kluizenaar, magiër
en heilige, verworvenheden die bij de Tibetanen
hoog aangeschreven staan. Milarepa liet ons 1000 liederen en gedichten na, alsmede
een biografie. Milarepa werd 83 jaar oud en was
een wijze, geïnspireerde zonderling die in het hart van alle Tibetanen
een plaats verwierf.
Info »
Lunch hebben we gebruikt bij “Snowland” in het plaatsje Nyalam;
de weg vergezelt ten zuiden van Nyalam een snelstromende rivier door
een geul daarbij geflankeerd door loodrechte wanden. Dit wordt ook wel
de Duivelskloof genoemd. Naarmate de weg daalt worden de bomen dikker,
watervallen storten zich langs de bergwanden omlaag tussen de groene
oases van varens en mos.
Info »
Door deze enorme kloof reden we naar Zhangmu,
laatste plaats voor de grens met Nepal. We kwamen terecht in een enorme
vrachtwagenfile. Onze chauffeur, deed net als alle anderen, doorrijden,
dus het werd een puinhoop. Hij moest achteruit terug rijden, keren konden
we niet. Ook de vrachtwagens moesten achteruit terug rijden. Zeker een
uur oponthoud. Dick, Lucie en Pubu snapten er niets van, zij waren net
voor de file in het hotel.
In het Pema hotel hadden we een nette kleine kamer, gezamenlijk gebruik
van douche en toilet. Mijn jeuk is inmiddels verdwenen, nu nog de rode
vlekken.
Om 19.30 zouden we afscheid nemen van de chauffeurs tijdens een etentje.
We moesten
2 uur wachten op ons eten, niet te geloven.
De lokale bevolking ging allemaal voor. Gelukkig konden we ons tegoed
doen aan de pils en vreemde alcoholische drankjes.
Foto's »
Vrijdag 24 september: Zhangmu > Dhulikhel
Jet jarig, met z’n viertjes ontbeten in een klein Tibetaans eettentje.
Alles aangewezen want deze heer, sprak alleen Chinees/Tibetaans. Het verschil horen we niet.
We zouden om 08.30 uur vertrekken i.v.m. de drukte bij de grens overgang.
Helaas de chauffeurs hadden zich verslapen. Bij de douane stonden al
heel wat mensen, waaronder de Belgische groep “te voet”.
Tegen 09.30 uur kwam er beweging bij de Chinese douane. Het werd weer
een heel ritueel, maar uiteindelijk konden we door. Gelukkig brachten
de chauffeurs ons nog naar de Friendshipbridge, 5 km. verderop. Afscheid
genomen van Tadji en doorgelopen naar de douane van Nepal.
Lucie checkte
in voor de groep en toen konden we niet verder…………………………….een
aardverschuiving had afgelopen nacht plaats gevonden. De gids stelde
voor om met de bus tot aan de aardverschuiving te rijden; hij was de vorige
avond al gearriveerd. Aan de andere kant had hij een bus voor ons gereserveerd,
we moesten alleen maar over de puinhoop lopen.
Zo gezegd zo gedaan. We konden redelijk snel naar de andere kant van
de aardverschuiving komen en stapten daar een lokale bus in. Dat was een ramp,
ramen schoven op en neer, de bagage schoof van achter uit de bus naar
voren, lange mensen stootten hun hoofden aan het bagagerek maar het belangrijkste
was dat we op weg waren naar Dhulikhel.
Na een vreselijke
rit kwamen we aan bij het High Vieuw hotel, prachtig gelegen luxe hotel.
Bij helder weer zouden we de Mnt. Everest van Nepalese kant kunnen bewonderen.
Helaas was het bewolkt.
’s Avonds een borrel gedronken en getoast op Jet’s verjaardag, daarna
met z’n allen gegeten, Tibetaanse fondue; heerlijk. Het voorgerecht bestond uit een aantal lokale snacks en het nagerecht
was een prachtige taart.
Ondertussen ook de fooi voor Lucie verzorgd, waarvan ze later in Kathmandu
een mooie ring heeft gekocht.
Tegen elf uur naar bed en de bedienden van het hotel liepen met lampjes
mee tot aan de kamers. Luxe hoor.
Zaterdag 25 september: Dhulikhel > Kathmandu > Abu
Dhabi
We zouden om 06.00 uur gewekt worden als het helder weer was, echter
de wekker wekte ons. We genoten van een heerlijk ontbijt en gingen toen
op weg naar Kathmandu. Veel roadblocks onderweg en veel
politie. De rust was kennelijk nog niet weder gekeerd.
Onze handbagage gestald bij Tibetian Cottage. Als eerste het Internet
café opgezocht en de laatste mails doorgenomen. Gewinkeld, gesjouwd, heerlijk gegeten bij Yin Yang en om 14.30 uur waren
we terug in het hotel.
Met de bus naar het vliegveld en daar begon de
hele serie weer opnieuw van fouilleren en scannen om misselijk van te
worden. Riemen en schoenen moesten uit.
Alle pakjes in mijn handbagage
moesten open, mijn oplader van de telefoon en fototoestel moest ik inleveren!!
Gelukkig zorgde de purser van het vliegtuig dat ik even later toch alles
mee kon nemen.
Echt chaotische taferelen op het vliegveld van Kathmandu; maar we waren
uiteindelijk onderweg naar Abu Dhabi.
Zondag 26 september: Abu Dhabi > Londen > Amsterdam
Vijf uur wachten in Abu Dahbi; vertrokken om 02.00 uur naar Londen. We
hebben redelijk wat geslapen in het vliegtuig. In Londen kwamen we om
6.45 uur en moesten met de bus van terminal 3 naar terminal 1. Wat een
drukte ’s morgens, weer ingecheckt en om 10.45 vlogen we naar Amsterdam.
Bij aankomst in Amsterdam, moesten we eerst met de bus naar Utrecht alvorens
verder te kunnen per trein, weer pech.
Het was een heel bijzondere reis, die we niet snel zullen vergeten.
Foto's »
Irene
|